Hoofdstuk 28
Baldwin schoot verrast overeind. Doordat het ijskompres daarbij hard tegen zijn wang sloeg, kromp hij van de pijn. Langzaam zakte hij weer achterover. ‘Akoniet? Ze waren vergiftigd met akoniet?’
Taylor was blij om te zien dat ze zijn belangstelling had gewekt, dat de rechercheur in hem tot leven kwam. Voorlopig althans. ‘Ja. Het viel Sam op dat bij beide meisjes een hoog alkaloïdegehalte werd aangetroffen in de monsters van de nieren en lever. Dus liet ze die door haar vriend testen op de aanwezigheid van vergif. Er bleek sprake te zijn van akoniet in fatale doses. Wat een manier om te sterven, hè?’
‘Wat doet akoniet precies in het menselijk lichaam?’
‘Dat is het slechte nieuws. Volgens Sams stoomcursus legt dat spul het centraal zenuwstelsel lam. Overgeven, opvliegers, wazig zicht, droge mond, lage lichaamstemperatuur. Ernstig branderig gevoel in de mond – tong, lippen en keel. Veroorzaakt ook verlammingsverschijnselen en intense pijn. Het kan wel zes uur geduurd hebben voordat de dood intrad. Geen aangename dood. Sam bevestigde ook dat Jordan dezelfde kruiden op haar lichaam had als Shelby. Ze heeft laten uitzoeken wat voor kruiden het zijn. Het is een mengelmoesje.’ Ze haalde haar notitieboekje uit haar jaszak.
Nu pas viel Baldwin op dat ze haar suède jas nog steeds aanhad; hij nam aan dat ze het inmiddels bloedheet moest hebben. ‘Doe je jas uit en blijf een poosje.’
‘Ha.’ Ze aarzelde een ogenblik, trok toen haar jas uit, mikte die over de rugleuning van de stoel en ging zitten. Ze dreunde het lijstje op. ‘Rozemarijn, salie, sandelhout, basilicum, bergamot, laurier, witte salie, anijs, kamille, klaver, venkel en lavendel. Ze kunnen allemaal in de tuin gekweekt worden, maar zijn ook op talloze plekken te koop.’
‘En akoniet? Kan dat gekweekt of gekocht worden?’
‘Allebei. Sam heeft het door een van haar mannen laten opzoeken op internet. Er zijn duizend en één websites die het verkopen, en iedereen kan het gewoon in zijn achtertuin kweken.’
‘Dus misschien hebben we met een of andere tuinier te maken.’
‘Sam ontdekte ook dat al deze kruiden voor specifieke doelen worden gebruikt. De wicca-websites geven een hoop informatie over wat wanneer gebruikt moet worden, voor ceremonieën, riten, feestdagen, begrafenissen.’ Het laatste woord sprak ze luchtig uit.
Baldwin trok een wenkbrauw op. ‘Wicca-begrafenisrituelen, hm? Of het kan een soort cultus zijn. Kruiden en gif. Denk je dat de vindplaats van het meisje bij het Parthenon hier iets mee te maken heeft?’
‘O ja, absoluut. We zullen grondig onderzoek moeten doen naar de toepassingen van het gif, kijken of er iets is wat het in verband brengt met de locatie. Ik weet niet wat het verband is, maar het is te gestoord om geen onderdeel van het patroon te zijn.’
‘En Jordan had het gif ook in haar lijf?’
‘Ja. De doodsoorzaak waren de steekwonden in haar hart, maar ze had het akoniet binnen gekregen vóór de doodsteek.’
‘Misschien werkte het niet snel genoeg en stak hij haar om van d’r af te zijn?’
‘Zou kunnen.’
‘En hoe ga je nu verder?’
Koeltjes keek ze hem aan. ‘Dat weet ik niet, Baldwin. Daarom kwam ik vanavond hierheen. Ik hoopte dat jij zoiets misschien eerder had gezien, want ik in elk geval niet. Dat jij ons misschien zou willen helpen uitzoeken wat het allemaal betekent. Ons zou willen helpen deze smeerlap op te sporen voordat hij weer een meisje vermoordt.’
Baldwin staarde voor zich uit. ‘Offeren. Niet vermoorden. Hij offert ze. De vraag is waarom.’
Aha, nu had ze hem. Die blik kende ze. Iemand die een theorie had, een vaag idee, kreeg die wezenloze blik van geheel in gedachten verzonken zijn. Dat had ze zelf vaak genoeg meegemaakt om het te herkennen. Ze besloot de kans te wagen.
‘Dus, ben je van de partij?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Wat?’
‘Ik vroeg: ben je van de partij?’
Hij probeerde haar recht in de ogen te kijken, maar kon het niet opbrengen. Deze vrouw was getuige geweest van de grootste wanhoopsdaad in zijn leven – en had hem in feite tegen zichzelf beschermd. Zou hij in staat zijn dag in, dag uit met haar samen te werken om een psychopaat op te sporen? Zou zij in staat zijn om met hem samen te werken, nu ze wist dat hij bepaald niet stabiel was?
Met moeite richtte hij zijn ogen op de hare. ‘Ik ben van de partij.’