65
‘Bjorn heeft het appartement in de Groetstraat gekocht. Hij belde net om te vertellen dat zijn bod is geaccepteerd. Hij tekent maandag het koopcontract en de overdracht is waarschijnlijk volgende week vrijdag.’
Charles spreidt zijn armen en drukt haar stevig tegen zich aan. ‘Zo, dat is goed geregeld. Ben je opgelucht?’
‘Ik geloof van wel.’
‘Nou, ik weet het wel zeker. Dit moeten we vieren. Zullen we lekker uit eten gaan?’
Astrid aarzelt. ‘Het zal de anticlimax zijn, maar mijn maag zit voor mijn gevoel op slot. Zullen we morgen gaan en Don en Patricia meevragen?’
‘Dat is een goed idee, ik bel ze straks. Ik neem aan dat onze zoon er een borrel op aan het nemen is?’
‘Ik ben bang van wel.’
‘Daar hoeven we ons binnenkort niet druk meer om te maken. Er zijn regelmatig alcoholcontroles in Amsterdam en hij kon wel eens heel erg snel na zijn verhuizing tegen de lamp lopen.’
‘Als dat dan maar gebeurt voordat hij iemand doodrijdt,’ zegt Astrid. Ze slaat een hand voor haar mond. ‘Wat een rotopmerking.’
‘Hij gedraagt zich rot, As. En wij voelen ons rot omdat we er niets tegen kunnen doen. Hij zal alleen iets leren van een harde confrontatie. En je hebt gelijk: als daar maar niet een onschuldig iemand de dupe van wordt. Wat mij betreft mag hij snel zijn rijbewijs kwijtraken.’
‘We zijn wel heel negatief,’ zegt Astrid zacht.
‘We hadden hem strakker moeten aanpakken,’ meent Charles. ‘Daar waren we ook best goed mee bezig toen hij net zijn rijbewijs had. Maar door het ongeluk met Meike…’ Zijn stem hapert.
‘Dat heeft ons leven verschrikkelijk op zijn kop gezet,’ vult Astrid aan. ‘En ons veel energie gekost.’
‘Ontnomen.’ Charles heeft zijn stem weer terug. ‘Het heeft ons veel energie ontnomen. Zullen we afspreken dat Bjorn zelf verantwoordelijk moet zijn voor zijn leven? Zijn daden?’
Ze zou willen zeggen dat ze niets liever wil dan dat.
Ze zitten net naar het achtuurjournaal te kijken als de telefoon gaat. Charles neemt op en geeft het toestel direct aan Astrid.
Het is Sietske. Ze wil even vertellen dat ze vanmiddag op advies van Bjorn de neef van Rita en Gina heeft gebeld.
Op advies van Bjorn?
Voordat Astrid daar een vraag over kan stellen, gaat Sietske al verder met haar verhaal. De neef blijkt een soort familieoudste te zijn en hij heeft direct actie ondernomen. Hij is naar Rita’s huis gegaan en trof een stapel post op de deurmat aan en kranten vanaf zes dagen geleden. De koelkast was gevuld en er zat schoon wasgoed in de droger. Haar auto stond gewoon in de garage en haar mobiele telefoon lag op de trap. Maar van Rita zelf ontbrak elk spoor. De neef heeft de politie gewaarschuwd.
‘Dat klinkt niet goed,’ zegt Astrid. ‘En wat bedoel je met “advies van Bjorn”?’ Ze probeert haar stem zo neutraal mogelijk te laten klinken.
‘Hij reed achter me toen ik op weg was naar huis en we hebben even gepraat. Hij kende die neef toevallig, ik weet niet precies waarvan. Maar wat maakt het uit? Ik maak me heel veel zorgen om Rita. Sorry dat ik je hiermee lastigval, maar ik moest het even kwijt. Ik vroeg me af of jij eigenlijk nog iets van haar hebt gehoord na de begrafenis van Gina.’
‘Ik heb toen een paar keer contact met haar gehad, ze belde mij. Maar na die paar keer niet meer. Het is niet erg dat je belde; ik kan me je ongerustheid goed voorstellen. Laat het nu verder maar aan de politie over.’
‘Ik ben zo bang dat zij ook…’
‘Bel me even als je meer weet, maar probeer rustig te blijven,’ adviseert Astrid.
‘Rita, de zus van Gina, lijkt toch spoorloos verdwenen te zijn,’ meldt ze als ze de verbinding heeft verbroken.
‘Ik dacht al zoiets te begrijpen. Maar wat had Bjorn daarmee te maken?’
‘Niets. Hij heeft geprobeerd Sietske goede raad te geven toen ze aan hem vertelde dat ze zo bezorgd was.’
‘Hij leert het nog wel eens,’ zegt Charles.