Hoofdstuk 66
Hun gesprekken met professor Lear en professor James leverden niets op. Professor Lear was fysiek niet in staat om de misdaden te plegen. Vanaf zijn geboorte verlamd in de onderste helft van zijn lichaam, zou het zijn rolstoel op zijn zachtst gezegd moeilijk hebben gemaakt met het op en af komen van de trap van het Parthenon. Hij herinnerde zich de studenten, maar kende ze alleen uit de les.
Hun gesprek met professor James was al niet beter verlopen. Hij was jong en kerngezond, maar manifesteerde zich openlijk als homo. Tot Taylors vermaak zat hij het hele gesprek te flirten, waarbij hij zelfs zover ging Baldwin om zijn telefoonnummer te vragen – die dat beleefd had geweigerd.
Ze vroegen beide mannen naar Gabriel Lucas. Lear had niets dan goeds te melden over de man. James daarentegen moest duidelijk niets van hem hebben, maar kon daar geen aanwijsbare reden voor geven. Onwillekeurig vroeg Taylor zich af of hij was afgewezen en dat niet kon verkroppen.
Nu zaten ze in het gras onder een grote eikenboom en namen een en ander door. Beide mannen konden een huurmoordenaar in de arm hebben genomen, maar dat scenario sloeg nergens op. Baldwin was ervan overtuigd dat hun verdachte op een persoonlijke missie was; de moorden waren te weldoordacht, te symbolisch om door een huurmoordenaar te zijn gepleegd. Vanwege professor Lears handicap en professor James’ seksuele geaardheid voldeed geen van beide mannen aan Baldwins daderprofiel.
Taylors mobiel ging over. Het was Fitz, popelend om hun laatste ontdekking te delen.
‘Taylor, we hebben net Mary Margarets dossier doorgenomen. Twee van de vakken die ze volgde, werden gegeven door… ben je er klaar voor? Ene professor Gabriel Lucas.’
Haar hart bonkte. ‘Top. Dit moet hem zijn. Maar waar hangt hij in godsnaam uit?’
‘Ik ben al aan het zoeken. Heb nog één puzzelstukje voor je. Onze priester, pater Xavier? De rector van St.-Catherine belde. Wist niet of het belangrijk was voor het onderzoek, maar aangezien het verband hield met Vanderbilt, vond hij dat we moesten weten dat pater X daar vorige maand een lezing gaf tijdens het gemeenschappelijke ontbijt.’
‘Dat is onze laatste link. We gaan ermee aan de slag. Bedankt, Fitz!’ Ze gaf Baldwin een brede glimlach, waarbij haar tanden schitterden in het zonlicht. ‘Moet je nou eens horen…’
Taylor en Baldwin beenden het kantoor in van Vanderbilts decaan van de letterenfaculteit. Zijn secretaresse hield de boot af, vertelde dat de decaan niet aanwezig was. Maar waar hij dan wel was, wist ze niet precies. Ze probeerde met hen een afspraak veel later die middag te maken, toen de decaan uit zijn werkkamer kwam. Hij had twee mannen bij zich, allebei chic gekleed en met een geforceerd lachje op hun gezicht. Taylor zag meteen dat ze beleefd probeerden te blijven bij zijn joviale grapjes. Hij verstrakte en bleef stokstijf staan toen hij Taylor en Baldwin zag.
Taylor stak haar hand uit. ‘Decaan Royce? Inspecteur Taylor Jackson en doctor John Baldwin. We willen u spreken over –’
‘O ja, ik weet er alles van,’ onderbrak hij haar. ‘Als u een ogenblikje heeft.’ Hij wendde zich tot zijn secretaresse. ‘Janet, laat Ms. Jackson en Mr. Baldwin plaatsnemen in mijn kantoor en breng ze iets te drinken. Ik kom zo.’
Hij draaide zich om en sloeg zijn armen om de schouders van zijn kregelige bezoekers. ‘Heren, ik kan u niet zeggen hoezeer we waarderen wat u allemaal voor Vanderbilt hebt gedaan. Ik neem zo snel mogelijk contact met u op. Als er iets…’
De rest van het gesprek ging voor Taylor verloren toen ze het kantoor van de decaan binnenstapte.
Even later kwam hij ook binnen, zijn voorhoofd deppend met een zakdoek. Taylor mocht de man meteen al niet. Hij leek haar een slijmbal. Beleefd bood hij aan om thee in te schenken, wauwelend over de overweldigende steun die de universiteit ontving van haar donateurs, wat naadloos overging in zijn ontzetting over het noodlot dat zijn studenten had getroffen. Maar Taylor zag de blik in zijn ogen toen hij achter zijn bureau plaatsnam. Hij was niet blij hen te zien. Rechercheurs en FBI-agenten die zijn campus uitkamden op zoek naar verdachten van moord, dat was geen goede publiciteit voor de school.
Taylor begon ongedurig op haar stoel te schuiven, zocht naar een geschikt moment om hem te onderbreken.
Baldwin was minder beleefd. ‘Mr. Royce, neem me niet kwalijk. We moeten u spreken over een van uw leraren. Wat kunt u ons vertellen over Gabriel Lucas?’
‘Gabriel? Fantastische man. Zet zich met hart en ziel in voor de school. Kwam een aantal jaar geleden bij ons vanuit New Mexico, meen ik. Hij had zijn doctorstitel behaald in klassieke en moderne hellenistische en Grieks-Romeinse cultuur. Schreef een meesterlijk proefschrift over Plato, waarin hij stelde dat Plato’s filosofie de eerste ware goddelijke openbaring was. Maakte aannemelijk dat de hellenistische filosofie de basis vormt voor de Bijbel. Een absoluut meesterwerk. Ik lees alle proefschriften van onze docenten persoonlijk, moet u weten,’ pochte hij. ‘Een beetje een hobby van me, daarom herinner ik het me zo goed. We haalden hem binnen zodra we hem gesproken hadden. Namen hem na het eerste gesprek aan. Briljante man, Gabriel, in één woord briljant. Hoezo, hij is –’
Opnieuw onderbrak Baldwin hem. ‘We hebben begrepen dat hij dit semester een sabbatical neemt?’
De decaan leunde achterover in zijn stoel. ‘U denkt toch zeker niet dat hij iets te maken heeft met deze moorden? Dat is volslagen absurd. Gabriel doet geen vlieg kwaad. En ik weet hoe dol hij op zijn studenten is.’
Taylor trok een wenkbrauw op. ‘Zijn er studenten op wie hij bijzonder dol was?’
Royce begon te sputteren. ‘Ms. Jackson…’
‘Inspecteur voor u, Mr. Royce.’
Hij liep rood aan en ademde diep in. ‘Inspecteur. Vanderbilt hanteert de hoogste gedragsnormen voor studenten en staf. Met een student daten wordt hier niet alleen afgekeurd, het is reden voor ontslag. Dus om antwoord te geven op uw insinuatie: nee. Gabriel had niets met een van zijn studenten. Het is simpelweg niet toegestaan.’
Baldwin glimlachte. ‘Heeft u nooit meegemaakt dat iemand de regels overtrad? Ik bedoel, vandaag de dag? Een intelligente, jonge professor, die nog knap is ook, hebben we gehoord, zou geen enkel sociaal contact hebben met zijn vrouwelijke studenten?’
‘Nee, Mr. Baldwin, dat zou hij niet. Zeker niet in de afgelopen maanden.’
‘O? Hoezo dat?’
‘Omdat Gabriel ziek is. Ernstig ziek. Hij heeft het semester vrij genomen om te… herstellen.’