12
Astrid schrikt als ze plotseling iemand achter zich voelt staan. Op hetzelfde moment zit ze met haar neus in een enorm boeket.
‘Sorry dat ik me zo lullig heb gedragen.’ Bjorn drukt een kus op haar wang.
Het lukt niet om enthousiast te reageren. Wat gaat ze antwoorden als hij vraagt waar het jurkje gebleven is?
Bjorn drukt zijn hoofd tegen haar schouder. ‘Mama, zullen we weer vrede sluiten?’
Nu moet ze de andere kant op kijken. Ze kent deze blik in zijn ogen en weet dat ze daar niet tegen opgewassen is. Ze draait haar hoofd van hem weg. ‘Ik hoorde van je vader dat je soms zomaar een dag niet werkt zonder eerst vrij te vragen.’
Hij richt zich op.
Haar stem klinkt stroef en dat is precies wat ze wil. ‘Dat klopt niet, Bjorn. Ook al werk je in het bedrijf van je vader, je hebt je als een normale werknemer te gedragen. Luister naar me, ga er nu niet weer direct vandoor. En ga ook niet weer beweren dat ik je behandel alsof je een kleuter bent.’
‘Je hebt gelijk. Ik zal papa mijn excuses aanbieden.’
‘En verder? Kan hij er dan ook op rekenen dat het niet meer gebeurt? Waar heb je eigenlijk de hele dag uitgehangen?’ Ze merkt dat ze toch behoorlijk geïrriteerd is.
‘Wat heb jij slechte zin. En ook al wil je het niet horen, ik vind echt dat je nu die kleutertoon weer aanslaat.’
‘Geef eens antwoord, Bjorn, draai niet altijd zo om de hete brij heen.’
‘Je weet dat ik niet tegen dwang kan, laat me nu. Ik ga het echt goedmaken met papa.’
‘Waar ben je geweest vandaag?’
Het antwoord valt weg in de klap waarmee de keukendeur wordt dichtgeslagen. Was er wel een antwoord? De bloemen liggen er een beetje verloren bij. Astrid zou het hele boeket in de vuilnisbak willen smijten. Ze strijkt met haar hand langs haar ogen. ‘Ik moet me beheersen,’ zegt ze hardop. ‘Deze dag komt wel weer om. Morgen gaat het beter.’
‘Waar is iedereen? Wat heb je allemaal gedaan vandaag? Wat eten we?’ Jolien trekt Astrid naar zich toe en geeft haar een dikke kus. ‘Ik zal je echt missen, mam, als ik met Louwrens ga samenwonen. Echt waar, ik meen het.’
‘Ik zal jou ook missen, lieverd. Maar je gaat toch niet emigreren? Ik vind het heerlijk voor jullie dat je helemaal samen kunt zijn.’
‘Dat ging bij papa en jou wel even anders, hè?’
‘Zo kun je dat wel zeggen. Maar het was vanaf het begin goed. Ik werd met open armen ontvangen in zijn familie en de maanden dat we bij zijn ouders inwoonden waren echt wel uit te houden. Ze hebben goed voor me gezorgd en ons overal mee geholpen. Ik kreeg eindelijk een thuis.’
‘Denk je nog wel eens aan je eigen familie, mama?’
Astrid wil een antwoord geven, maar haar stem weigert.
‘Vandaag even niet?’ Jolien streelt haar wang.
‘Nee, vandaag maar even niet,’ weet Astrid uit te brengen. Ze slikt een paar keer. ‘We eten maaltijdkippensoep met broodjes, om een van je eerdere vragen te beantwoorden. Papa zit met Bjorn te praten, die storen we maar even niet.’
‘Ik denk dat Bjorn het wel fijn vindt als ik vertrek.’
Astrid kijkt haar dochter aan. ‘Waarom zeg je dat?’
‘Omdat het zo is en dat weet jij ook wel. Hij zal het heerlijk vinden als hij jou eindelijk helemaal voor zichzelf heeft. Nee, niet tegenspreken. Ik vind het best. Maar ik vind dat het tijd wordt dat hij eens op eigen benen gaat staan.’
‘Ik ook,’ zucht Astrid.
‘Ik ben bang dat je hem het huis uit moet knuppelen.’ Jolien schatert om haar eigen woorden.
‘Zo kan ie wel weer,’ bromt Astrid.
De sfeer is onverwacht gezellig. Charles heeft Astrid snel toegefluisterd dat hij een stevig gesprek heeft gehad met Bjorn. Ze hebben goede afspraken gemaakt en hij heeft er vertrouwen in.
Ze zou hier blij om moeten zijn, maar het onaangename gevoel dat zich van haar meester heeft gemaakt wil niet wijken. Ze vraagt zich af of haar sombere stemming iets te maken heeft met het feit dat ze tegenwoordig op zolder hardop in zichzelf zit te praten. Ze twijfelt of ze daarmee moet doorgaan. Zou het een goed idee zijn om het aan Charles te vertellen? Zou hij het begrijpen?
Ze begrijpt zelf niet eens waarom ze haar moeder zo nodig moet toespreken.
‘Heb je nog iets van Gina gehoord?’ informeert Jolien.
Astrid schrikt op uit haar gepeins. ‘Gina? Nee, niets gehoord. Ze zou volgens mij vanavond bellen. Misschien bel ik haar zelf even.’
‘Wat is er aan de hand met Gina?’ wil Bjorn weten. ‘Of is dat een vrouwenaangelegenheid?’ Bjorn buigt zich over de tafel in de richting van Astrid.
‘Ik weet niet wat er met Gina is, ik neem nog wel contact met haar op. Ach, laat ik het maar meteen doen.’ Ze pakt de telefoon en kiest het nummer van Gina. ‘Geen gehoor,’ zegt ze.
‘Die staat morgenochtend gewoon op de stoep,’ voorspelt Charles.
Astrid heft haar hand op. ‘Stil! Hallo? Ben jij dat, Gina?’ Ze luistert. Ze spert haar ogen wijd open en lijkt te wankelen. Ze schudt een paar keer met haar hoofd.
‘Wat is er aan de hand?’ wil Charles weten.
‘Dit kan niet waar zijn,’ stamelt Astrid.