Hoofdstuk 10

 

 

 

Marcus was stil tijdens de rit naar de campus; Taylor liet hem rustig dubben totdat ze het parkeerterrein bereikten.

‘Waar zit je over te piekeren, Marcus?’ Geen antwoord. ‘Halloho. Aarde voor Marcus.’ Ze gaf een por tegen zijn knie, en hij schrok op.

‘O, sorry, Taylor. Zat even in mijn eigen kleine wereldje.’

‘En wat gebeurt er in dat kleine wereldje van je?’

‘Geen idee. Ik heb een raar gevoel.’

‘Dat schiet lekker op. Kun je iets duidelijker zijn?’

Zuchtend keek hij uit het raampje. ‘Ik weet het niet goed. Toen we met Shelby’s ouders spraken, leken ze nogal stellig dat ze alleen maar keihard werkte en geen tijd voor pleziertjes had. Ik zou denken dat een domineeskind dat voor het eerst van huis is, zich hier en daar wel eens een beetje in de nesten gewerkt zou kunnen hebben.’

‘Daar zit wat in. Laten we maar eens gaan kijken of ze echt zo’n braaf meisje is geweest.’

De campus was getooid in herfstkleuren, gevallen bladeren lagen verspreid over de gazons. Het leek er sereen, rustig, onaangetast door de tragedie. Jongens speelden voetbal, meisjes keken bewonderend toe; studenten fietsten kwebbelend over de paden. Het was zo idyllisch dat ze er bijna de kriebels van kreeg. Het perfecte plaatje – de stilte voor de storm. Het nieuws over de moord was duidelijk nog niet doorgedrongen. Ze wist niet wat ze liever had – dat ze in paniek raakten of nietsvermoedend hun gang gingen.

Ze stapten uit de auto en liepen naar Kirkland Hall, het administratiegebouw van de universiteit. Op een stenen bankje voor het gebouw zat een man van begin veertig. Hij had een zware snor, lichtblond haar en een glimmende badge op de voorkant van zijn onberispelijke, bruine uniform gespeld. Taylor kermde hardop. De man glimlachte en stak zijn hand op. Hij stond niet op, bleef rustig met zijn benen wijd zitten, een dun dossier naast zich op het bankje.

Taylor deed een poging tot beleefdheid. ‘Commandant Graber. Hoe is het met u op deze mooie ochtend?’

‘Niet best, helemaal niet best. Ik neem aan dat jullie hier zijn omdat een van mijn studenten dood is, om jullie deelneming te betuigen. Om je excuses aan te bieden dat niemand van de gemeentepolitie de moeite heeft genomen mij te bellen toen jullie ontdekten dat het Parthenon-meisje een Vandy-student was. En om de volledige medewerking te vragen van mijn politiekorps bij jullie onderzoek. Is het zo ongeveer goed samengevat?’

Taylor wist niet of ze moest lachen of huilen. Graber ging het haar niet gemakkelijk maken. Dus ging ze op vriendelijker toon verder. ‘Commandant… Charles. Je weet dat het de afgelopen vierentwintig uur een gekkenhuis is geweest. We weten pas dat Shelby Kincaid een Vandy-student was sinds –’

‘Sinds jullie haar lichaam hebben geïdentificeerd, gisteren. Godallemachtig, Taylor, dacht je nou echt dat ik dat niet te weten zou komen?’ Graber sprong overeind en begon voor de ingang te ijsberen. Hij had een vreemd loopje. Zijn ene been leek met een ruk voor hem uit te schieten onder het lopen.

Taylor zag Marcus staan staren en besloot dat dit het juiste moment was om hem voor te stellen. ‘Marcus Wade, dit is Charles Graber, commandant van de Vanderbilt Campuspolitie. En een klier van jewelste.’

‘Ik neem aan dat jullie elkaar al langer kennen?’ vroeg Marcus.

‘Vanaf de middelbare school. Ze ging met mijn broertje op Father Ryan. Brak zijn hart nog ook.’

Grabers toon ontging de jonge rechercheur niet, en Taylor liep vuurrood aan bij Marcus’ grijns.

‘Alsjeblieft, Charles. Dit is niet het moment. We moeten ons richten op Shelby Kincaid. We hebben een gerechtelijk bevel voor toegang tot haar gegevens. Ik ging ervan uit dat de administratie niet zonder slag of stoot zou meewerken, dus hebben we dat vast geregeld.’

Graber pakte het dossier op. ‘En ik ging ervan uit dat je slim genoeg was om niet met lege handen aan te komen. Hier, kunnen we ruilen.’ Hij overhandigde haar het dossier.

Taylor gaf Marcus een knikje, waarop hij de juridische stukken uit de binnenzak van zijn jasje trok. Hij gaf ze aan Graber, die de papieren niet eens een blik waardig keurde.

‘Ik kan je wat tijd besparen, Taylor. Ik ken de weg op deze campus beter dan jij. Ik wil met alle plezier helpen.’

Ze hoorde het toontje in zijn stem en had onwillekeurig met de man te doen. Zijn campuspolitie was veel meer dan een veredelde beveiligingsdienst. Ze hadden alle bevoegdheden van een politiekorps, het was alleen een kleiner gebied dat onder hen viel. Maar deze misdaad viel buiten zijn bevoegdheid. Ze wist dat hij niet op de eer uit was. Hij vond het echt erg dat een van de studenten hier was vermoord. Maar het was haar zaak en die wilde ze op háár manier leiden. Het enige wat ze hem verschuldigd was, was een correcte houding. Hij koesterde nog altijd een wrok, vanwege zijn broer, en andere dingen, en zijn eeuwige steken onder water hingen haar al snel de keel uit.

‘Weet je wat. Als we op problemen stuiten, geef ik je een belletje, zodat je het pad kunt effenen. Oké?’

‘Jezus, Taylor, of jij er ooit moeite mee hebt gehad om het pad te effenen. Je hebt een wapen. Je kunt je al schietend een weg banen. Dat doe je vaak genoeg. Mocht je me nodig hebben, dan ben ik in mijn kantoor.’

Ze moest zich verbijten om niet te reageren.

Met een halfslachtig glimlachje draaide hij haar de rug toe en liep weg. Van achteren was het trekkebenen nog opvallender.

Marcus keek haar aan. ‘Ook een vriend van David Martin?’

Ze knikte.

‘Eikel.’

Om een glimlach te verbergen sloeg ze het dossier open en nam het vlug door, blij dat haar stem niet haperde. ‘Oké, Marcus, ze zat in Carmichael Towers East. Haar kamergenoot heet Vicki Chen. Laten we een babbeltje met haar gaan maken.’

Ze liepen over het gazon, waarbij blaadjes onder hun voeten knisperden. Grabers opmerkingen van zich afzettend, keek Taylor om zich heen naar de jongeren met hun zorgeloze bestaan. Het enige waar zij zich druk om hoefden te maken was hun volgende tentamen, hun volgende maaltijd, hun volgende feestje. Geen rijen lijken in het mortuarium, geen insecten die uit oogkassen kropen, geen besef van eigen sterfelijkheid. Misschien keken ze nooit naar het journaal, of boeide het hun domweg niet als een van hen in een koelcel van het formaat doodskist lag.

Taylor voelde de angst over haar rug omhoogkruipen. Ze kon er niet voor zorgen dat hun niets zou overkomen. Ze kon de verkrachtingen, de moorden, het misbruik niet voorkomen. De zelfverwijten begonnen door haar hoofd te spelen. Ik kan ze niet helpen. Ik kan ze niet tegenhouden; als er een de bak indraait, duikt er een wredere en ziekere voor in de plaats op. Waarom doe ik dit nog? Waarom wil ik in vredesnaam nog bij de politie werken?

Ze begon te hyperventileren. Marcus keek haar bevreemd aan. Ze werd duizelig, maar vertikte het zichzelf voor schut te zetten in het bijzijn van haar jongste rechercheur. Dus knielde ze, zodat het er voor eventuele voorbijgangers uitzag alsof ze haar veter strikte.

‘Jammer dat cowboylaarzen geen veters hebben,’ mompelde ze. Nadat ze een paar keer diep had ingeademd, voelde ze haar hartslag omlaaggaan. Met een flauw lachje keek ze op naar Marcus. Die glimlachte onzeker terug, maar vroeg niet of ze wel in orde was. Dat was ze niet, maar dat zou ze nooit toegeven tegenover hem. Niet tegenover wie dan ook.

Openbaring - Een Taylor Jackson-thriller
CoverPage.xhtml
Bee.xhtml
section-0001.xhtml
section-0002.xhtml
section-0003.xhtml
section-0004.xhtml
section-0005.xhtml
section-0006.xhtml
section-0007.xhtml
section-0008.xhtml
section-0009.xhtml
section-0010.xhtml
section-0011.xhtml
section-0012.xhtml
section-0013.xhtml
section-0014.xhtml
section-0015.xhtml
section-0016.xhtml
section-0017.xhtml
section-0018.xhtml
section-0019.xhtml
section-0020.xhtml
section-0021.xhtml
section-0022.xhtml
section-0023.xhtml
section-0024.xhtml
section-0025.xhtml
section-0026.xhtml
section-0027.xhtml
section-0028.xhtml
section-0029.xhtml
section-0030.xhtml
section-0031.xhtml
section-0032.xhtml
section-0033.xhtml
section-0034.xhtml
section-0035.xhtml
section-0036.xhtml
section-0037.xhtml
section-0038.xhtml
section-0039.xhtml
section-0040.xhtml
section-0041.xhtml
section-0042.xhtml
section-0043.xhtml
section-0044.xhtml
section-0045.xhtml
section-0046.xhtml
section-0047.xhtml
section-0048.xhtml
section-0049.xhtml
section-0050.xhtml
section-0051.xhtml
section-0052.xhtml
section-0053.xhtml
section-0054.xhtml
section-0055.xhtml
section-0056.xhtml
section-0057.xhtml
section-0058.xhtml
section-0059.xhtml
section-0060.xhtml
section-0061.xhtml
section-0062.xhtml
section-0063.xhtml
section-0064.xhtml
section-0065.xhtml
section-0066.xhtml
section-0067.xhtml
section-0068.xhtml
section-0069.xhtml
section-0070.xhtml
section-0071.xhtml
section-0072.xhtml
section-0073.xhtml
section-0074.xhtml
section-0075.xhtml
section-0076.xhtml
section-0077.xhtml
section-0078.xhtml
section-0079.xhtml
section-0080.xhtml
section-0081.xhtml
section-0082.xhtml
section-0083.xhtml
section-0084.xhtml
section-0085.xhtml
section-0086.xhtml
section-0087.xhtml
section-0088.xhtml
section-0089.xhtml
section-0090.xhtml