7
‘Mam, ik heb geweldig nieuws!’ Jolien smoort Astrid bijna in haar omhelzing. Ze maakt zich weer van haar los en kijkt haar aan met een stralende blik in haar ogen.
Zou ze zwanger zijn? Astrid weet niet of ze daar op dit moment enthousiast op zou kunnen reageren.
‘Louwrens heeft zijn appartement verkocht! Niet te geloven, toch? In deze tijd! De makelaar sloeg er ook steil van achterover. Het huis heeft nog geen drie weken te koop gestaan. De eerste kijker bood meteen de vraagprijs. Hoe vind je dat?’ Ze wuift met een hand langs Astrids ogen. ‘Ben ik in beeld? Waar zit je met je gedachten?’
‘Ik hoor wat je zegt. Dat is inderdaad geweldig nieuws. De vraagprijs? Is het al helemaal rond? Zijn er geen voorwaarden aan het bod verbonden?’
‘Nee. De man die het heeft gekocht wil zo snel mogelijk de koopakte tekenen en over uiterlijk een maand de sleutel hebben. Het huis is voor zijn dochter die binnenkort terugkomt uit Amerika. Ik geloof dat ze nogal in de problemen zit. Iets met een onverwachte scheiding, ik heb niet het hele verhaal gehoord. Louwrens kan gelukkig even bij zijn ouders terecht. We gaan nu zo snel mogelijk op zoek naar een ander huis.’
‘We?’
Jolien bloost. ‘We willen gaan samenwonen. Maar als jij liever hebt dat ik nog een tijdje thuisblijf… zeg het gerust, ik wil niet dat jij je rot voelt als ik vertrek.’
‘Je gaat toch niet het land uit? Het is goed, lieverd. Ik ben blij voor je, voor jullie. Hebben jullie al een idee in welke omgeving jullie willen gaan wonen?’
‘In ieder geval niet in een grote stad. Maar wel ergens waar een station is, omdat Louwrens met de trein naar zijn werk wil blijven gaan. We denken aan het gebied tussen Hilversum en Naarden.’
‘Dus niet zo ver hiervandaan.’
Jolien knuffelt haar. ‘Natuurlijk niet ver hiervandaan. Ik moet jou toch een beetje in de gaten kunnen houden? Waar is iedereen eigenlijk? Zat je te mailen? Of gewoon te surfen op het net? Papa is toch niet meer aan het werk? Waar hangt Bjorn uit?’ Joliens gezicht betrekt. ‘Is er iets gebeurd? Hebben ze weer ruzie?’
‘Ben je nu uitgevraagd? Je sprak als kind al in vraagtekens,’ zegt Astrid. ‘En of ze weer ruzie hebben? God zal het weten. Het knalde in ieder geval weer als vanouds. Bjorn had een treiterbui en ik ging daar onhandig op in.’
‘Niet doen, mam, niet altijd jezelf de schuld geven. Als Bjorn een treiterbui had, was dat zijn verantwoordelijkheid en de gevolgen zijn dan voor zijn rekening. Ik vind hem de laatste tijd vaak slechtgehumeurd, is dat jou ook opgevallen? En zo afwezig. Zou er iets aan de hand zijn met een vrouw?’
‘Hoe kom je daar nu weer bij?’ Terwijl ze dit zegt, vraagt Astrid zich af of ze dit werkelijk een vreemd idee vindt.
Jolien heeft Astrid op de bank gedirigeerd en maakt twee cappuccino’s. Ze zingt. Ze heeft een mooie stem, dezelfde stem als Astrids moeder. Nu even niet aan familie denken, dat levert vandaag weinig constructiefs op. Ze luistert naar de warme alt in de keuken. Jolien zingt een lied dat ze niet kent. Het heeft iets gospelachtigs. Haar dochter zal toch niet…
‘Waarom zit je zo verschrikt te kijken?’
‘Zong je een gospel? Nee toch?’
‘O mam, je bent toch niet bang dat ik me zomaar bekeer? Dat ben je dus wel. Wat zit dat trauma diep, hè? Kijk me aan en luister goed naar me. Ik word nooit gelovig.’
‘Dat hoef je mij niet te beloven. Als jij zou willen geloven, respecteer ik dat. Ik zou het alleen erg vinden als je je daardoor sektarisch zou gaan gedragen.’
‘Ik ga me ook niet sektarisch gedragen. Dat beloof ik met de hand op mijn hart.’
Ze kijken allebei naar het raam in de voorkamer.
‘Hoor ik daar iemand?’ Jolien loopt naar het raam. ‘Het is Bjorn. Nou, die ziet er nog niet vrolijk uit. Ik hoop dat hij direct doorloopt naar zijn kamer. Volgens mij komt papa er ook aan. Dan is de hele familie weer thuis.’
Er valt een diepe stilte.
‘Dan is bijna de hele familie weer thuis,’ zegt Jolien dan zacht.
Het huis is stil. Iedereen is al naar bed en Astrid zit alleen in de kamer. Dat doet ze tegenwoordig vaak: achterblijven als de anderen naar boven gaan. Soms betrapt ze zichzelf erop dat ze zit te luisteren of ze voetstappen hoort op het tegelpad dat naar de voordeur leidt. Op zulke momenten wordt ze boos op haar eigen gedachten. Vandaag luistert ze niet. Ze heeft haar benen opgetrokken en haar armen om haar knieën geslagen en ze probeert de blik in de ogen van Charles te vergeten toen hij thuiskwam. Die blik komt de laatste tijd steeds vaker tevoorschijn en geeft haar iedere keer een onaangenaam gevoel.
Hij keek naar haar alsof ze een vreemde was.
Hij zei weinig, begroette Jolien met een stevige kus en hief zijn hand op in Astrids richting. Een paar maanden geleden heeft hij een keer tegen haar gezegd dat Bjorn hen uit elkaar zou drijven als ze niet uitkeken. Dat vond ze toen een belachelijke opmerking. Vandaag niet.
Ze merkt dat ze het koud heeft. Ze verlangt naar het warme bed boven, ze wil tegen Charles aankruipen zoals ze vroeger deed als ze later naar bed ging dan hij en ze heeft heimwee naar de armen die dan om haar heen werden geslagen en de seks die daar als vanzelfsprekend op volgde. Hoe lang hebben ze al niet gevreeën? Ze weet het antwoord heel goed.