***

Cato Isaksen twijfelde er niet aan dat gelaatsuitdrukkingen besmettelijk waren. Hij had ergens gelezen dat je spieren onmiddellijk reageerden op een lach of norse trekken op het gelaat van je gesprekspartner. Mimiek was van invloed op gevoelens.

Hij zat tegenover Ingeborg Myklebust en imiteerde min of meer bewust, met minimale bewegingen haar gelaatsuitdrukking. Ze keek hem door haar brillenglazen mistroostig aan.

"Het is onmogelijk", zei ze.

"Ik ga", zei hij vastbesloten. "Of je nu wilt of niet. Ik heb mijn besluit genomen. Ik kan mijn gezin niet nog een keer teleurstellen, niet nu. Vanavond, bijvoorbeeld, om zes uur, zou ik naar de ouderavond van mijn oudste zoon moeten gaan. Ik heb Bente beloofd om te komen, maar ik weet dat ik het toch niet zal redden. Ik moet nog een verhoor afnemen. Teddy Holm komt over een uur", zei hij terwijl hij op zijn horloge keek.

Ingeborg Myklebust legde haar verzorgde hand met de rode nagels voor hem op het tafelblad. Hij keek ernaar. Ze droeg twee grote diamanten ringen en een eenvoudige, gladde ring aan haar vingers. Ze was al dertig jaar met dezelfde man getrouwd.

"Je kunt niet op vakantie gaan als je de verantwoordelijkheid hebt voor zon grote moordzaak. Je bent niet zo dom", hield ze vol,"dat je dat niet begrijpt." Ze keek hem indringend aan. "Je weet hoe belangrijk het begin van een onderzoek is. Neem bijvoorbeeld de alibi's van alle vrienden van Therese Geber. En het vervolg op alle andere acties?"

"Roger en Randi trekken de vrienden na", zei Cato Isaksen moe. "Al het andere kan ik telefonisch regelen."

Ingeborg Myklebust snoof.

"Luister, sommigen zullen het raar vinden", ging hij geïrriteerd verder, "maar ik heb een gezin waar ik rekening mee moet houden."

De hoofdinspecteur gooide demonstratief haar hoofd achterover. "Jezus, Cato", zei ze terwijl ze haar bril afzette. Ze bleef ermee in haar handen zitten. "Je kunt niet weggaan, niet nu", stelde ze kortaf vast.

"Mijn gezin valt binnenkort uiteen. Zo ben ik ook geen goede rechercheur." Cato Isaksen staarde naar het donkere raam waarin zijn gezicht werd weerspiegeld. Het zag er troebel uit.

"Toch wel", zei Ingeborg Myklebust bits. "Dat ben je wel, als je je werk maar doet."

"Ik doe mijn werk", diende hij haar van repliek."Ik draag alleen mijn taken voor een paar dagen over. We hebben het over een paar dagen."

"Het spijt me, maar het kan niet", zei ze resoluut terwijl ze opstond. Ze liep naar de deur, stopte en draaide zich naar hem om. "Ik wacht op je rapporten", zei ze terwijl ze de deur opende en de kamer uit liep.

Een paar minuten later kwam Asle Tengs de kamer binnen. "We hebben de uitslag van de grondmonsters", zei hij en legde een envelop voor hem op het bureau. "Het is dezelfde aarde als in het park rond het slot. We zijn een stapje verder."

ente wilde voor de herfstvakantie een nieuw ski-jack kopen.

Haar oude lichtblauwe jack was vies en versleten. Ze stond in de sport winkel vlakbij de winkelpromenade in Asker en zocht in het rek met dejacks. Georg rende door de winkel heen en weer en maakte autogeluiden, waarbij hij deed alsof hij plotseling moest remmen. Ze had beslo-ten een donkere kleur te nemen. Donkerblauw misschien, of groen.

Georg kreeg door de winkelruit Gard in de gaten. "Daar", riep hij."Gard. Kijk daar." Hij drukte zijn gezicht tegen het raam.

Bente hing het jack terug in het rek en liep snel naar het raam om naar buiten te kijken. Ze legde haar hand op Georgs hoofd. "Je hebt gelijk", zei ze. Gard liep snel over het trottoir aan de andere kant v an de straat, samen met een klein e, donkere jongen met een opval lend uiterlijk Bente wist niet wie de andere jongen was. Ze had hem nog nooit gezien. Allebei rookten ze intensief. Ze namen een paardiepe trekken van hun sigaretten en bogen zich onder het lopen iets voorover alsof ze zich wilden beschermen tegen het koude weer. Ze spraken niet met elkaar, liepen alleen maar doelbewust naast elkaar verder.

Bente keek op haar horloge. Ze hadden zeker pauze. Daarom liepen ze natuurlijk ook zo snel, om op tijd terug te zijn voor de les.

Ze zag hun ruggen om de hoek verdwijnen. Ze vond het beslist niet leuk dat haar zoon rookte, maar ze had het al aan zijn kleding geroken als hij uit was geweest. Ze zuchtte en zocht verder tussen de jacks. Ze zag op tegen de ouderavond. Voelde intuïtief aan dat ze iets te horen zou krijgen wat ze niet leuk zou vinden. Ze kreeg pijn in haar buik bij de gedachte. Ze voelde zich plotseling verschrikkelijk moe. Het beeld van de twee jongens danste nog op haar netvlies. De nuances in het beeldwaren bruin. Ze wilde haar gevoelens niet toelaten. Ze wist niet wat het was. Maar diep in haar gonsde de duisternis.

Ze pakte een jack uit het rek en bekeek het aandachtig. Maar in het jack hing het beeld van haar zoon en dat gaf hem een ongekend gewicht.

"Kan ik u ergens mee helpen?" De verkoper was gekleed in een sportieve trui en een blauwe broek. Aan zijn voeten droeg hij witte gympen.

Bente keek hem aan. Toen keek ze nog een keer naar het jack en wist dat ze dat niet wilde hebben. "Ik denk dat ik nog even wacht", zei ze en ze hing het jack terug in het rek. "Ik kan geen keuze maken", zei ze vlug, nam Georg bij de hand en liep de winkel uit. Ze had om vier uur met Hamza op het station afgesproken. Hij zou Georg ophalen.