Hoofdstuk 23
Taylor ging in de leeggekomen stoel zitten, frunnikend aan haar haar. ‘Price, wie is dat in godsnaam?’
‘Dat, lieve schat, was een van de meest getalenteerde profilers die de FBI ooit heeft gehad. De man is een grootheid, was dat althans. Afgestudeerd in geneeskunde aan Johns Hopkins, doctortitels in psychologie en criminologie, meester in de rechten, het hoogste oplossingspercentage in onze tak van sport. Er gaan geruchten dat hij paranormaal begaafd is, als je dat soort flauwekul wilt geloven. Maar onze brave doctor maakt momenteel zware tijden door.’
‘Dat is zwak uitgedrukt. Hij ziet eruit of hij alle kroegen heeft afgeschuimd.’
Price trok zijn wenkbrauwen op en zuchtte. ‘Tja, nou ja, voor zover ik weet is dat ook zo.’
‘Wat doet hij hier dan? Zo te zien is hij niet in staat om een dossier door te lezen zonder er met zijn neus bovenop in slaap te storten.’
‘Hij heeft een halfjaar geleden iets naars meegemaakt. Kapte met het veldwerk, kapte daarna helemaal bij de FBI. Sindsdien zit hij als een soort kluizenaar hier in Nashville. Zijn baas gaf hem de ruimte om een en ander te verwerken, maar vindt het nu tijd dat hij weer eens zijn partijtje meeblaast.’
Taylor schudde haar hoofd al. ‘Niet in míjn zaak. Ik zit niet te wachten op een afgeleefd drankorgel dat achter ons aan hobbelt, ons voor de voeten loopt of ertussenuit knijpt voor een borrel terwijl wij het werk doen.’
Price vouwde zijn handen onder zijn kin, ellebogen op het bureau. ‘Ik begrijp je bedenkingen, echt. Maar dit is een bijzonder geval om een oude vriend tegemoet te komen. Baldwin is een goede agent. En hoewel hij er momenteel niet uitziet, kan ik je verzekeren dat hij geen blok aan het been zal zijn.’
‘Dat kun je me verzekeren, hm? Ik weet niet of dit wel zo’n goed idee is, baas. Waarom gaat hij niet gewoon terug naar Quantico om zich daar te begraven?’
‘Dat wil hij niet. Ze hebben hem een tijdlang gesmeekt terug te komen. Hij poeierde ze keer op keer af. Garrett Woods – mijn vriend, zijn baas – vindt dat hij hoognodig weer aan de slag moet. En hij denkt dat als we hem hier inzetten als consultant, dat de beste manier is om hem uit zijn dip te halen.’
‘Dip? Ik ben eerder geneigd het een klinische depressie te noemen.’
‘Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben. En als dat het geval is, kan werken hem alleen maar goed doen. We gooien hem hiermee een reddingsboei toe, Taylor. Denk niet dat hij het niet weet. Hij mag dan een wrak zijn, maar hij heeft nog wel een greintje trots. Geef hem de dossiers en laat hem ze doornemen. Moedig hem aan met ideeën te komen. Je hoeft van mij geen babysitter te spelen. We kunnen hem de reddingsboei toegooien, maar als hij die niet grijpt, is het niet onze fout. Gesnopen?’
Bij wijze van stil protest zuchtte ze geërgerd. ‘Gesnopen.’ Daarna viel ze even stil. ‘Dit heeft toch niets te maken met de zaak-Martin, hè? Toezicht totdat de rest terechtstaat?’
Verbluft keek Price haar aan. ‘Nee, hoe kom je dáár nou bij?’
‘Ik wil gewoon niet dat er onduidelijkheid ontstaat. Binnen het team, bedoel ik.’
Hij glimlachte vriendelijk. ‘Ik snap het. Nee, we kunnen natuurlijk niet hebben dat het overkomt alsof je op een of andere manier ondermijnd wordt. Maak je niet druk. Ik zal zorgen dat iedereen weet dat dit een vriendendienst van mij is. Niemand zal denken dat hij erbij wordt gehaald om jou op je vingers te kijken.’
Ze wuifde de opmerkingen weg, gegeneerd dat ze er überhaupt over begonnen was. Op een dag zou ze ophouden te denken dat iedereen, zelfs haar felste medestanders, zoals Price, haar het schietincident verweet.
‘Ik vroeg het alleen maar. Vergeet het.’
‘Taylor, ik weet dat het momenteel niet makkelijk voor je is. Wees er gerust op dat je de juiste keuze hebt gemaakt. Ik zou je niet in mijn team willen hebben als ik dat niet vond.’
Ze bloosde. Het was verbazingwekkend hoe goed Price haar gedachten kon lezen.
‘Terug naar Baldwin – wat is precies het probleem waardoor hij er nu zo aan toe is?’ vroeg ze.
Aarzelend keek Price het kleine kantoortje rond. Uiteindelijk zei hij: ‘Luister, Taylor, ik vind dat het aan hem is om je dat te vertellen. Misschien doet hij het, misschien ook niet, dus ik zou er niet op aandringen.’
‘En de jongens? Wat moet ik tegen ze zeggen?’
‘Dat we vereerd zijn om een van toppers van de FBI in ons team te hebben.’
‘O, kom nou toch, Price. Wil je echt dat dat ik tegenover hen komedie ga spelen? Ze zullen gauw genoeg in de gaten hebben dat die gast op het randje balanceert. Het zijn agenten – ze hebben het vaker gezien.’
‘Ja, maar onderschat ze niet. Ze zijn zachtaardiger dan jij.’
Met moeite perste ze er een glimlachje uit. ‘Goh, bedankt. Het aardigste compliment dat ik deze week zal krijgen. Koud, harteloos kreng, dat ben ik ten voeten uit.’
‘Niets is minder waar.’
‘Oké, ik geef dit een kans. Maar ik beloof niets.’
‘Brave meid. Ik stel het op prijs.’
‘Seksist.’ Ze grijnsde naar haar baas, liep toen het kantoor uit en vroeg zich af wat John Baldwin ertoe had gedreven bij haar aan te kloppen.
En wat hem precies over haar was verteld.