***

ente Isaksen parkeerde de auto en stapte uit. Het was lang

geleden dat ze hier was geweest. Twee jaar geleden was ze hier op een late avond naartoe gekomen om Sigrid vanuit een raam in het trappen huis in het aangrenzende flatgebouw te bespioneren. De jaloezie was als een scherpe vlam in haar opgelaaid. Ze was totaal in de war en wist zelfniet waar ze toe in staat was. Maar allesoverheersend was het verdriet geweest. Nu voelde ze iets van diezelfde trieste stemming terugkeren.

Nadien had ze begrepen dat ze de minnares van haar man had op gezocht als een soort experiment van zelfkwelling. Met het gewenste effect. Het had haar op de bodem van zichzelf gebracht.

Cato had verteld dat Sigrid inmiddels een vriend had, een leraar die waarschijnlijk op dezelfde school als zij werkte. Het was goed om dat te horen. Het maakte alles gemakkelijker. De wetenschap van die vriend dempte de angst dat Cato haar weer zou verlaten.

Ze liep naar een telefooncel en belde zijn mobiele nummer. Hij antwoordde onmiddellijk en ze vertelde dat ze Georg wilde op halen. Dat ze al in de stad was. Ze hoorde aan zijn stem dat hij verrast was."Hartstikke goed, Bente", zei hij warm."Dankjewel. Ik kom natuurlijk zo gauw als ik kan, maar je weet immers hoe het is", voegde hij eraan toe.

Ze opende de bruine buitendeur met het hobbelige glas-in-loodraampje en liep het donkere trappenhuis in. Een driewieler en een kinderwa gen stonden bij de brievenbussen. Een grote stapel reclamefolders dieniemand wilde, lag slordig in een hoek.

Het rook er naar warm eten. Gekookte vis of zo. De wanden droegen het stempel van ouderdom. Overal afbladderende verf.

Ze legde haar hand op de trapleuning en herleefde het gevoel van pijn. Alles kwam terug. De geur en het slecht verlichte trappenhuis brachten

de pijnlijke herinneringen terug. Het wanhopige gevoel van eenzaamheid en verlatenheid dat ze als een ongeneeslijke ziekte had gevoeld. Plotseling zat dat gevoel weer in haar maag. Ze bleef een poosje zo staan, vermande zich toen en liep de trap op.

Ze begreep niet goed waarom Sigrid in de stad bleef wonen. Had ze niet altijd gezegd dat de jongen beter ergens anders zou kunnen opgroeien? Ergens waar de lucht schoon was en hij buiten kon zijn en alleen kon spelen.

Voor de deur op de vierde verdieping, die nog dezelfde groene kleur had, wachtte ze even om moed te verzamelen. Toen belde ze aan. Het naambordje met daarop cato en sigrid was natuurlijk weggehaald. Er zaten alleen nog twee gaatjes van de schroeven. Haar hart klopte op het ritme van de voetstappen die aan de binnenkant naderden. Toen Sigrid Velde de deur opendeed, schrok ze toch van de klik die zich als een kleine echo langs de muren verplaatste. Ze stapte automatisch een halve meter achteruit.

"Dag", zei ze snel en met een poging tot een glimlach.

Sigrid deed de deur helemaal open en keek haar verrast aan. "O, ben jij het", zei ze, terwijl ze een blonde haarlok die uit haar paardenstaart was losgeschoten uit haar gezicht streek. Ze zag er moe uit en keek op haar horloge.

"Je bent vroeg", zei ze.

Bente knikte. "Cato kreeg een nieuwe zaak", zei ze. "Zoals gewoonlijk", voegde ze eraan toe en glimlachte snel opnieuw.

Sigrid keek haar onderzoekend aan. Haar bleke gezicht was onopgemaakt. "Ja, daar weten we allebei alles van", zei ze ernstig.

Bente zag onmiddellijk dat Sigrid zwanger was. Ze had een welgevormde bobbel op haar buik. Ze leek zo rond de vijfde maand te zijn. Links onder op haar lichtgekleurde tuniek zat een jamvlek. Uit de flat drong een massieve etenslucht naar buiten. De geur van gekookte vis kwam hiervandaan.

Georg kwam aandribbelen in een maillot en een hemdje. Hij hield een grote auto in zijn armen en had rode jamvlekken om zijn mond.

"Hij houdt niet van vis", zei Sigrid, "daarom heeft hij rozijnenbrood met jam gegeten." Ze trok haar schouders op. "Ik ben te moe om ruzie met hem te maken", verontschuldigde ze zich.

"Hij krijgt bij ons nog wel warm eten", zei Bente terwijl ze zich naar het jongetje toe boog en vrolijk "hallo" zei.

Maar de jongen liet zich niet paaien. Hij gaf geen antwoord, keek al

leen even naar zijn moeder, draaide zich toen om en zette de auto op de grond. Onder het maken van bromgeluiden trok hij de auto driftig over de bruingeverfde vloer heen en weer.

"Kom toch binnen", Sigrid deed een paar passen achteruit en Bente stapte de rechthoekige gang in.

"Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik hem kom ophalen", zei Bente, haar handen in haar jaszakken stekend, "maar Cato kon hem anders pas laat halen."

Sigrid schudde het hoofd. "Nee hoor", zei ze moe, "maar hij komt toch wel thuis voor Georg naar bed moet? Ik wil immers graag dat Georg zijn vader zo veel mogelijk ziet."

"Dat spreekt vanzelf", zei Bente.

Sigrid stond haar even aan te kijken. Er trok een vermoeid lachje om haar mond. "Ja, je hebt het natuurlijk gezien?" Ze legde een hand op haar buik. "Of had Cato het al verteld?"

Bente knikte. "Ja", zei ze snel, hoewel het niet waar was. Cato had met geen woord over Sigrids zwangerschap gerept. "Hoe ver ben je?"

"Iets meer dan vijf maanden."

"Leuk, zeg", zei Bente, en ze hoorde op hetzelfde moment hoe zot dat klonk. "Ik bedoel, leuk dat Georg een broertje of zusje krijgt."

Sigrid wendde zich af. Bente begreep te laat dat ze iets verkeerds had gezegd. "Ja, hij heeft Gard en Vetle natuurlijk wel", begon ze, "maar die zijn al zo groot. Gard is al zeventien."

Sigrid stond nog met de rug naar haar toe. Ze trok de bovenste la van een oude, geloogde ladekast open en pakte er een jasje en een gewatteerd pak uit."Hij trekt bij ons in", zei ze terwijl ze zich weer naar haar toe draaide.

Heel even voelde Bente de oude angst door zich heen golven. Ze riep zichzelf stevig tot de orde.

"De vader?" vroeg ze.

Sigrid knikte. "Een collega", zei ze.

"Leuk. Hoe heet je vriend?"

Plotseling werd Sigrid onzeker. Ze kreeg een bepaalde koppigheid over zich."Hamza", zei ze snel.

"O", zei Bente, zich naar Georg toedraaiend, die haar zijn grote auto aanreikte.

"Hij geeft moedertaalonderwijs", vervolgde Sigrid en ze pakte een kleine weekendtas. "Soms maken we er een grapje over en zeggen we dat hij vadertaalonderwijs geeft." Ze lachte even.

De twee vrouwen keken elkaar aan en Bente voelde even een warme

tederheid voor Sigrid. Ze had haar aardig kunnen vinden. Ze hadden vriendinnen kunnen worden als de omstandigheden anders waren geweest.

"Gisteren was ik bij moeder", zei Sigrid plotseling.

"Bij moeder?" Bente keek haar verward aan.

"Ja, sorry, ik noem haar nog steeds moeder. Cato s moeder", legde ze uit.

Bente keek of ze iets van leedvermaak in haar gezicht kon ontdekken, maar zag niets.

"Ik wil dat Georg zijn oma leert kennen, weet je. Mijn ouders zijn immers allebei overleden."

Bente knikte. Catos moeder was ook de oma van haar jongens, maar het was lang geleden dat ze haar in het verpleeghuis hadden opgezocht. Cato kon het niet opbrengen en de jongens hadden altijd zoveel andere dingen te doen. Maar ze besloot ter plekke om moeder naar Asker te halen. Misschien volgende week al. Nee, misschien was met de kerst toch beter. Ze wilden in de herfstvakantie immers een paar dagen weg, zij en Cato en de jongens. Alleen zij vieren.

Georg stribbelde tegen toen Sigrid zich vooroverboog om hem zijn gewatteerde pak aan te trekken. Hij wilde de rode brandweerauto meenemen.

"Mee naar papa", zei hij beslist en stak zijn tong uit naar zijn moeder. Sigrid keek naar Bente. "Hij is misschien wel te groot, schat", zei ze. "En dat mag je niet doen. Ze leren van alles op de peuterspeelzaal", zei ze hoofdschuddend.

"Het lukt wel", zei Bente. "Laat hem de brandweerauto maar meenemen als hij dat graag wil."

"Ja", zei Georg luid, "dat wil ik graag." Toen begon hij een liedje te zingen.