Hoofdstuk 2
Taylor liep omzichtig naar Sam, zorgde ervoor dat ze dezelfde route als de lijkschouwer naar het lichaam nam. Van eventueel verlies van bewijs zouden ze háár niet de schuld kunnen geven. Zodra ze haar latex handschoenen had aangetrokken, tikte ze Sam lichtjes op de schouder. Sam keek op. Vooruitlopend op Taylors eerste vraag, schudde ze haar hoofd.
‘Er is geen aanwijsbare doodsoorzaak – geen steekwonden, geen schotwonden. Wel sporen van verkrachting. Er zijn wat kneuzingen en beschadigingen, een beetje bloed. Hij heeft haar goed te grazen genomen. Er zit ook wat gruis op haar. De wind zal wel wat rommel hebben laten rondstuiven vannacht. Ik kan je meer vertellen wanneer ik haar open heb.’
Ze ging op haar hielen zitten en zag Taylors gezicht nu voor het eerst. ‘Meid, wat zie jij er beroerd uit. Wanneer heb je voor het laatst geslapen?’
‘Tijdje terug.’ De slapeloze nachten begonnen hun tol te eisen. Ze was bijna dankbaar als zich onverwacht een nieuwe zaak aandiende zoals deze; het verleden verdween even naar de achtergrond als ze haar aandacht op iets anders kon richten.
Sam wierp nog een laatste, taxerende blik op haar. ‘Hm.’
Dokter Samantha Owens had schouderlang bruin haar dat ze altijd in een staart droeg, met vrouwelijke krulletjes die ze niet in bedwang kon houden. Ze zei vaak gekscherend dat ze er liever als een meisje uitzag dan als een lijkenpikker wanneer ze nieuwe mensen ontmoette, zodat de eerste indruk niet die van een griezel was. Taylor vond het altijd komisch om mensen als ratten uiteen te zien stuiven wanneer ze erachter kwamen dat de knappe en zelfverzekerde vrouw patholoog was. Het gros van de gewone burgers wilde niet omgaan met een vrouw die beroepshalve lijken opensneed.
In tegenstelling tot de meeste vrouwen met wie zij en Taylor waren opgegroeid, was Sam geen honkbalmoeder, had ze geen bloedjes van kinderen en lunchte ze niet bij Bread & Company. In plaats daarvan boog ze zich dagelijks over Nashvilles niet aflatende stroom dode lichamen, een houding waarin ze zich veel te vaak bevond. Ze was tevens Taylors beste vriendin en kon dingen tegen haar zeggen die ze van een ander niet pikte.
‘Ik zeg steeds dat je hulp moet inroepen.’
‘Hou op, Sam, ik wil het niet horen. Vertel me iets over ons meisje hier.’ Taylor probeerde zich af te sluiten voor de knoop in haar maag en het kloppen in haar slapen. Ze was opgewarmd in de ochtendzon, maar de aanblik van het dode meisje bezorgde haar koude rillingen. ‘Fitz zei dat ze gedumpt is?’
Met haar vinger trok Sam een onzichtbare lijn om het lichaam. ‘Absoluut. Ze is niet hier vermoord. Zie je de lijkvlekken? Aan de onderkant van haar benen, dijen en kuiten, haar billen, de binnenkant van haar armen en haar rug. Het bloed is naar die delen gestroomd. Maar ze zit rechtop. De lijkvlekken zouden niet op deze manier ontstaan, tenzij ze een tijdje op haar rug heeft liggen afkoelen. Ze was beslist al een paar uur dood voordat ze werd gedumpt.’
Aandachtig bekeek Taylor de paarsrode vlekken. In schril contrast daarmee was de voorkant van het lichaam zo bleek en grauw als een dode kwal.
‘Ook geen bloed te bekennen. Misschien is hij een vampier.’ Sam wierp een wellustige blik op Taylor, vormde snijtanden met haar vingers en maakte een sissend geluid. Haar morbide gevoel voor humor kwam altijd op de meest ongepaste momenten boven.
‘Je spoort niet.’
‘Weet ik. Nee, hij heeft haar ergens anders om zeep geholpen en haar daarna hier gedumpt.’ Ze keek om zich heen en zei zachtjes: ‘Even serieus, dit voelt heel erg alsof het in scène is gezet. Ze is met een reden híér neergezet, in deze houding. Hij wilde dat ze meteen werd gevonden. De vraag is waarom.’
Taylor reageerde niet, maar ze hield Sams opmerking in haar achterhoofd om die later terug te halen en erover na te denken. Ze wist dat het de moeite van het overwegen waard was; Sam had een feilloze intuïtie. Ze draaide zich om naar de commandopost. Zodra ze Fitz in het oog kreeg, trok ze de handschoen van haar rechterhand, legde twee vingers in haar mond en floot schril. Hij draaide zich om en ze schudde haar hoofd. De helikopter was niet nodig.
Daarna keek ze weer naar het gezicht van het meisje. Zo jong. Weer eentje, zo jong. ‘Geef me iets waarmee ik aan de slag kan. Heb je een tijdstip van overlijden?’
Sam dacht even na. ‘Afgaand op haar temperatuur, is ze vóór middernacht overleden. Laten we zeggen zo’n tien tot twaalf uur geleden. Rigor is nog aanwezig, maar begint weg te trekken.’
‘Geeft hem tijd om haar te vermoorden en hierheen te verplaatsen. Oké. Sperma?’
‘O ja. Het zit overal. Deze gast doet echt geen enkele moeite om het subtiel aan te pakken. Niet heel erg slim. Het moet niet al te moeilijk zijn om een match te vinden als hij in CODIS zit. Hij houdt in elk geval niets achter.’ Ze lachte om haar woordspeling, en of ze wilde of niet, ook Taylor moest grinniken.
‘Iets onder haar nagels? Heeft ze teruggevochten?’
Sam tilde de rechterhand van het dode meisje op. ‘Ik heb ze vrij grondig bekeken, maar ik zag niets wat op huid of bloed lijkt. Ik zal ze plastic zakken om haar handen laten doen en monsters laten nemen op het lab, maar zo te zien heeft ze niets te pakken gekregen. We hebben geen identiteitsbewijs bij het lichaam aangetroffen, dus we zullen haar vingerafdrukken nemen en naar jullie sturen om te kijken of er een match te vinden is. Ze zullen duidelijk genoeg zijn om door AFIS te halen.’
Taylor luisterde amper. Ze staarde naar het gezicht van het meisje. Zo jong, dacht ze nog eens. Man, deze persconferentie zou een schok teweegbrengen. De verklaring begon in haar hoofd op te borrelen: Vanochtend om zes uur werd het lichaam van een blanke vrouw ontdekt op de trappen van het Parthenon…
‘Dus geen idee waaraan ze is overleden, hm?’ vroeg ze aan Sam.
Sam bleef relaxed op haar hurken zitten, trok haar handschoenen uit en keek naar Taylor, die zich over het lichaam boog. ‘Schiet mij maar lek. Ik zie niets wat eruit springt. Geef me even de tijd, T, je weet hoe het werkt.’
‘Je zorgt dat ik alle foto’s gisteren binnen heb, goed? En doe de sectie nu meteen. Ik bedoel…’ Ze deed een poging tot een iets zoetsappiger toontje. ‘… wil je de sectie nu meteen doen?’
‘Ik zet haar boven aan de gastenlijst. Er is nog iets anders… Ruik jij iets?’
‘Alleen jouw parfum. Nieuw geurtje?’
‘Kijk, dat is nou het maffe. Ik heb geen parfum op. Volgens mij komt de geur van het lichaam. En ik zal je vertellen, Taylor, dit zou mijn eerste lekker ruikende lijk zijn, snap je?’
De geur was Taylor inderdaad opgevallen. Ze ademde diep in door haar neus. Ja, alle gebruikelijke stankluchten die bij een dood lichaam hoorden, waren er: de onmiskenbare lijkgeur, de stank van angstzweet, de penetrante lucht van urine en ontlasting. Maar over al deze walmende wonderen lag een pittig zoetgeurend laagje. Een ogenblik dacht ze diep na, gravend in haar geheugen naar waar de geur haar aan deed denken. Het luchtje kwam haar ergens bekend van voor, bijna als… Dat was het!
‘Sam, weet je waar dit naar ruikt? De spa aan de overkant, Essential Therapy. Weet je nog dat ik je een cadeaubon voor een massage gaf voor je verjaardag? Ze hebben daar allemaal van die lotions en zeepjes en geurkaarsen…’
‘Nou je het zegt. Je hebt gelijk. Ze ruikt naar wierook.’ Ze staarde naar het lichaam. ‘Wat als… Oké, een ogenblikje.’ Uit haar koffer haalde ze een dun pincet. Ze boog voorover en begon door het gruis op het lichaam te speuren.
‘Wat doe je?’ Taylor zag Sam een paar stukjes van blaadjes en takjes in een witpapieren zakje doen. Met lichte walging zag ze dat Sam haar neus in het zakje stak en diep snoof. ‘Getver, Sam.’
‘Nee, ruik.’ Sams ogen lichtten op, en Taylor stond op het punt achteruit te deinzen. Maar Sam greep haar hand en hield het zakje onder haar gezicht. ‘Echt, ruik eens.’
Ze trok haar neus op en moest zich vermannen. Dat lichaam zien en het van een metertje afstand ruiken was één ding, maar haar neus steken in de rotzooi die van het lichaam zelf kwam, was ronduit ranzig. Met een vies gezicht pakte ze het zakje aan en snoof. De geur was rokerig en bloemig, niet onaangenaam.
Sams ogen schitterden van opwinding. ‘Dit is geen rommel, Taylor. Dit zijn kruiden. Haar hele lijf is bedekt met kruiden. Wat heeft dat in vredesnaam te betekenen?’
Langzaam schudde Taylor haar hoofd, probeerde dit nieuwe gegeven tot zich door te laten dringen. ‘Geen idee. Kun je vaststellen wat voor kruid het is?’
‘Ja, ik kan een vriend van me op UT in Knoxville ernaar laten kijken. Hij is hoofd van de botanische faculteit en weet hier alles van. Alleen denk ik niet dat het maar één kruidensoort is. De blaadjes hebben allemaal verschillende vormen en afmetingen. O man, dit is te gaaf.’
‘Sam, je bent eng.’ Onwillekeurig moest ze glimlachen. ‘Je houdt te veel van dit werk.’
‘Daarom ben ik er ook goed in. Tim is onze chef Van Snuffelenstein vandaag. Ik laat hem hierheen komen om al dit spul te verzamelen en dan laat ik het z.s.m. door een bezorger naar UT brengen. Weet je, het zou een stuk eenvoudiger zijn als die malloot van een burgemeester ons hielp om ons eigen lab uit te rusten voor dit soort onderzoek. Wat heet, het zou leuk zijn als we zelf toxicologisch onderzoek konden doen.’
Sam bleef nog even binnensmonds door mopperen en stond op, ten teken dat het gesprek ten einde was. Ze gebaarde naar haar team dat het lichaam kon worden weggehaald.
‘Wacht, Sam. Heeft de TR nog iets anders gevonden? Kleren, sieraden?’
‘Nog niet, maar je loopt ze voor de voeten. Het kind heeft genoeg van die zooi op haar lijf om ze voorlopig zoet te houden met het verzamelen ervan. Ga jij anders vast terug en probeer voor me uit te zoeken wie dit meisje is, oké? Jullie moeten deze gast pakken, want als de pers hier eenmaal lucht van krijgt, gaan ze de hele stad de stuipen op het lijf jagen. Het gebeurt niet dagelijks dat ik midden in Centennial Park een lichaam moet ophalen, laat staan voor een geënsceneerde moord. Kijk naar de aasgieren die hier al rondcirkelen.’
Ze gebaarde naar de mediawagens. Daar was het een drukte van belang, de spanning hing bijna tastbaar in de lucht. Technici waren lampen aan het installeren en renden rond bij de eendenvijver, sjouwend met camera’s en draadloze microfoons. De busjes van de nieuwszenders stonden om de hoek. Taylor zag dat Fitz en de uniformagenten moeite hadden om te voorkomen dat verslaggevers onder het lint door doken om hun o zo belangrijke primeurs te krijgen. Er ging niets boven een moord in de ochtend om een hype te creëren.
‘Serieus, Taylor, je weet hoe ze te werk gaan. Ze vinden wel een manier om dit te verdraaien tot een groots complot en alle ouders te waarschuwen om hun dochters thuis te houden totdat jullie de dader hebben gepakt.’ Ze begon te morren. ‘Het zou verdomme verboden moeten worden dat de commissaris ze hun eigen radio’s geeft. Nu zit elke persmuskiet me in mijn nek te hijgen terwijl ik een lichaam onderzoek.’
Taylor sloeg haar blik even neer en gaf haar beste vriendin een zuinig lachje. ‘Nou, lieve schat, misschien doet het je goed te weten dat alle praatjesmakers en hun cameramannen door de ganzenstront moeten baggeren om hun verhalen te halen. Dus Lake Watauga heeft toch zo zijn nut. Bel me zodra je iets hebt.’
Sam schoot in de lach. ‘Ja, ja. Hoepel nou maar op. Je werkt me op de zenuwen.’