Hoofdstuk 43
Het parkeerterrein stond vol, mensen renden heen en weer, schreeuwend, in paniek. De lucht was zwanger van de geuren van rook en dood.
Er ging een huivering van opwinding door hem heen. Het voltrok zich precies zoals hij gepland had, zoals hem was verteld.
‘En de engel nam het wierookvat, en vulde dat met het vuur des altaars…’
Hij maakte rechtsomkeert. Nog zoveel te doen.