55
Charles wijst naar de auto van Bjorn. ‘Is hij thuisgekomen? Wanneer dan?’
‘Vannacht, jij sliep al. Ik praat vandaag met hem. Daar komt Jolien aan, dus hou er nu over op.’
De stemming is geforceerd vrolijk. Astrid voelt zich schuldig ten opzichte van haar dochter, maar ze weet op dit moment niet hoe ze dit kan veranderen.
Jolien maakt een nerveuze indruk. Ze praat net iets te snel en herhaalt te vaak dat ze gelukkig geen vliegangst heeft.
Astrid voelt dat Charles naar haar kijkt. Ze houdt haar blik strak op het asfalt gericht.
‘Jij hebt toch in juli ook je vakantie gepland?’ vraagt Jolien aan Charles. ‘Waarom komen jullie niet een paar weken naar de familie in Californië? Plaats genoeg, volgens mij. Ik denk dat iedereen het fantastisch zou vinden. Of hebben jullie inmiddels al iets geboekt?’
‘Daar zeg je wat. We hebben niets geboekt, we dachten eigenlijk aan een lastminutereis.’ Charles stoot Astrid aan. ‘Hoor je wat ze zegt? Dat zou niet eens een slecht idee zijn.’
‘Ik zou het leuk vinden, mam, als jullie ook kwamen. Dan zijn jullie er allebei even helemaal uit.’
‘We hebben het er nog wel over,’ antwoordt Astrid.
‘Zal ik jou bij de garage afzetten en je om een uur of zes weer komen halen?’ Het idee kwam in haar op toen ze Jolien langs de douane zag lopen.
‘Je bedoelt dat je mij er liever niet bij hebt als je met hem praat.’ Charles wijst naar de meter van de benzinetank. ‘We moeten binnenkort tanken. Het is goed. Zet mij maar af.’
Hij begint weer over Californië. ‘Laten we er eens goed over nadenken,’ stelt hij voor. ‘Ik heb daar eerlijk gezegd wel zin in.’ Bij de garage parkeert hij de auto naast het kantoor en zet de motor af. Hij draait zich naar haar toe en kijkt haar aan. ‘Is er iets wat ik moet weten, As?’
Ze grijpt zijn hand. ‘Nu nog niet. Misschien later.’
‘Weet je dat zeker?’
Ze kust hem op zijn mond. ‘Heel zeker. Een uur of zes?’
‘Goed. Als ik eerder weg kan bel ik je.’
Zodra ze het terrein van de garage verlaten heeft, toetst ze het mobiele nummer van Bjorn in. Hij neemt vrijwel direct op.
‘Ik kom eraan. Niet weggaan,’ zegt ze.