Vanuit haar stoel wijst ma naar de lege plek aan de muur.
Ik knik. ‘Dat is weg, hè?’
‘Dat is erg hoor,’ zegt ma met grote ogen.
Ik knik weer. ‘Heel erg, ma.’
Pa leefde nog. Ik weet nog goed: het overkwam mijn tante Jos en tante Mia een jaar of acht eerder. Ze woonden samen op nog geen kilometer van mijn ouders. Tante Mia had broze botten, wat tante Jos mankeerde weet ik niet meer. Ze lagen tegelijkertijd in het ziekenhuis. Omdat veel mensen een sleutel hadden van hun woning, vroegen de tantes of mijn ouders over hun juwelen wilden waken. Vooral tante Mia, afkomstig uit een gegoede Haagse familie, bezat waardevolle sieraden. De kistjes stonden een paar weken bij mijn ouders thuis in een kast.
Tante Jos en tante Mia werden ontslagen uit het ziekenhuis, ook weer tegelijkertijd. Omdat er al eerder spullen waren verdwenen onder de neus van de twee tantes, leek het mijn ouders verstandig de juwelenkistjes nog langer bij zich te houden. Maar een dag na thuiskomst vroegen tante Jos en tante Mia om de sieraden. Ik weet nog wat mijn vader erover zei toen hij de hele handel had teruggebracht: ‘Linke soep.’
Nog geen week later waren de juwelen verdwenen. De tantes jammerden en waren helemaal in de war. De verdenking viel op een meisje dat ’s ochtends voor de tantes had gezorgd.
‘Wat denk je zelf,’ zei mijn broer, ‘dat die juwelen bij haar thuis staan? We kunnen niks bewijzen.’
We voelden ons machteloos.
Vanuit haar stoel wijst ma naar de muur. Ze wijst vaak naar de lege plek waar een paar maanden geleden nog een schitterend avondtasje in art deco-stijl hing. Gekocht op een antiekbeurs. Toch gauw vierhonderd euro waard.
Veel waardevoller was haar antieke klokje. Op een dag ontdekten we dat het weg was. Nou ja, weg. In plaats van dat fraaie antieken klokje stond er een ander klokje. In dezelfde stijl, maar een armoedig exemplaar dat niemand van ons ooit eerder had gezien.
Iemand had dus iets waardevols weggenomen en er iets goedkoops voor teruggeplaatst. Er was over nagedacht. De diefstal was geen impuls geweest. Dit misdrijf was gepleegd door iemand die ma’s huis regelmatig bezoekt of eerder had bezocht.
Verdomme.
Je leest er soms over. Dementerende ouderen die worden opgelicht. Pas als het je eigen tante of moeder overkomt, voel je walging.
We hebben ma’s interieur daarna gedetailleerd gefotografeerd. We weten nu precies wat waar staat. Maar we denken nog vaak aan het schitterende avondtasje. Vooral ma. Ze wijst elke dag naar de plek waar het hing.
Het klokje is ze vergeten.