Vandaag is het de eerste keer dat we op pa’s sterfdag niet naar de algemene begraafplaats Crooswijk gaan met ma. Ma is zich niet meer bewust van de datum. We hebben de voorgaande dagen ook maar niks gezegd. Ik vraag me trouwens af of ma zich nog herinnert dat we – zij, haar kinderen en kleinkinderen – de afgelopen jaren naar het strooiveldje zijn geslenterd om pa te herdenken. We hielden het speels. We deden een potje jeu de boules met dennenappels op de plek waar ik in 2008 pa’s as verstrooide. Ma vond dat wel een beetje raar maar ze deed mee en won niet één keer.
Ik heb er geen moeite mee dat we verstek laten gaan. Ik denk elke dag wel een keer aan pa. We denken allemaal nog aan pa. Hij komt regelmatig ter sprake. Ook in het Verpleeghuis waar zijn foto prominent in ma’s slaapkamertje staat. Als ma over hem begint, probeer ik altijd een verhaaltje over hem te vertellen. Soms is dat nieuw voor ma. ‘Nee, dat weet ik echt niet.’ Of: ‘Nee, dat zegt me niks.’ Maar vaak genoeg glimlacht ze omdat het beeld van pa ineens opdoemt uit de mist. Het is fijn ma zo te zien omdat haar liefde voor haar man er zeven jaar na zijn dood nog altijd vanaf druipt.
Vandaag zit ik de hele dag in Amsterdam, mijn vrouw is op pad met een familielid uit Nieuw-Zeeland, mijn broer en schoonzus hebben verplichtingen in de Achterhoek. We zijn niet bij ma op deze speciale datum en het is niet erg, want we waren er gisteren en we zijn er morgen en overmorgen.