Hoofdstuk 11
Shelby Kincaid was volgens iedereen het brave meisje dat haar ouders hadden geschetst.
Haar kamergenoot, Vicki Chen, wachtte hen op in de kamer die ze hadden gedeeld. Chen was knap, met lang, donker haar, een kleine, rechthoekige bril, jeans in bruine UGGs, waarvan de bovenkant was omgeslagen om de schaapsvachtvoering te laten zien. Ze zag eruit als alle andere studenten op de Vanderbilt-campus.
En ze was kapot van de dood van haar vriendin.
‘Ik snap gewoon niet hoe dit heeft kunnen gebeuren. Ze was gelukkig, ze werkte hard, we hadden notabene kaartjes voor R.E.M. Weet u hoe snel dat concert was uitverkocht? Ze had geen enkele reden om het verkeerde pad op te gaan.’
Taylor had Marcus gevraagd het woord te doen, zodat hij meer verhoorervaring kon opdoen. Op een knikje van haar, vroeg hij verder door.
‘Het verkeerde pad?’
Chen maakte een vaag handgebaar. ‘Dat moet wel, om het pad van een moordenaar te kruisen. Dit is Vanderbilt. Het is Nashville. Het is hier veilig. Daarom willen al onze ouders dat we naar deze school gaan, omdat het hier zo veilig is.’
Taylor wilde haar vertellen dat het niet klopte – er bestonden geen veilige scholen, geen veilige plaatsen. De dood kon overal toeslaan, iedereen treffen. Maar ze beet op haar tong.
‘Vertel eens iets meer over Shelby, Vicki. Wat voor iemand was ze?’ vroeg Marcus.
‘Verlegen. Stil. Ze zat het grootste deel van de tijd in de bibliotheek. Ze studeerde techniek, ze was hartstikke goed. Elk semester de allerhoogste cijfers, gemiddeld stond ze een negen. Ze moest de beurs houden – haar ouders kunnen deze opleiding niet betalen.’
‘Hoeveel is het collegegeld nu?’ vroeg Taylor.
‘We zitten op eenendertigduizend, en dat is alleen het collegegeld, daar komen boeken en maaltijden en kamerhuur nog bij. Het is heel duur geworden om aan Vandy te studeren. Shelby’s studie werd volledig met financiële hulp bekostigd, en ze keek wel uit om dat in gevaar te brengen.’
‘Een goede student dus,’ zei Marcus. ‘Wat nog meer?’
Chen speelde met de uiteinden van haar haar. ‘Shelby was geliefd bij haar docenten. Ze leek het over het algemeen ook naar haar zin te hebben, al had ze wel behoorlijk veel heimwee. Ze belde haar ouders een paar keer per week. Geen auto, dus ze kon in de weekenden niet naar huis gaan zoals sommige andere studenten doen.’
‘Hoe kwam ze dan in de stad?’
‘De vriendelijkheid van onbekenden. O mijn god, zo bedoelde ik het niet. Ik bedoelde vrienden. Sorry, maar ze was zo op zichzelf, liet mensen niet toe. Zelfs mij niet. Ze was met niemand hier heel close.’
‘Wat deed ze in de dagen voorafgaand aan haar verdwijning?’
‘Niks. Ze had best een saai leventje. In de herfstvakantie bleef ze op de campus, maar dat doen we bijna allemaal, want het is vier dagen achter elkaar feesten. Maar voor Shelby was het extra tijd om te leren. Ze zat vlak voor een paar tentamens, en dat weekend wilde ze voornamelijk blokken.’
Marcus maakte een aantekening. ‘En wanneer heb jij haar voor het laatst gezien?’
‘Vrijdagavond. Ik haalde haar over om mee te gaan eten bij Willy’s Diner. Dat tentje kent u toch wel? Het is maar een klein stukje lopen, goedkoop, vrij populair. Ik moest haar er bijna bij de haren naartoe slepen – ze vond het zonde van het geld. Maar ze had zo hard gewerkt, ik wist dat het haar goed zou doen om er even uit te zijn. We waren om kwart voor zeven bij Willy’s. Tegen achten merkte ik dat Shelby niet was teruggekomen van het toilet. Daar stond ik verder niet zo bij stil – we hadden al betaald, zaten alleen nog wat na te tafelen. Ik deed het nog met een grapje af, ging ervan uit dat ze terug was gegaan naar de kamer.’ Ze boog haar hoofd. ‘Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Als ik beter had opgelet, zou ze misschien nog leven.’
Marcus troostte haar. ‘Zo moet je niet denken, Vicki. Als ik het zo hoor, was je heel begaan met je kamergenoot.’
Er biggelden een paar tranen over haar gezicht. ‘Ja, nou, dus niet genoeg, hè? Ik kwam om een uur of halftwaalf thuis. Shelby was er niet, dus ik nam aan dat ze naar de bibliotheek was gegaan. De volgende ochtend nog geen Shelby, en haar bed was onbeslapen. Tegen lunchtijd ging ik naar de bibliotheek om te kijken of ze daar uithing en misschien in slaap was gevallen in een van de nisjes. Daar was ze ook niet. Ik belde de politie, maar die zeiden tegen me dat ze minstens vierentwintig uur vermist moest zijn voordat ze iets konden ondernemen. Ik wilde haar ouders niet bellen – ik was bang dat die zouden flippen. Ze had overal kunnen zijn, snapt u? Tegen de tijd dat de politie wel een melding wilde opnemen, hadden jullie haar al gevonden.’
‘Hoe zit het met vriendjes?’ vroeg Taylor. ‘Had ze iets met iemand?’
Ze zag de aarzeling op Chens gezicht, hoewel ze snel antwoordde. Te snel.
‘Nee, zeg. Shelby had helemaal geen tijd voor een vriendje. Ik heb haar nooit in het gezelschap van een van de mannen op de campus gezien.’
Het antwoord kwam zo vlot, zo overtuigd, zo beslist dat Taylor het niet geloofde. Vooral omdat Chen tranen met tuiten begon te huilen, bijna alsof ze hen wilde afleiden.
‘Weet je dat zeker? Is het mogelijk dat ze met iemand ging en het jou niet heeft verteld?’
Chen schudde haar hoofd, veegde de tranen van haar gezicht met een rode bandana. ‘Nee. Echt niet.’
Taylor maakte een draaiend gebaar met haar vinger naar Marcus. Tijd om af te ronden.
Hij stond op, gaf het meisje een kaartje. ‘Bedankt voor je tijd, Vicki. Bel ons alsjeblieft meteen als je nog iets belangrijks te binnen schiet.’
Ze lieten de snikkende Chen achter en liepen terug naar het gazon. Daar viel Taylors oog op twee jongens die stonden te roken. Ze liep op hen af om een sigaret te bietsen. Toen Marcus haar enigszins bezorgd aankeek, gaf ze hem een knipoog. Ze rookte alleen nog maar als ze echt heel gestrest was, dus probeerde ze hem met een achteloos air voor de gek te houden. Stoppen was afschuwelijk. Ze vond het zelf al erg genoeg dat ze het af en toe niet kon laten zonder afkeurende blikken van haar teamleden.
Ze liep terug naar hem, wist dat hij haar de extra sigaret achter haar oor had zien schuiven. Waardeerde het uitblijven van commentaar.
‘Viel je iets op in het gesprek met Chen?’ vroeg ze.
‘Ze deed ontwijkend over het eventuele vriendje. Als het kan, moeten we daar verder in duiken. Volgens mij ging Shelby met iemand en wilde ze niet dat anderen ervan wisten. Met name haar vader niet.’
Ze beloonde hem met een brede glimlach. ‘Uitstekend. De spijker op zijn kop. Dus met wie ging Shelby om wanneer ze zogenaamd zat te studeren in de bibliotheek? En waarom was het zo belangrijk om die relatie geheim te houden?’
Voordat hij er iets op kon zeggen, ging haar telefoon.
‘Jackson.’
‘Met Fitz.’
‘Ja, ja. Ik heb nummerherkenning op dit ding, hoor. Wat is er?’
‘We stellen het park weer open. TR heeft helemaal nop, geen sporen, geen bruikbare afdrukken, geen identiteitsbewijs of kleren. Ze kan er evengoed heen zijn gevlogen en op de trappen zijn geland.’
Ze schoot in de lach. ‘Dat is zo ongeveer de meest logische verklaring die ik vandaag heb gehoord. Hoe ver is Sam?’
‘Een uurtje geleden heeft ze de boel afgerond. Ze zei dat ze het autopsierapport opstuurt. Met Loughley is ook alles geregeld.’
‘Hm. Heb jij hem gebeld?’
‘Nee, dat heeft ze zelf gedaan. Hoezo?’
‘Nergens om, gewoon nieuwsgierig. Hier worden we ook niet veel wijzer, behalve dat bij ons de stellige indruk bestaat dat Shelby Kincaid een geheime scharrel had. We komen eraan. Kan ik onderweg nog iets voor je meenemen?’
‘Als je langs Jack’s Bar-B-Que komt, mag je een broodje pulled pork voor me meenemen. En een Bud,’ zei hij verlekkerd.
‘Mmm, klinkt goed. Het biertje gaat alleen niet door. Sorry.’ Ze verbrak de verbinding en hing de telefoon weer aan haar riem. ‘Oké, Marcus, laten we wat te eten halen en teruggaan naar kantoor.’
Ze nam een laatste hijs van haar sigaret en schoot die toen weg in de bosjes. Over Marcus’ schouder heen zag ze een figuur. Commandant Graber stond bij Carmichael Towers. Hij glimlachte niet. Ze negeerde hem, draaide hem de rug toe, waarna ze terugliepen naar de auto.
Op het moment dat ze de deur aan de bestuurderskant wilde openen, ging haar mobiel weer. ‘Ja?’
‘Hé, T, met Fitz weer. Je zult het eten moeten laten zitten. Wat dacht je ervan om af te spreken op het voetpad achter de River Stages?’
Met een luide knak boog Taylor haar nek naar links. ‘Ik heb honger. Wat is er zo interessant achter het podium, Fitz?’
‘Wat dacht je van nog een dood meisje?’
Het hart zonk haar in de schoenen.
‘O nee. We zijn al onderweg. Geef ons vijf minuten.’ Ze keek naar Marcus, die met zijn armen op het dak van de auto naar de vrouwelijke studenten stond te koekeloeren.
‘Stap in, luiwammes. We hebben weer een lijk.’