In al mijn wijsheid had ik besloten geen cadeautje voor Moederdag te kopen. ‘Ik doe niet mee aan die commerciële onzin,’ zei ik op het beslissende moment. Mijn moeder had dat best kunnen relativeren. Ik droeg een gebroken geweertje op mijn spijkerjasje – nou, dan weet je het wel. Ik was een zoekende, rebellerende puber. Maar ma was in tranen, verdrietig en boos om zoveel botheid.
Mijn god, zulke dagen duurden vreselijk lang. Ik zag mijn vader, pragmaticus, denken: niet zo slim van je, jongen.
Ach, het was niet mijn beste tijd en ook zeker niet de hare. ‘Ik ben in de overgang,’ zei ze korte tijd later. Want alles werd altijd benoemd.