Hoofdstuk 9
Marcus en Lincoln lummelden wat rond in het kantoor van de commissaris toen Taylor de afdeling op kwam. Als Price de deur uit was en ze niet veel te doen hadden, of kónden doen, ging het team daar vaak zitten om tv te kijken.
Lincoln stond op uit Price’ stoel om plaats te maken voor Taylor. Daar maakte ze dankbaar gebruik van. Het was de enige stoel op de afdeling die een beetje lekker zat.
‘Waar is Price?’
‘Rende de deur uit om met de hoofdcommissaris te praten.’ Marcus rolde met zijn ogen. ‘Ouwe zeiksnor wilde alweer een persconferentie houden zodat hij de grote mijnheer uit kan hangen.’
Taylor schoot in de lach. Hun hoofdcommissaris was ongeveer even populair als de burgemeester.
‘Heb je Shelby’s ouders kunnen bereiken?’
‘Dominee Spenser heeft met de kapelaan van de politie van Bowling Green gesproken. Zij hebben de ouders ingelicht en de kapelaan brengt ze in de loop van de ochtend hierheen. Ze zijn behoorlijk overstuur. Haar vader is een doopsgezinde predikant. De kapelaan kende Shelby ook.’
‘Mooi zo. Lincoln, nog iets gevonden in een van de databases?’
‘Nog niet. Liep vast nadat haar vingerafdrukken bovenkwamen. Had Sam nog iets nieuws?’
‘Afgezien van de mogelijke vergiftiging? Nee. Ze heeft alles opgestuurd naar Simon. Het zal wel een dag of zo duren voordat we weten wat voor gif het zou kunnen zijn.’
‘Als we nou kunnen vaststellen om welk gif het gaat, dan kan ik het in ViCAP invoeren, de zoekcriteria iets uitbreiden.’ Lincolns ogen schitterden. Hij vond het heerlijk om met technische gegevens te stoeien.
‘Zodra we weten wat het is, kun je het in het systeem invoeren, maar niet eerder. We moeten dit stilhouden, net als de kruiden. Met name tegenover haar ouders.’ Ze keek Marcus doordringend aan, een stilzwijgende waarschuwing om er buiten de afdeling met geen woord over te reppen.
Price’ telefoon ging over, en Taylor nam op. ‘Moordzaken… Oké, bedankt.’ Ze hing op. ‘Marcus, Shelby’s ouders zijn er. Wil jij ze ophalen?’
‘Jezus, die zijn vroeg. Ik zie je zo in de verhoorkamer.’ Hij stond op, waarbij hij onzichtbaar stof van zijn broek veegde. Taylor zag hoezeer hij er tegenaan hikte; omgaan met treurende familieleden was ook niet zíjn hobby. Hij rechtte zijn schouders en liep het kantoor uit.
Taylor glimlachte flauwtjes naar Lincoln. ‘Hebben we koffie of iets anders wat we ze kunnen aanbieden?’
‘Ik ga wel verse maken.’
‘Dank je. Als de kapelaans er zijn, vraag dan of zij ook een kopje willen. Dan ga ik Marcus nu maar redden. Breng je de koffie zodra die klaar is?’
Hij knikte en verliet het kantoor.
Ze trok haar staart los en probeerde tevergeefs haar haren glad te strijken. Nadat ze de onhandelbare warboel ongeduldig weer had vastgebonden, rechtte ze haar schouders. Met vastberaden tred liep ze naar de verhoorkamer even verderop in de gang. Marcus had Mr. en Mrs. Kincaid er al laten plaatsnemen. Als bij toverslag was er een doos tissues bij Mrs. Kincaids elleboog verschenen.
De Kincaids waren onopvallende, bescheiden mensen van achter in de vijftig, op z’n minst. Mrs. Kincaids ogen waren roodomrand, maar er blonken geen tranen. Mr. Kincaid had een wezenloze uitdrukking op zijn gezicht, maar leek zich groot te houden.
Marcus stelde Taylor voor. Ze trok een stoel bij.
‘Mr. en Mrs. Kincaid, heel erg bedankt voor uw komst. Gecondoleerd met uw verlies. Ik vind het echt heel erg voor u.’ Het was een cliché, maar gemeend.
Mrs. Kincaid knikte en snifte. Shelby’s vader nam het gesprek over. ‘Waar is onze dochter, inspecteur? We willen haar zien.’
‘Kunnen we u iets te drinken aanbieden? Koffie, water –’
Mr. Kincaid onderbrak haar op scherpe toon. ‘Nee. Waar is onze dochter?’
Taylor keek naar Marcus, gaf hem te kennen Lincoln in te seinen dat hij de koffie achterwege kon laten. Hij stak zijn hoofd om de deur, gebaarde naar Lincoln, stapte toen weer naar binnen en deed de deur zachtjes dicht, waar hij zwijgend tegenaan bleef leunen.
Taylor ademde diep in. Ze had zo’n voorgevoel dat dit niet goed zou gaan. ‘Ze is nog in het mortuarium, sir. We moesten een autopsie doen om na te gaan –’
Mrs. Kincaid had het niet meer. ‘Jullie hebben onze kleine meid opengesneden? Hoe kúnnen jullie…’ Ze begon te huilen. Haar man legde een hand op haar arm, waarop ze onmiddellijk bedaarde.
‘Het spijt me, ma’am, maar haar dood werd als moord aangemerkt door de patholoog ter plekke. We zijn wettelijk verplicht een autopsie uit te voeren.’ Ze vond het afschuwelijk om dat riedeltje af te draaien tegen ouders van een overleden kind, maar de klap kon op geen enkele manier verzacht worden. ‘Er is geen identiteitsbewijs aangetroffen bij het lichaam, dus om haar identiteit vast te stellen moesten we het protocol volgen. Zo zijn we erachter gekomen wie ze was. Het spijt me zeer,’ herhaalde ze.
Mrs. Kincaid graaide naar een tissue, waar ze haar gezicht in verborg en ingehouden snikken uit opklonken. Opnieuw gaf haar man een kneepje in haar arm. Taylor had niet de indruk dat het troostend bedoeld was. Het leek er meer op dat hij zich ongemakkelijk voelde bij openlijk vertoon van emoties, wat wel apart was voor een geestelijke.
‘Inspecteur, rechercheur Wade zei dat Shelby is vermoord. Wie heeft het gedaan? Ik wil weten wie onze kleine meid om het leven heeft gebracht.’
‘Dat weten we nog niet, sir, maar we doen ons uiterste best om de moordenaar op te sporen en hem te arresteren. We hebben wat bewijsmateriaal dat bruikbaar is –’
‘DNA?’
De opkomst van politieseries op tv maakte van elke leek een expert op het gebied van recherchewerk.
Taylor knikte. ‘Ja, sir, we hebben inderdaad wat DNA-materiaal.’
Zijn ogen werden dof, hij wreef over zijn kin. ‘Is ze verkracht?’
Daar wilde ze niet te diep op ingaan. ‘We geloven van wel, sir, maar daar kunnen we geen uitsluitsel over geven totdat we de resultaten van het laboratoriumonderzoek hebben.’
‘Hoe is ze vermoord, inspecteur?’ Mrs. Kincaid was uitgehuild. Taylor kon de staalharde blik in haar ogen zien terugkeren. Toen ze niet onmiddellijk antwoordde, werd de stem van de vrouw zachter. ‘We hebben er recht op dat te weten. Is ze doodgeschoten? Gewurgd?’
‘Nee, ma’am. Er waren geen zichtbare aanwijzingen waaruit we konden opmaken hoe ze is gestorven. De patholoog voert een aantal tests uit om vast te stellen waaraan uw dochter is overleden. We kunnen niets met zekerheid zeggen totdat de uitslagen van het toxicologisch onderzoek binnen zijn.’
Opnieuw kwam Mr. Kincaid tussenbeide, zijn vrouw onderbrekend. ‘U weet niet waaraan ze is overleden? Hoe weet u dan dat ze is vermoord?’
Eerlijk duurt het langst, besloot Taylor. ‘Shelby werd aangetroffen bij het Parthenon, sir, zonder kleren en met sporen van verkrachting. Het geheel deed geënsceneerd aan. Totdat de testresultaten binnen zijn, is dat helaas alles wat ik op dit moment weet. Zodra we iets concreets vinden, krijgt u het onmiddellijk te horen. Kunt u ons iets vertellen over uw dochter?’
Mr. Kincaid keek haar vuil aan. ‘Er valt niets te vertellen. Shelby was een fatsoenlijk meisje. Ze dronk niet. Ze gebruikte geen drugs. Ze werkte hard voor haar cijfers. Ze had een studiebeurs. Waar doelt u precies op?’
Ondanks zijn hoog oplopende toon glimlachte Taylor hem geruststellend toe. ‘Ik bedoelde er niets mee, sir. Hoe beter ik uw dochter ken, des te sneller kan ik haar moordenaar vinden. Weet u of ze iets met iemand had, een vriend had op school?’
Mr. Kincaid was er als de kippen bij om het te ontkennen. ‘Ze had geen tijd voor een vriend.’
Zijn vrouw keek Taylor aan en zei zachtjes: ‘Dat zou ze me wel verteld hebben. We zijn – waren – heel close.’ Ze beet op haar tanden om zichzelf te dwingen haar zelfbeheersing te bewaren. ‘Wanneer kunnen we onze dochter zien, inspecteur? Wanneer kunnen we haar mee naar huis nemen?’
Aan Shelby’s ouders zou ze niet veel hebben. Ze had het idee dat zelfs als Shelby wel een vriend had, Mr. Kincaid er geen weet van zou hebben. Haar moeder zou ze echter best in vertrouwen hebben kunnen nemen… Ze nam zich voor haar nog een keer onder vier ogen te spreken.
‘Ik zal u door een agent naar het mortuarium laten brengen. Ze zullen het l– eh, Shelby niet vrij kunnen geven tot er een definitieve doodsoorzaak is vastgesteld, maar er moet een aantal dingen geregeld worden. Marcus? Wil jij ervoor zorgen dat Mr. en Mrs. Kincaid naar het mortuarium worden gebracht?’
Hij knikte en verliet zwijgend de kamer.
Taylor haalde een kaartje uit haar portefeuille. ‘Ik zal u waarschijnlijk nog een keer moeten spreken, op een geschikter tijdstip, uiteraard. Als u in de tussentijd iets te binnen schiet wat ons verder kan helpen, belt u me dan alstublieft.’ Ze wilde het kaartje aan Mrs. Kincaid overhandigen, maar Mr. Kincaid was haar te snel af en griste het uit haar hand.
‘Bedankt voor uw hulp, inspecteur. Nu willen we onze dochter graag zien.’
‘Uiteraard, sir.’
Marcus stak zijn hoofd om de hoek en knikte. ‘Ik heb een agent klaarstaan om u erheen te brengen.’
Taylor stond op en stak een hand uit. Mr. Kincaid negeerde die. Mrs. Kincaid gaf haar wel een hand, waarbij haar vingers die van Taylor amper raakten. Ze trilden.
‘Dank u wel, inspecteur.’ Ze liep achter haar man aan naar buiten.
Daarop ging Taylor weer zitten, met haar hoofd in haar handen.
Marcus kwam weer binnen en nam de stoel tegenover haar.
‘En, wat denk je?’
‘Ik denk dat Mrs. Kincaid meer weet dan ze zegt. Misschien moeten we haar nog eens aan de tand voelen zonder haar man.’
‘Mee eens,’ zei ze. ‘Hij kapte het onderwerp ‘vriendje’ wel heel snel af. Misschien dat Shelby haar moeder in vertrouwen nam en pappie overal buiten hield. Laten we hun een paar dagen geven. Wie weet neemt Mrs. Kincaid uit zichzelf contact met ons op.’
‘En nu?’
‘En nu? Nu gaan we met het bevelschrift naar Vandy om te kijken wat we over Shelby boven water kunnen krijgen.’