***

Cato Isaksen kreeg Randi Johansen zover dat ze Bente belde om te zeggen dat hij niet op tijd zou zijn voor de ouderavond. De rechercheurs zaten in een van de lege vergaderkamers. Ze waren de grondanalyse die was binnengekomen aan het doornemen. Ellen Grue bracht hen op de hoogte.

"We zijn er nu van overtuigd", zei ze, "dat er in het Slottspark een gevecht heeft plaatsgevonden, en dat Therese Geber daarbij betrokken was. De aarde in de auto is afkomstig van de zandhopen, en kleine deeltjes van diezelfde aarde zijn ook onder haar nagels gevonden. Jullie zijn de theoretici, maar we kunnen nu wel de conclusie trekken dat ze vlak bij haar auto werd vermoord of neergeslagen en daarna is vervoerd."

"Dat moet waanzinnig snel zijn gebeurd", zei Asle Tengs. "Tanja Geber beweert dat ze na tien minuten naar buiten ging om te kijken waar haar zus bleef. Toen waren zij en de auto weg."

"Dus moet de moordenaar haar in die korte tijd hebben afgetuigd en in de auto hebben gelegd." Randi Johansen keek twijfelend rond.

"Het belangrijkste is", onderbrak Cato Isaksen hen, "dat we hebben vastgesteld dat er werkelijk een gevecht heeft plaatsgevonden voor de auto verdween. En er kan in tien minuten veel gebeuren."

"De moordenaar heeft haar in de auto vervoerd", constateerde Randi, "haar naar Aker Brygge gebracht, en haar daar ergens in het water gegooid. Toen is hij naar Asker gereden."

"Misschien moeten we ons concentreren op het gebied rond Asker", zei Preben Ulriksen.

Ingeborg Myklebust kwam de kamer binnen. Ze kreeg kopieën van de rapporten.

"De alibi's zijn nagetrokken", zei Randi Johansen. "Wat Marius Berner betreft is alles in orde. Mongo daarentegen, en zijn vriend Morten,

vertrouw ik niet helemaal. Maar voorlopig hebben we niets tegen hen." Cato Isaksen voelde een onrust door zijn lichaam trekken.

"Misschien moeten we de verhoren intensiveren en uitbreiden. De mogelijkheid dat er een verband bestaat tussen de moordenaar en Asker is vrij groot", zei Asle Tengs.

"Hij kan toch ook haar adres hebben gelezen in haar autopapieren en ons in verwarring willen brengen", zei Björn Thorsen rustig en vertelde dat hij een uitdraai had gemaakt van alle verdachten van geweldsmisdrijven die nu op vrije voeten waren. "Ik zal ook het alibi controleren van een paar ex-veroordeelden", zei hij.

Na de bespreking liep Ellen Grue met Cato Isaksen naar zijn kamer.

"Laten we hopen dat we nu verder komen", zei ze, terwijl ze op een van de blauwe stoelen ging zitten. "Hoe gaat het met je verkoudheid?"

"Die is weg", zei hij.

Ze was nauwelijks een meter zestig groot. Er was iets aan de manier waarop ze zich bewoog, hij werd gefascineerd door de hardheid die ze toonde. Hij bleef naar haar zitten kijken. Hij was niet vergeten hoe het voelde toen ze zijn voorhoofd aanraakte om te voelen of hij koorts had.

Cato Isaksen voelde zich moe en boos. Hij was woedend, omdat hij de ouderavond had moeten missen. Hij zag op tegen de confrontatie met Bente. En dan was er nog dat gezeur over zijn vakantie en Ingeborg Myklebust die vond dat hij ervan moest afzien. Ellen Grue was het met hem eens dat hij moest gaan. "Een paar dagen", zei ze. "Dat gaat best."

Hij keek haar aan. Ze gebruikte geen make-up, maar toch leek ze op een lieve, kleine pop. Maar hij wist dat ze dat niet was. Hij had haar tot nu toe niet echt gezien. Of toch wel? Hij vond het plezierig om met haar samen te werken. Hij wist bijna altijd wat ze zou gaan zeggen, en hoe ze het zou zeggen. Hij dacht dat hij haar kende. In zekere zin, tenminste. Hoe lang hadden ze al samengewerkt? Vier jaar, of was het al vijf?

"Is er iets?" vroeg ze plotseling.

"Nee hoor", zei hij moe. "Neem me niet kwalijk, ik zat ergens aan te denken." Hij begon willekeurig te bladeren in de stapel papieren op zijn bureau.

Ellen Grue keek hem even aandachtig aan. Toen vroeg ze: "Heb je zin om met mij te vrijen?"

Cato Isaksen keek abrupt op van zijn papieren. Een zoete, donkere toon vibreerde gevaarlijk door hem heen. Natuurlijk had hij zin om met haar te vrijen, maar moest ze dat verdomme op zo'n manier vragen? Hij

keek haar recht aan. Wat was er met die vrouwen aan de hand? Ze overrompelden hem, zetten hem op zijn plaats en bezorgden hem in één moeite door een slecht geweten. Hij kon er niet meer tegen. Hij voelde zich moe en deed zijn uiterste best om niet te laten merken wat voor uitwerking haar vraag op hem had.

Hij legde zijn handen op het bureau. "Natuurlijk", zei hij flink. "Had je iets anders verwacht?"

Ze glimlachte duister, knikte en sloeg haar benen over elkaar. "Eigenlijk ben ik doodziek van deze klotebaan" zei ze. "Die verdomde klootzakken die moorden en verkrachten en het leven van andere mensen verwoesten."

"Leuk dat je ons allemaal over een kam scheert", zei Cato.

"Maar het is toch ook allemaal één grote shit", zei ze. "En ik moet het na afloop maar weer opruimen." Ze sloeg haar armen over elkaar, alsof ze haar mening wilde onderstrepen. "Jouw baan is naar verhouding gemakkelijk. Jij komt in een opgemaakt bed terecht. Ik moet eerst de rommel opruimen." Ze draaide zich half om. "Ik heb eraan gedacht om iets anders te zoeken", zei ze. "Misschien ga ik wel in een winkel werken." Ze haalde haar schouders op. "Misschien ga ik wel gordijnen en stoffen en vitrages verkopen." Ze lachte een harde, rollende lach. "Ik en vitrages", zei ze. "Stof afknippen en lieve, oude dametjes in grijze mantels advies geven over kleuren en patronen." Na een korte pauze ging ze verder.

"Toen we dat kleine jongetje vonden, dat door zijn vader was vermoord ..."

"Ja", zei Cato Isaksen en hij hoorde de klok aan de muur zachtjes tikken.

"Verdomme", zei Ellen Grue. Hij zag de afschuw over haar gezicht glijden. "Dat kleine handje ... Later heb ik vijf uur lang gehuild."

Hij kon zich Ellen Grue moeilijk huilend voorstellen.

Een lusteloosheid kroop over de met tapijt beklede vloer naar binnen. De tl-buizen zoemden zachtjes. Hij keek haar aan. Ze was mooier dan goed voor hem was. "Ik begrijp wat je bedoelt", zei hij. "Af en toe heb ik het gevoel dat we op een andere planeet zijn. Achter een gordijn of zo, een plaats waarvan andere mensen het bestaan niet eens vermoeden."

"Daarom heb ik wel zin om met jou te neuken", zei ze rustig. Ze boog zich naar hem toe en legde haar handen op het tafelblad. "Achter het gordijn, zal ik maar zeggen", vulde ze knipogend aan. Ze stond op, maar hield zijn blik vast.

Hij voelde het zweet onder zijn oksels sijpelen. Ze verwarde hem met haar directe manier van doen.

"Ik haal koffie voor ons", zei ze zacht en verdween door de deur.

Hij haalde diep adem, voelde de honger in zijn onderlijf. Voelde de misselijkheid in zijn keel achter zijn adamsappel bonken. Voelde hoe de kleur in hem opsteeg. Hij ordende de documenten op zijn bureau en stond op. Randi Johansen en Roger Hoibakk kwamen de kamer binnen.

"Hoe gaan we het nu doen?" Roger Hoibakk plofte neer op de stoel waar Ellen Grue zojuist had gezeten. "Hoe lang blijf je weg?"

"Hooguit drie dagen", antwoordde hij. "Ik vertrek maandag, meteen na de begrafenis."

"Het zal allemaal best lukken, jij moet gewoon wat tijd aan je gezin besteden", glimlachte Randi. "Ik bewonder je, Cato. Je moet je poot stijf houden."

Ellen Grue kwam terug met de koffiekopjes.

"Hij heeft net zijn haar gekamd", plaagde Randi terwijl ze naar Roger knikte. Ze trok er een stoel bij van de ovale vergadertafel en ging naast Roger zitten.

"Ik haal er nog twee", zei Ellen Grue terwijl ze de kopjes op het bureau zette.