10
Haar vingers trillen als ze het mobiele nummer van Bjorn intoetst. Als ze het belsignaal hoort, twijfelt ze opeens. Wat moet ze tegen hem zeggen? Is het wel verstandig om opheldering te eisen? Zou het niet beter zijn om eerst rustig te worden? Hoe legt ze uit dat ze weet dat het jurkje door hem in die la is gelegd? Ze drukt op de rode toets en zet het toestel terug in de oplader.
De woede is bedwelmend.
Hoe is het mogelijk dat ze het niet direct heeft gezien? Er zitten strikjes op dit jurkje, maar die zijn wit. Witte strikjes zouden in de ogen van Meike een doodzonde zijn geweest. Ze zou ook het geruite biesje langs de mouwen hebben afgewezen. Meike hield niet van ruiten en ook niet van stippen.
Astrid neemt het zichzelf kwalijk dat ze deze vergissing heeft gemaakt. Het voelt aan als ontrouw, als een meedogenloze onoplettendheid, als afstand nemen.
De vragen die ze aan Bjorn zou willen stellen zijn naar de achtergrond verplaatst. Misschien stelt ze geen vragen, laat ze dit incident voor wat het is. Toch zou ze willen weten hoe hij aan het jurkje is gekomen. Heeft hij het gekocht? Gevonden? Van iemand gekregen? Hij heeft in ieder geval niet geweten hoe hij er weer van af moest komen. De meest voor de hand liggende oplossing, de vuilnisbak, heeft niet gewerkt. Voor Bjorn werken de meest voor de hand liggende oplossingen eigenlijk nooit. Zijn besluit om het roze jurkje achter te laten in de sokkenla van Jolien past bij de manier waarop hij met problemen omgaat. Je verplaatst ze gewoon naar iemand anders en dan ben jij ervan af. Ze kent dit gedrag, ze heeft het al zo vaak meegemaakt. Maar op dit moment maakt ze zich niet druk over de reden waarom hij het jurkje in de la van zijn zusje dropte. Op dit moment vraagt ze zich alleen af hoe hij eraan kwam.
Ze hoort buiten een geluid, kijkt uit het raam en ziet in de verte de vuilniswagen naderen. De zwarte bak staat aan de weg; ze heeft hem gisteravond al buiten gezet. Ze aarzelt even, maar neemt dan het besluit. Ze grijpt de krant die op tafel ligt, rolt het jurkje erin en loopt naar buiten. De vuilniswagen is haar huis genaderd en de chauffeur steekt zijn hand op. Ze stopt het pakje in de zwarte bak en kijkt hoe die geleegd wordt. Daarna neemt ze de lege bak weer mee. De wielen bonken op het tegelpad.
Zodra ze weer binnen is, loopt ze naar de kamer van Bjorn. Haar hand grijpt de deurklink vast. De deur zit op slot. Ze probeert het nog een keer. Geen beweging. Ze draait zich om en opent de deur van de kamer van Meike. Ze zit een paar minuten op het bed en kijkt om zich heen. Soms voelt ze haar als ze hier zit.
Vandaag niet.
De deur van de kledingkast staat open. De jurkjes hangen naast elkaar, het zijn er nog steeds zeven. Het getal stelt haar gerust. Dat andere jurkje was een indringer en indringers kun je verwijderen. Je kunt je ook het beste niet druk maken over waarom deze indringer in dit huis verscheen. Astrid herhaalt deze conclusie een paar keer in gedachten, met de nadruk op drie woorden: niet druk maken, niet druk maken. Hoe vaak hebben Charles en zij dit in de afgelopen jaren al niet tegen elkaar gezegd? Niet druk maken, het hoofd koel houden, met strakke hand maar toch liefdevol corrigeren, steeds benadrukken dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden. Maar heeft het geholpen?
Het wordt tijd dat ze zichzelf niet langer lastigvalt met vragen die haar een hopeloos gevoel geven en aan het werk gaat. Ook al komt Gina vandaag niet, er moet toch worden schoongemaakt. Ze kan beginnen met de badkamer. Als haar hulp morgen wél verschijnt, moet die de rest van de eerste etage maar doen. En als Bjorn de deur van zijn kamer op slot houdt, zal hij zelf moeten poetsen. Dat moet hij ook gaan doen als hij in zijn eigen huis woont. Ze zou het niet erg vinden als hij morgen al vertrok. Charles heeft gelijk, het is idioot dat hun zoon nog thuis woont. Ze hadden hem al veel eerder duidelijk moeten maken dat hij een eigen huis moest zoeken.
Nu opstaan en de kamer verlaten. Ze telt de roze jurkjes nog een keer en gaat weer op het bed zitten. De woede is gezakt.
Toch voelt ze hem nog ergens.