Hoofdstuk 31
Baldwin had geen oog dichtgedaan, maar het drammerige stemmetje in zijn achterhoofd was gelukkig verstomd. Hij wist niet goed wat er met hem aan de hand was. Acht uur geleden had hij met een geladen en gespannen wapen tegen zijn hoofd gezeten, had hij het lot roekeloos getart. Nu voelde hij een vreemd soort hoop, bijna alsof hij zichzelf ergens van bevrijd had.
Nadat Taylor was vertrokken, had hij de rest van de nacht in het donker gezeten, verzonken in een maalstroom van gedachten en gevoelens. Niets waar hij echt wijs uit kon worden, maar toen de zon opkwam, was hij vastbesloten om Taylor Jackson te helpen.
Hij arriveerde eerder dan zij op het bureau, voelde een lichte teleurstelling. Die zette hij van zich af, werd binnengelaten door de achterdeur, nam onderweg een blikje fris mee en ging aan Taylors bureau zitten. Hij ving de nieuwsgierige blikken op van de mensen van de nachtploeg, die hun boeltje bij elkaar pakten en naar hun dagelijks leven vertrokken. Het sterkte hem in de gedachte dat het bericht zich had verspreid dat de doorgedraaide ex-agent in het pand was.
Je doet paranoïde, Baldwin. Kap ermee.
Vanuit de gang klonk luidruchtig gekwebbel van Taylor en Fitz, die de dag begonnen met plagerijtjes over en weer. Ze kwamen schaterend de afdeling op, en Baldwin ontdekte tot zijn verbazing dat hij mee wilde lachen. Ze stopten echter toen ze hem zagen; de stemming werd op slag serieus. Taylor begroette hem hartelijk. Fitz hield zich afzijdig, keek nog steeds naar Baldwin met een blik alsof die naar een schimmelig stuk kaas rook. Hij besloot hem te negeren.
‘Goeiemorgen, Taylor.’ Hij zag dat ze hem opnam, kon de gedachten door haar hoofd zien schieten. Ja, hij was nog springlevend. Ja, hij was hierheen gekomen om met hen aan de zaak te werken. Nee, hij zag er niet bepaald florissant uit, maar hij wás er in elk geval nog. Onbewust raakte hij de pleister op zijn wang aan en toverde een voorzichtig glimlachje op zijn gezicht.
‘Van hetzelfde, Baldwin. Ik hoop dat je goed geslapen hebt?’
Daar had hij even niet van terug. Hij was ervan uitgegaan dat ze uitgebreid verslag had gedaan van zijn stunt van gisteravond, maar het leek erop dat ze Fitz helemaal niets had verteld.
‘Ik was compleet van de wereld.’ Hij werd beloond met een brede grijns. Hij lachte, voelde de spanning in de ruimte wegtrekken. Een korte blik op Fitz bracht die echter in één keer terug.
‘Zo, Baldwin, heeft Taylor je verteld over het gif?’
‘Jazeker. Ik wil er graag meer van weten.’
‘Wie niet, jongen. Taylor, waar is Sam?’
Een stem vanuit de gang riep: ‘Vlak achter je, ouwe sok.’
Fitz schrok op, draaide zich toen om en omhelsde de patholoog. Hij tilde haar van de grond en zwierde haar in de rondte, wat haar ogenschijnlijk mateloos irriteerde, maar Baldwin kon zien dat ze maar deed alsof. Opnieuw bekroop hem het gevoel een buitenstaander te zijn; hij keek weg. Dit was meer dan zomaar een team agenten, ze vormden een hechte familie. Het was heel lang geleden dat hij het gevoel had gehad bij een familie te horen.
‘Verdorie, Fitz, zet me neer. Straks spuug ik mijn worstenbroodje nog uit en zit je helemaal onder.’
Lacherig gehoorzaamde hij en stapte achteruit. ‘Als je het maar laat, meis. We kunnen niet hebben dat de patholoog zo vroeg op de ochtend de afdeling onderkotst. Zou wel eens tot praatjes kunnen leiden, als je begrijpt wat ik bedoel.’
Sam schaterde het uit. ‘Heel grappig, Fitz. Taylor, help me.’
‘O nee, Sam, volgens mij zette je die deur zelf open.’
‘Bedankt. Lekkere vriendin ben jij.’ Ze draaide zich om naar Baldwin. ‘Doctor Baldwin,’ riep ze vrolijk uit, ‘je ziet er belabberd uit.’
‘Dank je. Geloof ik.’
‘Geen dank. Taylor, waar is Lincoln? Ik heb hem gevraagd wat research naar akoniet voor me te doen.’
‘Geen flauw idee. Waarschijnlijk tot over zijn oren in ViCAP. Ik ga hem opsnorren.’ Ze verliet de ruimte, waarna Baldwin zich ineens weer heel ongemakkelijk voelde. Taylor vormde zijn schakel met deze groep, hoe zwak die ook mocht zijn. Hij kon alleen vertrouwen op zijn intellect, en plotseling wilde hij zich bewijzen tegenover deze mensen.
Je bent gestoord, het zal ze worst wezen, waarom zou je er moeite voor doen? Maar toen Sam hem van top tot teen opnam en zei: ‘Baldwin, die er zo belabberd uitziet, heb je zin om je gedachten te laten gaan over ons zaakje?’, vermande hij zich en waagde hij de sprong. Hij kon er niets aan doen; Sams enthousiasme was aanstekelijk.
‘Het akoniet is een van de bizarste dingen die ik ooit heb gezien. Het is een uiterst ongebruikelijk vergif in de misdaadstatistieken. Bovendien worden gifmoorden meestal gepleegd door vrouwen, wat niet in het plaatje past, want Jordan en Shelby waren duidelijk bij een man voor hun dood. Op basis hiervan kunnen we een team niet uitsluiten, al ben ik geneigd te denken dat we met een geraffineerde mannelijke verdachte te maken hebben.’
‘Ga door,’ zei Fitz.
‘De moord op Jordan komt op mij over als overkill. Ze had het vergif al binnengekregen. Het was de bedoeling van de moordenaar dat ze op dezelfde manier zou sterven als Shelby. Dat hij haar daarbij ook nog stak, was gewelddadig, persoonlijk. Ik gok dat ze hem woest maakte nadat hij haar het vergif gegeven had, misschien een grote mond opzette of zelfs probeerde te ontsnappen. Hij moest haar tegenhouden, greep het mes en begon op haar in te steken. Het zou ook de verschillen verklaren in de manier waarop de lichamen werden aangetroffen. Hij was woedend op Jordan, dus gooide hij haar in de rivier, dankte haar af als een stuk oud vuil. Shelby, daarentegen, werd met respect behandeld. Met liefde en eerbied. Kreeg een in zijn ogen waardig afscheid. Bedekt met kruiden… Ik denk dat we te maken kunnen hebben met een of ander ritueel, misschien zelfs met een excentrieke religieuze splintergroep. Het akoniet komt op mij bijna sekte-achtig over.’
Sam en Fitz waren nu een en al oor. ‘Wat niet in het plaatje past, zijn de kruiden die Sam op Jordan aantrof,’ zei Fitz.
‘Klopt. Hoewel hij haar in een vlaag van woede doodde, nam hij even de tijd om wat kruiden over haar lichaam te strooien voordat hij haar lossneed. Misschien speelde zijn geweten op? De kruiden zijn beslist belangrijk voor hem. Ze moeten deel uitmaken van zijn ritueel. Ze zijn geen aanwijzing die voor ons is achtergelaten – de kans was groot dat de wind of het water de kruiden zou wegblazen of wegspoelen voordat het lichaam gevonden werd. Ze zijn louter een middel voor zijn eigen gemoedsrust. En dan hebben we het akonietaspect nog, wat ook vrij bizar is.’
‘Wat je zegt.’ Lincoln en Taylor kwamen binnen met wel vijftien centimeter hoge stapels papier.
Taylor schudde haar hoofd. ‘Hiermee kun je je lol op. Je komt de mafste dingen tegen als je op akoniet zoekt. Heksen en tovenaars en heidenen. Het staat op alle lijsten van giftige planten op elke botanische website. Het is een alkaloïde die verdomd snel tot de dood leidt, maar de homeopathische sites vermelden het ook als geneesmiddel. De Chinezen gebruiken het bij longontsteking en reuma. Er is een goed gedocumenteerd overzicht van het gebruik ervan in de middeleeuwen, en je komt het ook tegen in de Griekse en Keltische cultuur en bij heidense begrafenisriten. Je kunt het spul trouwens overal krijgen. De homeopathische websites verkopen het gewoon.’
Lincoln deed een duit in het zakje. ‘Ik heb nog een paar leuke weetjes. Volgens sommige sites werd akoniet vaak gemixt met belladonna, wat een soort delirium teweegbracht dat grensde aan high zijn. Plinius de Oudere stond het gebruik ervan toe bij euthanasie. In zijn werk Naturalis Historia beschrijft hij de geschiedenis van de vetes van de Romeinse keizers en hun families. Zij gebruikten akoniet om staatsvijanden uit de weg te ruimen. De Romeinen gebruikten akoniet om rivalen te vergiftigen, want beschuldigingen van moord door middel van vergif waren ongelooflijk moeilijk hard te maken. Je kon het bij elke straatventer kopen, vandaar dat de keizerlijke familie altijd voorproevers had. Zo kan ik nog wel even doorgaan – er is een karrenvracht aan informatie. Maar ik stuitte ook op een interessant weetje op een van de wicca-sites. Tot de magische eigenschappen van akoniet behoren ook bescherming en onzichtbaarheid.’
Dat wekte Baldwins nieuwsgierigheid. ‘Bescherming en onzichtbaarheid. Hm. Het beschermingsaspect spreekt me wel aan. Misschien denkt deze vent dat hij de vrouwen ergens tegen beschermt? Daarna strooit hij kruiden over hen uit om het begrafenisritueel te voltooien. Interessant. Voeg daarbij het Parthenon als dumpplaats, en dan zijn we met recht terug bij de klassieke oudheid.’
Taylor trok een stoel bij naast Baldwin. ‘We zouden alle akonietaankopen van de afgelopen maand kunnen natrekken, maar ik denk niet dat het iets zal opleveren. Het kan gewoon in de achtertuin gekweekt worden.’ Van een van de uitgeprinte vellen las ze op: ‘“Absoluut onmisbaar in elke heksentuin.” Het zou tijdverspilling zijn om op zoek te gaan naar de bron. We zullen de moordenaar moeten opsporen op basis van het bewijs dat we hebben, en de levens van Jordan en Shelby binnenstebuiten keren. Er moet naast Vanderbilt nog een ander verband zijn tussen die twee. Ik denk niet dat deze vent ze toevallig op straat zag en ter plekke besloot ze te ontvoeren. Mijn intuïtie zegt me dat dit gepland was, dat ze om een bepaalde reden werden uitgekozen. We moeten alleen zien uit te vogelen wat die reden is.’
‘Ik denk dat je gelijk hebt, Taylor. Uit de enscenering bij het Parthenon blijkt dat er flink wat denkwerk aan vooraf is gegaan.’ Baldwin haalde een hand door zijn haar, een gebaar dat Taylor begon te herkennen. ‘Volgens mij hebben we hier niet te maken met een type seriemoordenaar dat aan het standaardprofiel beantwoordt. Messteken en vergif als modus operandi zijn totaal verschillend qua pathologie, en deze slachtoffers zijn niet willekeurig gekozen. We hebben hier te maken met een man met een doel, een reden. Of hij hiermee een boodschap aan ons afgeeft of het voor zichzelf doet, dat is de vraag. In tegenstelling tot de doorsnee moordenaar die een pd in scène zet, durf ik te wedden dat onze betrokkenheid ondergeschikt is aan zijn hoofddoel. Met andere woorden: hij laat zijn slachtoffers niet achter om door ons te worden gevonden. Het is niet bedoeld als provocatie.’
De groep liet dit idee op zich inwerken. Taylor was de eerste die iets zei. ‘Oké, waar beginnen we?’
‘Je hebt de dossiers van de meisjes van de universiteit? Laten we daarmee beginnen. Er moet een overlapping zijn tussen die twee meisjes. Het is een brede opleiding, dus er moet een studieprogramma zijn dat ze verplicht zijn te volgen voordat ze een hoofdvak kiezen. Laten we hun gegevens vanaf het begin doornemen en op zoek gaan naar lessen die ze mogelijk allebei gevolgd hebben.’
Taylor begon onmiddellijk taken te verdelen. ‘Lincoln, kijk of je online nog meer kunt vinden over akoniet. Koppel het aan de kruiden, het Parthenon, alles wat je in dit verband kunt bedenken. Baldwin en ik gaan de dossiers doorspitten.’
De telefoon op Fitz’ bureau ging over. Nors nam hij op. ‘Moordzaken… Ja… Shit.’ Hij knalde de haak erop en begon over de onderste helft van zijn gezicht te wrijven.
‘Wat is er, Fitz? Je kijkt of je een geest hebt gezien. Alles in orde?’ Taylor keek ongerust. Er was iets in Fitz’ ogen waarvan ze het Spaans benauwd kreeg.
‘Dat was Vermiste Personen. Ze hebben net een melding binnengekregen over een meisje genaamd Jill Gates, dat al enkele dagen vermist wordt.’
Langzaam ging Taylor weer zitten. ‘Voor de dag ermee, Fitz.’
‘Ze studeert aan Vanderbilt.’