Hoofdstuk 17
Taylor en Marcus namen de vertrouwde route naar Vanderbilts administratiekantoor. Commandant Graber was nergens te bekennen. Dat vond Taylor niet erg. Ze troffen een mollige, oma-achtige vrouw met een paraplu van doorzichtig plastic, die net de deur op slot draaide om weg te gaan.
‘Neem me niet kwalijk. Ik ben inspecteur Jackson en dit is rechercheur Wade –’
‘Rechercheur Wade. Ik heb u gisteren gezien. Ik ben Gladys Thornton.’ Ze schonk Marcus een vriendelijke, warme glimlach. Die kuchte en keek naar de grond. ‘U was hier in verband met Shelby Kincaid. Ik zag u praten met commandant Graber, vlak nadat hij de gegevens van het Kincaid-meisje was komen halen. Ik hoorde er meer over op het nieuws. Arm kind.’
‘Ja, ma’am, het is vreselijk. We moeten u echter om een gunst vragen. Zou u ons binnen willen laten en een ander dossier voor ons willen opzoeken? Ik beloof dat het niet lang zal duren.’
‘Nou, ik heb over een uurtje mijn boekenclub. Als u het kort kunt houden?’ Op Taylors knikje draaide Gladys de deur weer van het slot, gemoedelijk babbelend ondanks haar haast. ‘Heeft u Middlesex gelezen? Ik kom er maar niet doorheen. Ik geneer me eigenlijk. Ze zullen me vast allemaal een oen vinden, maar het kon me gewoon niet boeien. Die dikke boeken…’
Taylor glimlachte naar Marcus en liet de vrouw doorratelen terwijl ze hun voorging naar het kantoor. Misschien hadden ze mazzel en zou ze te verstrooid zijn om zich af te vragen waarom ze een ander dossier nodig hadden. Het nieuws over Jordan Blakes dood was nog niet bekend; ze moesten op hun tellen passen.
‘Welk dossier zei u dat u nodig had?’
Nu pas deed Marcus zijn mond open. ‘Eh, dat hadden we inderdaad nog niet gezegd. Maar het gaat om Jordan Blakes dossier.’
Gladys bleef staan. ‘Jordan Blake,’ zei ze misprijzend. ‘Heeft u een gerechtelijk bevel voor de gegevens?’
Marcus hield het document met de blauwe achterkant naar haar op.
‘Eigenlijk hoort u dat eerst af te geven op het bestuurskantoor. Maar goed, aangezien commandant Graber de verantwoording op zich nam voor de vorige, zal hij dat voor deze ook wel doen. Hij weet dat u hier bent?’
Enigszins ongemakkelijk wipte Taylor van de ene op de andere voet en hing een leugentje om bestwil op. ‘Eh, nee, ma’am. Ik kon hem niet bereiken voordat we hierheen gingen. Misschien is hij al naar huis.’
Gladys klakte met haar tong. ‘Die arme man. Hij heeft vreselijk last van dat been. Laat het gerechtelijk bevel maar bij mij, dan zorg ik dat het allemaal in orde komt. Jordan Blake. Hemeltjelief. Heeft zij het Kincaid-meisje vermoord?’
Taylor verstijfde. ‘Hoe komt u daarbij, ma’am?’
Gladys scharrelde door het kantoor als een bij op zoek naar honing. Daarbij lachte ze de hele tijd over haar schouder naar Marcus. ‘O, het Blake-meisje, dat is een rotte appel, als je het mij vraagt.’
Bingo, dacht Taylor. Momenteel waren ook roddels meer dan welkom. Dus leunde ze vertrouwelijk voorover om de vrouw zodanig op haar gemak te stellen dat ze uit de school zou klappen. ‘Echt? Kun je me vertellen waarom, Gladys?’
‘Wel.’ Ze richtte haar verontwaardigde woorden tot Marcus. ‘Jordan is vanaf dag één al een lastpak. Werkt zich voortdurend in de nesten. Dronken achter het stuur, wilde feesten, spijbelen. Dit semester is ze weer voorwaardelijk toegelaten. Als ik decaan was, had ik haar er lang geleden al afgetrapt.’
‘Waarom heeft hij dat niet gedaan?’
‘Nogal wiedes, omdat ze een Blake is, lieve schat. Jordan is Gregory Blakes dochter.’
Marcus keek uitdrukkingsloos, maar Taylor ging ineens een lichtje op. Inwendig gaf ze zichzelf op haar kop dat ze het niet eerder door had gehad. De familie Blake was een van de grootste weldoeners van Vanderbilt. Gregory Blake was een megasuccesvolle olieman uit Texas die hier rechten had gestudeerd. Hij had bakken geld verdiend en wilde iets terugdoen. Hij had zijn best gedaan om zijn naam op Vanderbilts nieuwe bibliotheek te krijgen, maar die eer was Alexander Heard en zijn vrouw Jean te beurt gevallen. Heard was het voormalig hoofd van de universiteit en had veel meer invloed dan de olieman uit Texas.
Nu vielen de puzzelstukjes op hun plaats. Het land uit, geen contact met hun erop los levende kind, er geld tegenaan gooien in plaats van iets aan de situatie te doen. Het werd koorddansen om te zorgen dat dit niet volledig uit de klauwen liep.
Taylor greep Marcus’ hand om te voorkomen dat hij nog iets zou zeggen. Gladys was hun voorgegaan naar het archief en rommelde nu door de kast met het opschrift B-2006. Studenten die in 2006 zouden afstuderen en uitvliegen. Jongens en meisjes klaar om de wereld in te trekken, onwetend en onervaren. Onschuldig. Ze voelde het oude, vertrouwde gevoel van nutteloosheid de kop weer opsteken, maar zette het resoluut van zich af.
Gladys praatte nog steeds. ‘Dus die meid heeft zich weer problemen op de hals gehaald? Het zou me niet verbazen als ze met de verkeerde lui omgaat, lui die het Kincaid-meisje kwaad zouden kunnen doen. Ik zweer het, een dezer dagen loopt het echt verkeerd met haar af. Zo jammer, want het is een slimme meid. Als ze haar best maar eens deed… Hier is het dossier.’ Ze keek op haar horloge. ‘O, hemeltje, ik moet echt afsluiten en naar mijn boekenclub. Het verkeer is zo’n ramp in de regen. Nemen jullie het anders maar mee. Dan kunnen jullie het morgenochtend terugbrengen. Leg het bevelschrift maar op mijn bureau. Dat handel ik morgen ook wel af.’
Al pratend werkte ze hen de deur uit en sloot achter hen af. ‘Tot morgenochtend.’ Na nog een glimlach naar Marcus liep ze haastig weg, zachtjes in zichzelf neuriënd.
Marcus was nog steeds sprakeloos. Taylor begon te lachen en kon toen niet meer ophouden. De lachstuip werkte aanstekelijk – uiteindelijk zaten ze allebei op de treden van het gebouw naar adem te happen. De regen was overgegaan in een miezerige mist, en het overhangende dak van het barokke gebouw bood hun voldoende beschutting. Omdat ze toch droog zaten, graaide Taylor in haar zak en haalde er een verkreukeld pakje Camel Light uit. Ze bood Marcus er een aan, die hem schaapachtig aannam. ‘Je hebt een slechte invloed.’
‘Als het hele team niet had besloten om in één keer te stoppen, zou het veel makkelijker zijn om te sjoemelen.’
Ze staken een sigaret op, zaten eventjes gemoedelijk te roken, zonder te praten, verzonken in hun eigen theorieën over Jordan Blake. Zonder enige aanleiding barstte Taylor weer in lachen uit. Ze stond op en liep proestend naar de auto, terwijl Marcus langzaam volgde, ongevoelig voor de regen.
‘Oké, knul. Laten we met een paar klasgenoten van Jordan gaan praten. Eén tel, ik moet mijn telefoon pakken. Die heb ik in de auto laten liggen.’
Dan Franklin had een bericht ingesproken terwijl zij bij Gladys binnen waren. De persconferentie was over een uur.
In één klap was de lacherige stemming over. Daar zat ze nou net op te wachten – om weer voor de camera’s te verschijnen.