Hoofdstuk 8
Hij zag het lichaam langzaam wegdrijven, tegen drijfhout botsen toen het door de stroming werd gegrepen en naar de oever gevoerd. Hij voelde een korte steek van teleurstelling. De vrouw was een schoonheid geweest, volmaakt qua vorm en proporties. Tot aan het einde.
Toch was ze terecht opgeofferd. Ze had hem veel vreugde, veel genot bezorgd. Het was haar eigen schuld dat ze dood was. Dood en begraven. Verleden tijd.