Proloog

 

 

 

Voor de tiende keer in tien minuten pakte Taylor haar telefoon op. Ze drukte op de nummerherhalingstoets, hoorde het toestel kiezen en overgaan, verbrak toen de verbinding en legde de telefoon weer in haar schoot. Zodra ze dit telefoontje pleegde, was er geen weg terug. Gelijk hebben zou haar bepaald geen sterrenstatus opleveren. En als ze het mis had – tja, ze wilde niet eens denken aan wat er dan kon gebeuren. Het kwijtraken van haar baan zou nog maar het begin van de ellende zijn.

Of ze het nu deed of niet, de gebeten hond was ze sowieso.

Ze legde de telefoon op de pooltafel en liep de trap af tussen bovenetage en begane grond van haar huisje. In de keuken trok ze de koelkast open om er een cola light uit te pakken. Ze lachte in zichzelf. Alsof meer cafeïne haar de moed zou geven om het telefoontje te plegen. Dan kon ze beter een whisky puur nemen. Dat werkte in films altijd.

Ze trok het blikje open en tuurde uit het keukenraam. Het was al uren donker – het maanloze, inktzwarte duister buiten het raam ondoordringbaar – maar over een uurtje zou het beginnen te dagen. Dan zou ze een besluit moeten nemen.

Ze wendde zich van het raam af en hoorde een harde knal. De lichten gingen uit. Ze schrok zich rot, giechelde toen zenuwachtig, een hand op haar borst om de hartkloppingen tot bedaren te brengen. Doe even normaal, dacht ze. Het licht valt om de haverklap uit. Er waren monteurs van het Nashville Energiebedrijf op de hoek bezig toen je naar huis reed; die zullen wel iets fout hebben gedaan met de kabel waardoor kortsluiting is ontstaan. Het gebeurt elke keer wanneer de NE werkzaamheden aan het netwerk uitvoert. Dus stel je niet aan. Je bent een volwassen vrouw. Je bent niet bang in het donker.

Ze grabbelde in haar rommellaatje naar een zaklamp. En vloekte zachtjes toen ze met haar duim op het knopje drukte en hij niet aanging. Batterijen, waar lagen de batterijen?

Weer een geluid, heel anders nu. Ze was op slag op haar hoede, al haar zintuigen op scherp. Ze spitste haar oren of ze het nog een keer hoorde. Ja, daar was het. Een zacht schrapen bij de veranda aan de achterkant. Na een keer diep inademen schoof ze zijdelings de keuken uit, dicht langs de muur, en sloop geruisloos naar de achterdeur. Haar hand bewoog naar haar zij en trof daar niks aan. Verdomme. Ze had haar wapen boven laten liggen.

Het gerinkel van glas deed haar verstijven. Als bevroren bleef ze staan. Een van de openslaande deuren naar de achtertuin was ingetikt. Het was te laat om naar boven te gaan en het wapen te pakken. Ze zou dwars door de woonkamer moeten lopen om bij de trap te komen. Degene die net bij haar had ingebroken, ging haar heus niet rustig langs laten kuieren. Dus begon ze voorzichtig terug te sluipen naar de keuken, met ingehouden adem, alsof dat hielp om geen geluid te maken.

Ze zag de vuist niet, voelde hem alleen tegen haar kaak beuken. Tranen sprongen haar in de ogen, en voordat ze kon reageren, trof de vuist haar opnieuw. Ze tolde in de rondte en sloeg met haar gezicht tegen de muur. De klap stootte alle lucht uit haar longen. Haar tanden drongen in haar lip; ze proefde bloed. De inbreker greep haar vast toen ze langs de muur in elkaar zakte. Rukte haar overeind en klemde zijn handen om haar hals, als een bankschroef.

Nu ze wist waar haar belager zich bevond, vocht ze terug met alles wat ze in zich had. Ze probeerde zich los te worstelen, maar besefte al snel dat het weinig uithaalde. Hij was sterker dan zij, groter dan zij. En hij was hier om haar te vermoorden.

Ze liet zich volkomen slap tegen hem aan vallen, verraste hem met het plotselinge gewicht. In een reflex liet hij een hand los, en van dat moment maakte ze gebruik door zich vliegensvlug om te draaien en hem uit alle macht weg te duwen. Er ontstond een beetje ruimte tussen hen, waardoor ze uit zijn greep los kon komen. Ze stoof weg, maar knalde tegen de leistenen bijzettafel op. Meteen dook hij boven op haar. Al worstelend belandden ze in de woonkamer. Intussen draaiden haar hersenen op volle toeren. Ze wist opnieuw weg te komen.

Haar belager stormde op haar af. Ze gebruikte de robuuste bijzettafel om zich schrap te zetten en haalde met haar linkerarm uit in een perfecte linkse directe, iets lager gericht dan waar ze vermoedde dat zijn kin zat. Het was een voltreffer – ze hoorde hem grommen van de pijn. Voldaan spuugde ze een klodder bloed uit, liet de stoot volgen door een trap in zijn maag en hoorde hoe de lucht uit zijn longen werd geperst. Hij viel hard tegen de muur. Meteen draaide ze weg en holde naar de trap. Hij sprong op om haar te grijpen, maar ze was hem te vlug af. Ze vloog de trap op en rende om de hoek de gang door toen haar belager de overloop bereikte. Haar wapen zat in het holster, op de boekenplank naast de pooltafel. Daar had ze het laten liggen toen ze naar beneden was gegaan om iets te drinken. Ze begon achteloos te worden. Ze had dat ding nooit van haar heup moeten halen. Met alles wat er speelde, had ze er niet klakkeloos vanuit moeten gaan dat ze in haar eigen huis veilig was.

Haar hand sloot zich om de kolf. Ze trok de Glock uit het holster, draaide zich pijlsnel om naar de deuropening toen de man binnen kwam stormen. Ze dacht geen moment na over de gevolgen, reageerde instinctmatig. Haar hand kwam omhoog en ze raakte hem precies tussen zijn ogen. Door zijn vaart schoot hij nog een paar passen naar voren. Hij was slechts anderhalve meter bij haar vandaan, ogen levenloos zwart, toen hij met een doffe dreun tegen de grond ging.

Ze hoorde haar eigen hijgende ademhaling. Ze proefde bloed en bracht een gekneusde hand naar haar gezicht om voorzichtig aan haar lippen en tanden te voelen. Die klootzak had haar vol op haar kaak geraakt waardoor twee kiezen loszaten. De adrenalinestoot ebde weg. Ze zakte in elkaar naast het levenloze lichaam. Misschien was ze zelfs wel even in slaap gevallen.

Door het kloppen in haar kaak kwam ze weer bij. Het begon licht te worden, voldoende om de afschuwelijke nachtmerrie zichtbaar te maken. De kat zat haar vanaf de pooltafel nieuwsgierig aan te kijken.

Ze stond op en nam het tafereel in ogenschouw. De man was neergezegen op de vloer van haar recreatieruimte en lekte langzaam bloed op haar berbertapijt. Ze tuurde naar de vlek.

‘Het wordt verrekte lastig om die eruit te krijgen.’

Ze schudde haar hoofd om de mist te verdrijven. Wat een idiote opmerking. Shock, ze moest in shocktoestand zijn geraakt. Hoelang hadden ze gevochten? Was het vijf minuten geweest? Een halfuur? Ze had het gevoel alsof ze dagen met hem geknokt had; ze was kapot, haar lijf deed zeer. En dan telde ze de bloedkorsten rond haar mond niet eens mee. Ze bracht een hand naar haar gezicht. Of haar neus.

Opnieuw bekeek ze de man. Hij lag op zijn buik en helde iets over naar een kant. Ze schoof haar tenen onder zijn rechterarm en rolde hem met haar voet om. Het schot was loepzuiver geweest; ze zag een keurige ingangswond in zijn voorhoofd. Uit gewoonte drukte ze haar vingers op zijn halsslagader, maar hij had geen hartslag meer. Hij was morsdood.

‘O, David,’ zei ze. ‘Jij stomme idioot. Kijk nou waartoe je me gedwongen hebt.’

Nu ging de pleuris absoluut uitbreken. Het was tijd om het telefoontje te plegen.

Openbaring - Een Taylor Jackson-thriller
CoverPage.xhtml
Bee.xhtml
section-0001.xhtml
section-0002.xhtml
section-0003.xhtml
section-0004.xhtml
section-0005.xhtml
section-0006.xhtml
section-0007.xhtml
section-0008.xhtml
section-0009.xhtml
section-0010.xhtml
section-0011.xhtml
section-0012.xhtml
section-0013.xhtml
section-0014.xhtml
section-0015.xhtml
section-0016.xhtml
section-0017.xhtml
section-0018.xhtml
section-0019.xhtml
section-0020.xhtml
section-0021.xhtml
section-0022.xhtml
section-0023.xhtml
section-0024.xhtml
section-0025.xhtml
section-0026.xhtml
section-0027.xhtml
section-0028.xhtml
section-0029.xhtml
section-0030.xhtml
section-0031.xhtml
section-0032.xhtml
section-0033.xhtml
section-0034.xhtml
section-0035.xhtml
section-0036.xhtml
section-0037.xhtml
section-0038.xhtml
section-0039.xhtml
section-0040.xhtml
section-0041.xhtml
section-0042.xhtml
section-0043.xhtml
section-0044.xhtml
section-0045.xhtml
section-0046.xhtml
section-0047.xhtml
section-0048.xhtml
section-0049.xhtml
section-0050.xhtml
section-0051.xhtml
section-0052.xhtml
section-0053.xhtml
section-0054.xhtml
section-0055.xhtml
section-0056.xhtml
section-0057.xhtml
section-0058.xhtml
section-0059.xhtml
section-0060.xhtml
section-0061.xhtml
section-0062.xhtml
section-0063.xhtml
section-0064.xhtml
section-0065.xhtml
section-0066.xhtml
section-0067.xhtml
section-0068.xhtml
section-0069.xhtml
section-0070.xhtml
section-0071.xhtml
section-0072.xhtml
section-0073.xhtml
section-0074.xhtml
section-0075.xhtml
section-0076.xhtml
section-0077.xhtml
section-0078.xhtml
section-0079.xhtml
section-0080.xhtml
section-0081.xhtml
section-0082.xhtml
section-0083.xhtml
section-0084.xhtml
section-0085.xhtml
section-0086.xhtml
section-0087.xhtml
section-0088.xhtml
section-0089.xhtml
section-0090.xhtml