Hoofdstuk 63
Een uur later stond Sam te turen naar Mary Margaret de Rossi’s röntgenfoto’s van vóór haar dood op het beeldscherm. In gedachten zag ze de ouders van het arme kind al voor zich, gezeten in de wachtkamer bij haar op kantoor, wachtend tot ze de papieren moesten invullen. Er was geen reden om hun het lichaam te laten zien; het was onherkenbaar verbrand, en Sam wilde niet dat dát het beeld van hun dochter was dat hun bij zou blijven.
Mary Margarets ouders hadden Taylor het treurige verhaal van hun weggelopen dochter verteld. Kort geleden hadden ze pas ontdekt dat ze nog leefde en in Nashville woonde. Ze waren zo trots dat ze haar leven op de rails had gekregen. Ze was afgekickt, volgde een opleiding en had op eigen kracht haar plek in de maatschappij gevonden. Zij hadden haar vergeven, en zij hen.
Toen ze jaren eerder ineens spoorloos verdwenen was, wisten ze niet dat ze gewoon van huis was weggelopen. Ze hadden haar als vermist opgegeven bij de politie van Atlanta. Het politieonderzoek leverde niets op. Vanwege haar leeftijd en achtergrond beschouwden ze het als een gevalletje weggelopen kind en staakten het onderzoek. Maar ongeveer een jaar geleden had een jonge rechercheur contact met hen opgenomen. Hij was bezig alle gevallen van vermiste personen van de afgelopen tien jaar door te nemen, en vroeg of ze nog steeds op zoek waren naar hun dochter. Toen ze meldden dat ze nog altijd niet wisten waar ze was en of ze nog leefde of dood was, raadde de jonge agent hun aan haar gebitsgegevens op te sturen, zodat hij die in zijn nieuwe database kon invoeren. Hij had hen gewaarschuwd dat de kans klein was dat het een match zou opleveren, maar wilde een poging wagen.
Hij werd een stuk positiever toen hij vernam wat er allemaal aan haar gebit was gedaan. Een beugel in haar jeugd had een brede spleet tussen haar voortanden niet helemaal verholpen, dus hadden haar ouders nog meer geld uitgegeven, tienduizend dollar, om plaatjes te laten plaatsen. Zelfs zij vonden dat hun dochter daardoor van een lelijk eendje in een elegante zwaan veranderde. De rechercheur was ervan overtuigd dat door het werk aan haar gebit haar röntgenfoto’s eruit zouden springen, en dus een grotere kans op een match gaven, mocht haar lichaam ooit worden gevonden.
Toen Mary Margaret na verloop van tijd zelf contact met haar familie opnam, hadden ze vergeten aan de rechercheur door te geven dat ze terecht was. De gegevens bevonden zich ergens in de krochten van het systeem, totdat Lincoln ze boven water haalde.
Sam gebruikte de foto’s uit de database om haar identiteit definitief vast te stellen. De plaatjes gaven de doorslag. Op de vroege foto’s was de spleet tussen de tanden van het meisje duidelijk te zien. De gegevens kwamen honderd procent overeen.
Naar aanleiding van de informatie van Mary Margarets geschokte ouders had Lincoln naar Aquinas gebeld en een van de nonnen gesproken, die een hechte band met haar had gehad.
Zuster Agatha klonk alsof ze honderd jaar oud was, maar ondanks haar beverige stem leek ze helemaal bij de pinken. Zodra Lincoln haar vertelde waarom hij belde, kreeg de non het te kwaad. Op de achtergrond hoorde hij haar de rozenkrans bidden. Uiteindelijk bedaarde ze en verontschuldigde ze zich.
‘Ik vind het zo erg voor dat arme kind. Volgens mij had ze een zwaar leven achter de rug. Daar weet ik niet veel van. Ze kwam over als een jong meisje dat méér van de wereld had gezien dan goed voor haar was. Maar ze was ontzettend lief en ze studeerde heel hard.’
‘U zegt dat u niet veel van haar verleden weet. Kunt u me vertellen wat u wel weet? Haar ouders proberen het beeld compleet te krijgen.’
‘Uiteraard. Ze kwam bij ons via de Zusters van het Verbond in Colorado. Fantastische vrouwen, ze bestieren daar een klein ziekenhuis in de bergen. Eens even kijken hoor, ik heb haar dossier hier voor me liggen. Ze haalde alleen maar hoge cijfers, het arme schaap. Had nog een zwaar vakkenpakket ook, en werkte in het studiecentrum. Mijn hemel, hier staat dat ze vorig semester ook nog college liep op Vanderbilt. Zo hard deed ze haar best. O, dit wordt me echt te veel.’
Lincolns hart begon sneller te kloppen. Hij gebaarde naar Taylor en schreef op zijn kladblok: MM liep college op Vandy vorig sem.
Taylor tikte met haar knokkels op het bureau. Daar was het. Daar was het verband tussen de meiden.
Lincoln richtte zijn aandacht weer op de bejaarde non. Een deel van wat ze vertelde had hij gemist, maar hij ving nog net een naam op. ‘Neem me niet kwalijk, zuster, kunt u dat nog eens zeggen?’
‘U moet beter opletten, jongeman,’ reageerde ze. Lincoln kreeg meteen een visioen van een kromme, bejaarde non die een klap met een liniaal op zijn hand gaf, en hij schoot haast hardop in de lach. ‘Ik zei dat er volgens mij niemand anders is hier met wie ze een heel hechte band had, maar ze was wel vaak te vinden bij die priester die is omgekomen. Zo’n aardige man, zo’n verlies voor de kerk. We hebben tegenwoordig grote moeite om jongere mensen te krijgen. Jongens willen geen priester meer worden. Maar ik dwaal af. Ze was bevriend met hem. Met pater Xavier. Ze brachten vrij veel tijd met elkaar door. Ik geloof dat hij haar privéles gaf in Latijn. Ze wilde de Latijnse mis bijwonen, ziet u. Zo’n bewonderenswaardig meisje.’
‘Hartelijk dank voor uw tijd, zuster. Ik moet het gesprek nu helaas afronden.’
‘God zegene en behoede u.’ Ze hing op voordat hij nog iets kon zeggen.
Hij draaide zich om naar Taylor, die ongeduldig met haar vingers op de archiefkast stond te trommelen. ‘Ik heb nóg een nieuwtje voor je.’
‘O ja? Als het even goed is als je vorige, ga ik je zoenen.’
‘O, lieve schat. Kom dan maar gauw hier en begin je lippen vast te tuiten. Raad eens bij wie Mary Margaret de godganse tijd zat?’
‘Nou?’
‘Pater Xavier.’
Taylor begon te grijnzen. ‘Verdomd goed gedaan, Lincoln. Kom hier.’ Ze greep hem vast en gaf hem een dikke klapzoen, waarna ze de gang op rende en om Baldwin riep.