45
Er is iets aan de hand met de deur van de zolder. Hij zit niet dicht.
Astrid duwt hem verder open en denkt snel na. Ze weet zeker dat ze de deur in het slot heeft getrokken toen ze ruim een halfuur geleden naar binnen ging.
Het is nog stil in huis. Beneden slaat de klok zes keer. Over een halfuur zal Charles wakker worden; hij zal daarna Bjorn wekken en ze zullen samen naar beneden gaan. Ze kan nog een halfuur tegen het warme lijf van haar man aankruipen. Ze verlangt opeens naar die warmte en loopt snel de trap af.
Hij zit op de onderste tree, zijn benen gestrekt voor zich uit, zijn armen wijd gespreid naast zich. Zijn rug is een vijandige barrière.
Astrid blijft halverwege de trap staan. De stilte vliegt haar aan, ze moet zich vasthouden aan de leuning. ‘Waarom zit jij hier?’ is het enige wat ze kan uitbrengen. Er zitten opeens duizend vragen in haar hoofd. Ze denkt koortsachtig na over wat ze boven precies heeft gezegd.
Bjorn staat op en loopt in de richting van de trap die naar de benedenverdieping leidt. Astrid volgt hem. In de woonkamer wijst hij naar de eettafel en trekt een stoel naar achteren.
‘Ik ga thee zetten,’ zegt ze. Voordat ze deur van de keuken opent, draait ze zich half om. ‘Voor alle duidelijkheid: jij gaat mij niet sommeren waar ik moet zitten. En ik heb dus ook geen zin in zwijgspelletjes.’ Ze loopt de keuken in.
‘Jij zit blijkbaar nogal met mij in je maag,’ hoort ze hem achter zich zeggen.
Haar handen trillen als ze de waterkoker vult. Ze grijpt het handvat stevig vast en klemt haar lippen op elkaar. Misschien wordt Charles vandaag vroeger wakker. Laat hij snel beneden komen.
Bjorn staat achter haar. ‘Tegen wie zat je eigenlijk te lullen?’
Ze zet de waterkoker met een klap op het aanrecht. ‘Ik lul niet, Bjorn. Hoe haal je het in je hoofd om mij af te luisteren? Wat zijn dat voor stiekeme streken?’
‘Ik vond het gelul. Ben je wel goed bij je hoofd? Kun je niemand vinden tegen wie je over mij kunt klagen? Papa zal toch wel beschikbaar zijn?’
‘Hoe lang heb je staan luisteren?’
‘Lang genoeg om te begrijpen dat je mij beschouwt als een gemankeerde persoonlijkheid, die misbruik maakt van zijn charme. Dat zeg je blijkbaar graag hardop. Helpt het? En waartegen precies?’
‘Waarom stond je daar, Bjorn? Waarom besloop je me?’
‘Laten we maar snel ter zake komen, voordat de rest van de familie zich vertoont. En voordat je hulp weer voor de deur staat. Die komt toch vandaag?’
‘Ter zake? Wat heb je te vertellen?’
Zijn geluidloze lach is niet om aan te zien. Hij komt dichter bij haar staan. ‘Mocht ik iets te vertellen hebben, dan ben jij de eerste die het te weten komt. Maar voorlopig zeg ik niets. En jij zwijgt ook. Als je er nog eens behoefte aan hebt om tegen je bruidsjurken te gaan zitten kletsen, zorg er dan voor dat de deur goed dicht zit en fluister. Laat mij met rust. Ik wil niet dat je je met mij bemoeit. Ik zoek het zelf allemaal wel uit.’
‘Wat zoek je uit? Wat valt er uit te zoeken?’ Haar stem hapert. ‘Heb je iets gedaan wat niet door de beugel kan, Bjorn?’
De lach wordt nu grimmig. ‘Wat ik gedaan heb is gerechtigheid,’ zegt hij. Zijn vinger raakt haar schouder aan. ‘Ik ga douchen en me aankleden. We praten later verder.’
Astrid leunt tegen het aanrecht. Ze hoort hem de trap op lopen.
Hij fluit.
Ze moet gaan zitten, omdat de golf van herinneringen haar fysiek lijkt te raken. Ze trekt haar schouders op en klemt haar vuisten tegen haar kin. Het is die zin.
Wat ik gedaan heb is gerechtigheid.
Hij zei dergelijke dingen al toen hij vier was, in meer kinderlijke termen maar met dezelfde lading. Hij sprak een vrijbrief uit over zijn daden, zoals toen hij een neefje hard tegen zijn enkels schopte en ondanks de ontkenning van het jongetje bleef volhouden dat die had geprobeerd hem te laten struikelen. Hij beweerde dat hij een stok tussen de spaken van het fietsje van een schoolvriendje had gestoken, omdat het vriendje had gedreigd hem omver te rijden. Hij vernielde de babypop van Jolien omdat zij volgens hem met opzet een gat in zijn vlieger had gemaakt.
Er komen talloze incidenten voorbij die te maken hadden met Bjorns gevoel voor gerechtigheid. Het waren allemaal incidenten waar het zijn woord tegenover dat van zijn slachtoffers betrof. Het waren vervelende voorvallen, die onrust teweegbrachten en waar ze zich voor schaamde. Het waren stuk voor stuk handelingen in het kader van afrekeningen.
Gerechtigheid.
Bjorns gevoel over de betekenis van dit woord.
Waar sloeg het vandaag op?