***

Therese Gebers vrienden en familie werden om beurten opgeroepen voor verhoor op het politiebureau. Het was donderdag 24 september. Ze hadden bericht gekregen dat de begrafenis komende maandag zou zijn.

De vriendinnen kwamen met z'n tweeën. Hanne Marie Skage en Ida Henriksen waren als eerste aan de beurt. Mongo kwam met Marius Berner. Teddy Holm zou later op de dag komen. Roger Heibakk haalde mineraalwater uit de automaat in de gang. De jonge mensen stonden zenuwachtig voor Cato's kamer te wachten. Ze waren bleek en stil.

Cato Isaksen had juist een telefoontje van Bente gehad om hem eraan te herinneren dat hij 's avonds naar de ouderavond moest. "Het is belangrijk dat we met zijn tweeën gaan", had ze gezegd. Hij had beloofd dat hij zou proberen er te zijn.

Nu overwoog hij of hij hen een voor een binnen zou roepen, maar besloot uiteindelijk met beide meisjes tegelijk te praten. Daarna wilde hij met elk apart praten. Roger Hoibakk zou Mongo en Marius voor zijn rekening nemen.

Ida Henriksen wekte als gewoonlijk een stoere en kille indruk. Haar zwarte haar glom en de ring in haar wenkbrauw gaf haar een harde uitstraling. Ze zag eruit alsof ze zichzelf naar haar eigen beeld had gevormd. Ze droeg een nauwe, zwarte spijkerbroek en een lichtgroene, doorgestikte jas.

Hanne Marie Skage deinde als ze liep. Haar lichaam riep altijd een reactie op bij andere mensen. De meisjes gingen zitten. Ida Henriksen nam het woord. Ze herhaalde dat ze samenwoonden, zij, Tanja en Therese, in een flat die eigenlijk van haar broer was, maar die ze goedkoop konden huren. "Hanne Marie woont bij haar ouders", zei ze. "Waarom moeten we steeds opnieuw hetzelfde vertellen?" Ze gebaarde geërgerd met haar handen en Cato Isaksen zag dat ze zwarte nagellak ophad.

"Dat is onze manier van werken", zei hij. "Voor ons is het ook vervelend. Waarom woont Hanne Marie niet bij jullie?" vroeg Cato Isaksen.

Ida Henriksen haalde snel de schouders op. "Weet niet. Geen plaats. Ik bedoel, er was geen plaats." Ze keek haar vriendin aan. "Maar je wilt het zeker ook niet?"

Hanne Marie Skage schudde langzaam het hoofd. "Het kan mij niet schelen", zei ze.

Ida Henriksen leek opgelucht. Cato Isaksen vroeg hun nog een keer te vertellen wat er woensdag 16 september was gebeurd, de avond dat Therese verdween.

"Ze ging alleen maar even naar de auto om een tijdschrift te halen met iets over een nieuwe manier om af te vallen", begon Ida Henriksen.

"Dus afvallen is belangrijk voor jullie?" onderbrak Cato Isaksen.

"Nee." Ida Henriksen haalde snel haar schouders op. "Voor ons niet", zei ze. "Niet voor Therese en mij, maar wel voor Tanja en Hanne Marie." Ze porde haar vriendin zachtjes tegen haar schouder."Ja toch?" zei ze.

Hanne Marie Skage knikte benepen. "Een beetje", zei ze.

"We dronken wijn", ging Ida verder. "Therese reed, dus zij dronk niet. Hoe vaak moet ik dat nog vertellen?" zei ze gemelijk. "Dit is zeker al de vijfde keer."

Cato Isaksen wilde graag weten of Therese met mensen was omgegaan die belangrijk voor het onderzoek zouden kunnen zijn. De meisjes keken elkaar aan. "Weet ik niet", zei Ida. "Ze was een tijdje met Marius, maar dat is al lang geleden."

"Hoe lang geleden?"

"Tja, toen ze een jaar of vijftien waren. Maar het was dacht ik voor geen van tweeën erg belangrijk", zei Ida Henriksen.

Later, toen Cato Isaksen alleen met Hanne Marie sprak, was het net alsof ze zich op een andere manier durfde te presenteren. Ze ging goed op haar stoel zitten, keek hem geïnteresseerd aan en gaf zonder terughoudendheid antwoord op al zijn vragen. "Ik weet alleen dat Therese altijd kwaad was op Tanja", zei ze zacht en monotoon. Ze had een zware stem die op een treurige manier bij haar uiterlijk paste.

"Weet je ook waarom?"

Ze haalde langzaam haar schouders op. "Misschien omdat ze bang was ... en verdrietig", zei ze. "Tanja is niet zo sterk. Ze is heel erg ziek geweest. Anorectisch, heet dat toch?"

"Ja, dat had ik begrepen", zei Cato Isaksen en keek naar het dikke meisje op de stoel. "Mocht je Therese graag?" vroeg hij.

"Ja, best wel, maar Tanja vind ik het aardigst."

"Waarom?"

"Tja, dat weet ik niet, we lijken meer op elkaar."

Cato Isaksen kon geen twee mensen bedenken die meer van elkaar verschilden dan Tanja en Hanne Marie. "Kun je daar iets meer over vertellen?" vroeg hij.

"Tja ..." ze aarzelde. "Ida en Therese waren eikaars beste vriendinnen. Ze waren op een bepaalde manier heel stoer en nergens bang voor. Ze hielden met niemand rekening. Vroeger, toen we nog op de lagere school zaten, hadden ze vaak ruzie. Ida is nog steeds zo", voegde ze eraan toe. "Ida is eigenlijk de baas."

"Juist." Cato Isaksen belde naar Randi en vroeg haar om aantekeningen te komen maken. "Meteen", vulde hij aan. "Het is maar een formaliteit", glimlachte hij naar Hanne Marie, die zich weer in zichzelf leek terug te trekken. Ze keek hem misnoegd aan.

De deur ging open, Randi kwam stilletjes binnen en ging zitten. "Hallo", glimlachte ze.

"Kun je vertellen waarom Tanja en Therese ruzie hadden?" Cato Isaksen probeerde vriendelijk te zijn.

"Ze hadden geen ruzie. Dat heb ik nooit gezegd." Hanne Marie haalde haar schouders op. "Het had ermee te maken dat Tanja ziek was geweest. Ze had iets van een eetstoornis, of hoe dat ook heet. Anorexia, ik weet het niet precies ... Maar ze moest naar het ziekenhuis. Ze was heel erg mager, had haar op haar armen, zoals zulke mensen dat krijgen, weet u. Het zag eruit als dons", zei Hanne Marie Skage en kneep haar lippen op elkaar. Ze vond het duidelijk akelig om erover te praten.

Cato Isaksen liet haar praten. "Therese vond het stom. Dat ze zichzelf niet in de hand had, bedoel ik. Ze was het zat. Tanja was ook helemaal niet dik." Een rode blos verspreidde zich over het dikke, sproetige gezicht. "Niet zoals ik, bedoel ik", voegde ze eraan toe en het leek alsof ze dieper wegzakte in de stoel. Ze streek een paar haren uit haar gezicht en praatte verder terwijl ze naar een onzichtbare vlek op de wand keek."Ida en Therese waren niet altijd even aardig. Ook niet tegen mij. Ida en Therese stonden eigenlijk aan de ene kant en Tanja en ik aan de andere. Maar we waren toch vriendinnen", voegde ze toe. "Het was meestal gekheid, maar toch."

"Denk je dat er sprake was van jaloezie tussen Tanja en Therese over Marius?"

"Nee", antwoordde ze snel, "dat geloof ik niet."

"En de andere jongens?"

"Marius is oké", zei ze snel. "Teddy Holm mag ik niet. Hij is een beetj e ... tja, ik weet het niet goed, maar hij zegt niet zoveel tegen mij. Hij ziet me eigenlijk helemaal niet staan. Maar ... toen hij een keertje dronken was... toen..."

"Ja?"

"Ach." Hanne Marie Skage schudde snel het hoofd. "Hij kuste me voor de gein. Hij moest er later heel erg om lachen, maar ik vond het niet leuk. Ik voelde me zo dom."

"En Mongo?"

"Mongo. Tja, hij is nog maar een kind", zei ze ongevoelig. "Hij hoort er eigenlijk niet bij. Hij is meestal samen met een paar anderen, maar hij kent Carlos goed. Carlos vindt Mongo oké."

in de kamer ernaast verhoorde roger h0ibakk T anja's vriend, Marius Berner. Marius wekte de indruk een serieuze jongen te zijn. De negentienjarige was erg bedachtzaam.

"Ik weet eigenlijk niet wat jij me kunt vertellen", begon Roger Hoi- bakk en legde zijn hand op tafel. Asle Tengs kwam de kamer binnen, ging op een stoel zitten en maakte aantekeningen.

"Wat willen jullie weten?" Marius Berner keek de rechercheurs recht aan met zijn grote, blauwe ogen.

"Dat weten we niet goed", zei Roger Hoibakk. "Behalve dat we willen weten waar jij woensdag 16 september om negen uur's avonds was."

"Toen zat ik thuis mijn Engels te leren", zei hij snel. "Mijn ouders en mijn zusje waren ook thuis. Het kwam me goed uit dat de meisjes de stad in gingen, dan had ik tijd voor mijn huiswerk. Meestal zijn we 's avonds bij elkaar. Af en toe wordt dat wat te veel", zei hij.

Roger Hoibakk keek hem aan en knikte. "Is er verder nog iets wat je kunt vertellen?"

"Nee", de jongen aarzelde. "De verhouding met hun ouders was misschien een beetje gespannen."

"Met de ouders van Therese?"

Marius Berner knikte.

"Hoezo?"

"Tja, Tanja had dezelfde problemen als Therese. Hun moeder is nogal christelijk en een beetje hysterisch. Hun vader is wat afwezig. Bovendien was er iets tussen hen", vulde hij aan.

"Tussen wie?" Roger Heibakk leunde voorover.

"Tussen Therese en Tanja", ging Marius Berner verder. Hij droeg een blauwe trui, een spijkerbroek en groene, suède Globe-schoenen met witte veters. "Tja, ik weet niet precies wat", vervolgde hij onzeker. "Maar Tanja heeft vrij grote problemen gehad. Ik weet niet hoeveel jullie daarvan weten?"

"We hebben begrepen dat ze eetproblemen had, bedoel je dat?"

"Anorexia", zei Marius Berner ernstig. "Ze zit met zichzelf in de knoei, de stakker."

"Hoe lang zijn jullie al bij elkaar?"

"Drie jaar."

"Drie jaar? Dat is lang. Jullie zijn pas negentien, hè?"

Marius Berner knikte. "Ik heb met Tanja al heel veel meegemaakt", zei hij."Twee jaar geleden werd ze opgenomen. Maar ze heeft veel hulp gehad."

"Van wie?"

"Van haar dokter, Torkei Bru, en van haar psychiater. Torkei Bru is trouwens een oude zeur. Hij belt steeds op om te vragen hoe het gaat. Tanja is hem spuugzat."

Marius Berner stond op en liep naar het raam. Hij bleef even staan kijken naar het plein voor het politiebureau. Hij had honger. Bij het ontbijt had hij niet veel naar binnen kunnen krijgen. Hij had naar school gebeld en toestemming gekregen om een paar uur weg te blijven, maar hij dacht aan de wiskundeles. Nu zouden ze de nieuwe opgaven wel doornemen. Hij draaide zich om naar de rechercheurs. "Ik doe dit voorjaar eindexamen", zei hij, "en ik ben een beetje gestrest. We hebben nu wiskunde." Hij keek demonstratief op zijn horloge. "Ik heb dit jaar nog geen uur gemist. Afgezien van nu dan", voegde hij eraan toe.

Roger Hoibakk keek de jongen aan. "We kunnen dit ook vanmiddag doen als je dat liever hebt", zei hij.

"Nee." Marius Berner ging weer op zijn stoel zitten. "Het is alleen dat ik op het moment haast niet kan slapen, om wat er is gebeurd. En Tanja is bang dat zij ook vermoord zal worden."

"Juist." Roger Hoibakk keek Asle Tengs even aan. "Heeft ze daar reden voor?"

Marius Berner schudde het hoofd. "Dat wat ik zojuist zei, dat ze hulp kreeg toen ze ziek was ... Ik heb haar ook veel geholpen. Ik was steeds bij haar. Ze heeft het zelf ook vaak gezegd, dat het aan mij te danken was dat het goed is gegaan. Ik bedoel, het kan mij niet schelen of ze wat meer vet op haar billen heeft." Hij haalde zijn schouders op en grijnsde. "Het is een beetje hopeloos, maar eigenlijk gaat het daar niet om." "Waar gaat het dan wel om?"

"Het is iets anders", zei Marius Berner. "Ze is niet dik en dat weet ze zelf in feite ook wel. Ze is niet dom. Ze is... ze is... bijna wanhopig. Niet altijd, maar heel vaak. Het is net alsof ze ergens tegen moet vechten."

Roger Hoibakk leunde achterover in zijn stoel. Hij had de jongen gevraagd alles te vertellen wat hij wist. Hij had verteld dat dingen die niets met de zaak te maken hadden, toch belangrijk konden zijn. "Je kunt nooit weten", had hij gezegd, "zo werken wij."

Daarom zat de negentienjarige nu te vertellen over intieme en persoonlijke verhoudingen in zijn vriendenkring, die bestond uit de drie meisjes die samenwoonden, plus hun vriendin Hanne Marie Skage, hun vrienden Marius en Teddy en een paar kennissen, zoals Mongo en nog een paar anderen.

"Mongo heeft het aan iedereen verteld", lachte Marius voorzichtig. "Dat hij voor verhoor naar de politie moet. Hij vindt het zeker spannend." Na een korte pauze ging hij verder. "We waren vaak in de flat. Het werd een soort verzamelplaats. De meesten van ons wonen nog thuis, behalve Teddy dan", zei hij.

"Wat vind je van Teddy Holm?"

"Tja", de jongen aarzelde."Hij is niet bepaald mijn type, maar hij doet niets verkeerd en het is Idas vriend."

"Vond je Therese aardig?"

Marius Berner keek de beide rechercheurs om de beurt aan. "Ach ja", zei hij. "Ze was oké, op haar manier", voegde hij eraan toe. "Het enige is dat ze soms een beetje te stoer was. Een beetje zoals Ida."