Hoofdstuk 60
Kogels vlogen door het donker. Ze hoorde ze langs haar hoofd fluiten, voelde de hitte toen ze door haar haar suisden. Ze zag hem neergaan. Ze gilde, klauwde naar de hand die omhoog kwam en haar bij de keel greep. Ze viel naast hem neer. Hij was dood. Ze kon de ingangswond zien, glinsterend in het zilveren maanlicht. Haar handen waren glibberig van het bloed. Ze zat er helemaal onder, het smoorde haar als een stroperige deken, sleurde haar naar beneden in het onkruid, dat kronkelend haar lichaam overwoekerde. Er was geen hoop. Er was geen pijn. Ze gaf haar strijd op en lag sereen zij aan zij met het ontzielde lichaam naast haar, wachtend tot de verstikkende ranken haar onder de aarde trokken om samen met hem te vergaan. Ze hief haar hand op, voelde slechts een lichte walging toen ze het vlees van de botten zag vallen. Ze draaide haar hoofd naar het skelet naast haar en zag de grijnzende kaken, hoorde zijn lichaamloze stem. En toen had ze ineens weer vaste grond onder de voeten. Ze liep weg van Davids lijk. In de verte kon ze Baldwin zien, zijn hand uitgestoken, haar naderbij wenkend…
‘Taylor! Taylor, word wakker!’ Baldwin schudde haar heen en weer. Ze ontworstelde zich aan de droom en zag dat hij over haar heen gebogen stond, verwilderde blik, haar in de war. Wezenloos keek ze hem aan, nog in de greep van de droom.
‘Ik droomde,’ mompelde ze.
‘Je had een nachtmerrie. Je schreeuwde tegen ene David, zei dat hij op zich op zijn knieën moest laten zakken. Gaat het? Wie is David?’
Taylor stond op, waardoor de wollen deken en de kat op de grond belandden. ‘Hoe laat is het?’
Hij keek op zijn horloge. ‘Bijna vijf uur. Taylor, waar ging die droom over?’
Een paar uur slaap hadden haar goed gedaan. Ze negeerde Baldwin en liep naar de keuken. Ze pakte een cola light uit de koelkast, klokte die in één keer achterover en griste er nog een uit. Die zette ze op het aanrecht, waarna ze het doosje antibiotica opende en drie tabletten in haar mond stopte.
‘Taylor, je wordt echt niet sneller beter door een overdosis Keflex te nemen.’
‘Ik voel me al beter. Hoelang was ik in coma?’ Ze kwam terug in de woonkamer en plofte op de bank. Jade sprong bij haar op schoot, waar ze zich luid spinnend oprolde. Afwezig aaide Taylor over haar zijdeachtige vacht.
‘Een uurtje of vijf. Je was helemaal van de wereld, dus liet ik je maar slapen.’
‘Bedankt. Weet je wat het beste was aan die paar dagen niet slapen?’ vroeg ze met een treurig glimlachje. ‘Ik had geen dromen.’
‘Hoe zit dat met die dromen? Is David de rechercheur die je neerschoot?’
Ze knikte langzaam. ‘David Martin. Zo fout als maar kan. En het scheelde een haar of ik was aangeklaagd wegens moord op hem. Moord, Baldwin. Hij breekt bij me in, valt me aan, en ik ben degene die er bijna voor opdraait. Ik snap niet hoe hij me dat kon aandoen. Hoe hij me in die situatie kon brengen. Mij proberen om te kopen om hem zijn goddelijke gang te laten gaan.’ Ze snoof verachtelijk, schudde haar hoofd.
‘Er zit meer aan vast, is het niet, Taylor?’ Baldwin pakte haar hand.
Ze wilde zich lostrekken, maar weerstond de neiging. Het was tijd om haar hart te luchten. ‘Tja, nou, we hadden een verhouding, kortstondig. Behalve Sam weet niemand ervan, alhoewel ik denk dat Fitz het vermoedt.’
Baldwin voelde een steek van jaloezie en drukte die snel de kop in. De man was dood, goddomme. Het sloeg nergens op om jaloers te zijn op een geest. Maar dit was een geest die rondwaarde in de dromen van zijn vrouw.
Hij begreep het echter wel. Ook hij werd bezocht door geesten. Elke nacht sinds het schietincident zaten de drie mannen die waren doodgeschoten vanaf het voeteneinde van zijn bed naar hem te kijken. Hij schudde het van zich af. ‘Dus je droomt over hem?’
‘Ik droom over zijn dood. Elke nacht sinds ik hem neerschoot dezelfde droom. Hij wordt geraakt, gaat neer, en ik ga tegelijk met hem neer. Hij vergaat, ik ook. Zijn schedel draait opzij om iets tegen me te zeggen – en dan word ik wakker. De laatste tijd komt er nog iets bij. Alle slachtoffers die ik niet heb kunnen redden, duiken ook op. Op een gigantische dodenakker, en ze praten allemaal tegen me.’
‘Wat zeggen ze?’
‘ “Help ons. Het is jouw schuld.” Ik meende dit keer iets anders te horen, uit zijn mond. Hij zei: “Ga door.” Ik weet niet goed hoe ik dat moet opvatten.’
Baldwin kwam naast haar zitten en pakte ook haar andere hand. ‘Het betekent, denk ik, dat hij je niet kwalijk neemt dat je hem hebt neergeschoten. Was je verliefd op hem?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Dat was juist het erge. Dat ik dat niet was. Ik was eenzaam, en hij was beschikbaar. Het heeft niet eens zo lang geduurd. Van mijn kant was het vrijblijvend, maar ja, hij hield van me en wilde meer. Ik maakte het uit. Daarna benaderde hij me om mijn mond te houden over zijn handeltje, en toen knapte er iets in mij. Hij zette doodleuk ook míjn hele carrière op het spel. Want als ik hem aan zou geven bij Interne Zaken, had ik wel eens de pineut kunnen worden. Hij had kunnen zeggen dat ik er van het begin af aan bij betrokken was, er een welles-nietesspelletje van kunnen maken. IZ ziet zijn agenten niet graag verwikkeld in illegale activiteiten, weet je. Vooral de vrouwelijke agenten niet. Maar het ergste was nog het voldane gevoel dat ik had toen ik hem dood op de vloer zag liggen. Ik vond dat hij het verdiend had. En dat deugt van geen kanten.’
‘Daarmee praat je jezelf wel een heel groot schuldgevoel aan, Taylor. Het was niet jouw schuld dat je hem moest neerschieten. Hij viel jou toch aan? Zulke dingen gebeuren nou eenmaal.’
‘ “Zulke dingen gebeuren nou eenmaal”,’ praatte ze hem na. ‘Dat begrijp ik dus niet. Ik weet niet waarom zulke dingen ‘nou eenmaal gebeuren’. Waarom is dat?’
‘Als ik dat wist, zou ik God zijn. En dat ben ik niet.’
Ze keek hem aan. ‘Na alles wat je gezien hebt, geloof je nog steeds in God?’
‘Dat zei ik niet. Ik weet het gewoon niet. Maar ik zal je iets opbiechten. Vannacht, toen we elkaar kusten, meende ik een lichtpuntje te zien. Toen ik besefte dat jij begreep wat er in Virginia was gebeurd, dat je me niet veroordeelde, kreeg ik het gevoel dat het me vergeven was. Door wie weet ik niet. Ik was er niet op uit, maar het gevoel is er. Ik weet niet wat ik ermee moet, en ik weet niet of het iets verandert, maar het is er.’
Taylor voelde tranen in haar ogen prikken. Zelf had ze duizend keer om vergeving gevraagd en nooit het gevoel gehad dat ze het had gekregen. Maar nu ze zo naar Baldwin keek, realiseerde ze zich dat het lang geleden al was gebeurd. Ze was alleen niet bereid het zichzelf te vergeven.
Ze schrokken allebei op van het gerinkel van de telefoon. Taylor nam er een snoekduik naar. ‘Fitz?’
Baldwin kon zijn stem door de telefoon horen bassen. ‘Hoe wist je dat ik het was?’
‘Dat hoopte ik. Hebben jullie iets?’
‘Ja, ik denk het wel. Kom je hierheen?’
Ze glimlachte naar Baldwin en gaf een kneepje in zijn hand. ‘We zijn al onderweg.’