Hoofdstuk 36
De donder en bliksem kwamen dichterbij, de regen sloeg tegen de ramen van de afdeling. Het noodweer was onrustbarend; op de afdeling hing de geur van angst.
Price stak zijn hoofd om de deur van zijn kantoor. ‘Strategiebespreking, vergaderzaal, kwartiertje. En denk erom, er kan een tornadoalarm worden afgegeven. Leg jullie spullen klaar voor het geval we naar de kelder moeten verkassen.’
Er klonk gegrom en geritsel. Marcus stopte met typen en logde uit. Lincoln liep een traag rondje door de ruimte, terwijl Fitz zijn aansteker steeds dichter bij zijn noodsigaret aanknipte. Taylor haalde haar laarzen van het bureau, maar stond niet op. Ze verstrakte toen ze Baldwin binnen zag komen, verwaaid en schuldbewust.
Price had Taylor de afdeling op zien stormen, zag haar lichaamstaal omslaan toen Baldwin binnenkwam. Hij wierp een steelse blik op haar, met de gedachte dat ze toch de tijd had gehad om af te koelen over wat haar zo nijdig had gemaakt. Nee, inwendig kookte ze nog steeds, de stoom kwam zowat uit haar oren. Hij zuchtte. Zijn beste rechercheur moest er met haar hoofd bij zijn, honderd procent. Hij had geen tijd voor trammelant binnen de gelederen.
Met opgetrokken wenkbrauwen liep hij naar haar bureau. ‘Alles oké, meis?’
‘Geen wolkje aan de lucht,’ zei ze met een flauw lachje.
‘Haha.’ Onderzoekend keek hij haar aan, wilde iets zeggen, besloot toen het erbij te laten. Ze was een grote meid. Hij hoefde niet voor haar in de bres te springen.
Taylor keek Price’ verdwijnende rug na. Hij had holle ogen, zag er moe uit en was duidelijk net zo geschokt als zijn rechercheurs dat er weer een Vandy-student was verdwenen. Haar geweten speelde op. Hij was een man met het hart op de juiste plaats; ze bewonderde hem. Dus besloot ze zich te vermannen, alweer. Mitchell Price was iemand die ze nooit ofte nimmer teleur wilde stellen.
‘Oké, allemaal,’ riep Price, ‘de pot op met dat kwartier. Laten we nu meteen onze volgende stappen bespreken. We kunnen het hier doen. We hebben een zaak op te lossen. Laten we proberen spijkers met koppen te slaan voordat de storm in alle hevigheid losbarst.’
Nauwelijks was hij uitgesproken of het licht viel uit. Plotseling zaten ze in het donker.
‘De generatoren gaan vanzelf aan, toch?’ In Marcus’ stem klonk een lichte trilling door – een perfecte uitlaatklep voor de spanning. De groep viel terug op het vertrouwde patroon: het afreageren op iemand anders.
Fitz riep: ‘Hé, Marcus, ben je bang in het donker?’
‘Nee, dikke ouwe mafkees, ik vraag alleen of we generatoren hebben voor dit hok.’
Price schoot in de lach, maar verdoezelde het met een kuch. Taylor hield zich echter niet in. Haar gegiechel was aanstekelijk. Ze lagen allemaal in een deuk toen de tornadosirenes afgingen.
Taylor griste een zaklamp uit haar bureaulade. In één klap weer ernstig zei ze kortaf: ‘Iedereen naar de kelder.’ De rest stond op en liep achter haar aan.
Baldwin voelde zich rot. Het was niet zijn bedoeling geweest om ruzie met Taylor te maken, alleen om iets van hulp te bieden. Zij had hém de helpende hand geboden toen hij er geen gat meer in zag. Hij wilde iets terugdoen. Dus was hij halsoverkop achter haar aangegaan, zonder erbij stil te staan of ze wel gediend zou zijn van zijn toenadering. Hij was een volslagen vreemde, die zomaar haar zaak en haar leven binnendrong. Geen wonder dat ze niks met hem te maken wilde hebben. Er bekroop hem een gevoel van vertwijfeling, maar dat drukte hij weg. Zo gemakkelijk kon hij het bijltje er niet bij neergooien, nog niet. Wat hij nodig had – tja, hij wist niet precies wat hij nodig had. Maar het was iets wat alleen Taylor Jackson hem kon geven.
Hij haalde haar in op de trap. ‘Zijn dat de nieuwe tornadosirenes die afgaan?’
‘Ja. Die hebben ze geïnstalleerd nadat het centrum een paar jaar geleden vol werd getroffen. Dit is de eerste keer dat ik ze hoor afgaan. Best heftig, hoor.’
De scherpe toon was uit haar stem verdwenen. Ze had de strijdbijl begraven en reikte hem de hand, die hij dankbaar accepteerde.
‘Inderdaad. Ik hoop dat het vals alarm is.’
Ze installeerden zich in de kelder, beschut tegen de storm die om het gebouw raasde. Taylors stem klonk luid en duidelijk.
‘We kunnen de stand van zaken net zo goed nu doornemen. Dit is wat we hebben. Jill Gates is een derdejaarsstudent aan Vanderbilt. Ze komt uit Huntsville, Alabama; een blondine, net als Shelby en Jordan. Haar ouders hebben haar vanochtend als vermist opgegeven. Ze zeggen dat ze haar al vier dagen niet gesproken hebben. Vier dagen, mensen. Hij kan haar dus ontvoerd hebben voordat hij Shelby vermoordde.’
‘Hoelang was Shelby vermist voordat ze gevonden werd?’ vroeg Baldwin.
Taylor richtte de zaklamp op hem. ‘Drie dagen, voor zover we weten. Haar kamergenoot Vicki zag haar vrijdagavond voor het laatst. We vonden haar lichaam maandagochtend. Als de politie haar zaterdag als vermist had geregistreerd in plaats van ervan uit te gaan dat het een studente was die een weekendje losging, hadden we haar misschien kunnen redden.’
De bitterheid in Taylors stem brak zijn hart. Nu wist hij waarom ze tegen hem was uitgevallen. Ze gaf zichzelf de schuld van al deze ellende. En eindelijk zag hij in hoe hij kon helpen: deze verdomde zaak oplossen en haar zo wat gemoedsrust bezorgen.
‘Laten we proberen een tijdlijn vast te stellen. Wanneer is Jordan volgens Sam vermoord?’
Taylor keek naar haar rechterhand. ‘Fitz?’
‘Schijn me eens bij.’ Hij rommelde wat in zijn papieren en trok het autopsierapport over Jordan Blake eruit. ‘Sam schat dat ze niet langer dan een dag of vijf in het water heeft gelegen.’ Peinzend telde hij op zijn vingers. ‘Als we uitgaan van dat tijdsbestek, kan ze op woensdag of donderdag vermoord zijn en daarna in de rivier gegooid.’
Marcus boog opzij en sloeg de bladzijde om. ‘Dus hij vermoordt Jordan op woensdagavond of donderdagochtend en ontvoert dan Shelby meteen?’
Baldwin begon te knikken. ‘Oké, als het zo gelopen is, vermoordde hij Shelby in de loop van zondagavond en dumpte hij haar bij het Parthenon. Jills ouders geven haar vandaag op als vermist en zeggen dat ze haar al vier dagen niet gesproken hebben. Dat houdt in dat ze haar zaterdag voor het laatst gesproken hebben?’
‘Ja, volgens de melding wel. Dat betekent dat hij Jill ontvoerde voordat hij Shelby vermoordde.’ Taylor kreeg het benauwd. ‘Dan kan er dus elk moment een nieuw lijk opduiken, hè?’
Baldwin zat vlak naast Taylor in de donkere ruimte. Hij gaf haar een, naar hij hoopte, bemoedigend lachje. ‘Niet per se. Geef de moed niet meteen op. Wat weten we nog meer over Jill?’
‘Ik had Jills ouders aan de telefoon vlak voordat we hier ons kamp moesten opslaan,’ zei Lincoln. ‘Ze komen hierheen. Ze zijn volkomen overstuur, uiteraard.’
‘Hadden ze verder nog informatie?’
‘Ze zeiden dat ze een vriend had, maar hebben geen idee wie het zou kunnen zijn. Over dat soort dingen sprak ze nooit met haar ouders. Ze zeiden wel dat ze de laatste tijd heel geheimzinnig deed. Ze kwam niet naar huis tijdens de herfstvakantie, vertelde hun dat ze op de campus bleef om zich voor te bereiden op examens. Ze belden haar die zaterdag, maar ze had haast en kapte het gesprek snel af. Ze stond op het punt met iemand uit eten te gaan. Dat was de laatste keer dat ze haar spraken.’
‘Goed, dat is goed. Taylor, zei jij niet dat je vermoedde dat Shelby een vriendje had, maar dat haar kamergenoot je daar niets over wilde vertellen?’
‘Ja, ik had de indruk dat ze iets voor me achterhield. Gezien Shelby’s achtergrond, dacht ik dat het een geheime relatie zou kunnen zijn.’
Nu pas nam Price het woord. ‘En we weten zeker dat Jordan, al dan niet vrijwillig, seks met iemand had. Dat blijkt uit haar zwangerschap. Als Jill Gates ook een geheime minnaar had, dan komen we ergens.’
Marcus en Fitz zeiden het tegelijkertijd: ‘Zelfde vriendje.’
Baldwin glimlachte hen breed toe. ‘Zelfde vriendje. Als we hem vinden, vinden we misschien ook de moordenaar.’