Ida en haar broer Carlos hadden niet dezelfde vader. Carlos, die zesentwintig was, had in 1993 geld van zijn vader geërfd en de flat als beleggingsobject gekocht.

Therese had gewoon haar spullen gepakt en was verhuisd. Haar moeder had getierd en gehuild en gedreigd. Maar haar vader had haar

ten slotte weggebracht, met een auto vol tassen met kleding en beddengoed, haar dekbed en haar kussen.

Een week later verhuisde ook Tanja.

Ze hadden het prima naar hun zin in de flat met de drie slaapkamers, voor ieder van hen één. Ze hadden geloot om de grootste kamer, die uitkeek op de speelplaats en de flat erachter. Tanja won, en Ida en Therese namen de twee kleine kamertjes die uitkeken op de snelweg. Therese had haar rieten stoel meegenomen, maar Ida had niet veel ruimte in haar kamer. Er stond nog een afsluitbare ladekast van Carlos. Het enige wat hij had laten staan. In het begin was het geluid van het verkeer ongewoon geweest, maar ze wenden er snel aan. Therese vond het eerst vervelend dat het 's morgens op haar slaapkamer naar uitlaatgassen stonk, maar na verloop van tijd wende ze ook daaraan.

Berit Geber had nog maandenlang de martelaar uitgehangen. De meisjes vonden dat de pijn op haar gezicht om van te kotsen was.

Ze hadden zich voorgenomen hun huiswerk te maken en op hetzelfde niveau te blijven. Tanja was de beste van hen, Therese haalde goede cijfers en Ida had aan alles lak. "Ik red me wel", zei ze. "Ik doe eerst toelatingsexamen, dan zie ik wel weer."

Op zaterdag hadden ze een baantje in verschillende winkels in het centrum van Asker. Ze verdienden genoeg om de huur te betalen, maar waren afhankelijk van een toelage van hun ouders voor eten, elektra en kleding. Ze hadden uitgelegd dat het zo niet duurder was dan wanneer ze thuis hadden gewoond.

vanaf het moment dat ze hadden gehoord dat therese dood

was, begonnen haar ouders te zeuren dat Tanja weer thuis moest komen wonen."Doe het voor mij", had haar moeder gezegd."We moeten elkaar nu helpen, lieverd. Alsjeblieft." Maar Tanja werd al misselijk bij de gedachte. Thuis was voor haar niet langer thuis bij haar ouders. Thuis was de flat in het hoge gebouw. Ze dacht aan haar zeurende moeder en aan God met het voetbaloog en wist dat het gevaarlijk voor haar zou zijn om weer thuis te gaan wonen. Ze zou nog minder gaan eten dan ze nu al deed. Dun-Dwaas zou haar weer volledig in haar macht krijgen. Ze haatte Dun-Dwaas, maar hield ook van haar. Ze had een gezicht met twee kanten en een grote lachende mond, en ze was een paar jaar geleden in haar lichaam komen wonen.

Tanja voelde zich volwassen en vrij. Tegelijkertijd was ze een heel klein vogeltje.

God was niet meeverhuisd. Therese en zij hadden er grapjes over gemaakt dat God thuis bij hun moeder was gebleven en dat Hij nu meer plaats en meer macht had. "Nu is er niemand die Hem het leven lastig maakt", had Therese gelachen.

Als Tanja samen met Ida en Therese in de flat was, kon ze eten wat ze wilde, of niet. Ze kon naar bed gaan wanneer ze wilde. Ze kon zelfs aantrekken wat ze wilde. De afstand tussen het huis waar ze haar jeugd had doorgebracht en de flat was eigenlijk niet zo groot. Het was een kwartiertje lopen. Maar de afstand was groot genoeg. Berit Geber maakte de wandeling vaak. Af en toe liep ze de trappen op en belde aan, maar vaak beklom ze alleen maar de kleine heuvel naast de flat aan de overkant, en keek door de ramen naar binnen. Tanja had haar een keer gezien, en was bang geworden.

Berit Geber kon haar dochters niet vertellen over deze avondwandelingen. Zelfs haar man wist er niets van. Ze dacht wel dat hij iets vermoedde. Maar zijn baan maakte dat hij vaak weg was, vaak vier of vijf dagen achter elkaar. Ze wist zeker dat Tanja haar een keer had gezien. Ze stond voor het raam toen ze de hoek van het hoger gelegen flatgebouw omsloeg.

Berit Geber mocht Teddy Holm niet. Ze wist natuurlijk dat het haar zaak niet was. Hij was niet de vriend van haar dochter. Maar ze begreep niet wat Ida in hem zag. En Ida was zelf toch ook niet helemaal normaal, met die ring door haar wenkbrauw.

Wat Berit Geber het meest van alles voor haar dochters wenste, was dat God een plaats in hun leven zou krijgen. En daar zou zij haar best voor doen. Ze vond niet dat ze het op moest geven alleen omdat ze niet meer thuis woonden.

Maar nu, nu Therese dood was, was haar grootste wens dat Tanja weer thuis zou komen. Ze speelde op Tanja's gevoel in, maakte er bewust gebruik van. Ze wist dat ze Tanja gemakkelijker kon sturen dan Therese.

Tanja had met Ida gepraat en haar om hulp gevraagd. Nu Therese dood was, had ze een beter contact met Ida. Eigenlijk waren Ida en Therese vriendinnen geweest. Toen was Tanja de zus van Therese geweest. Nu was ze alleen maar Tanja.

"Ik kan niet weer thuis gaan wonen", had ze gezegd. "Ik ga kapot als ik dat doe. Maar ik kan niet lang meer nee zeggen."

"Je gaat niet weer thuis wonen", had Ida gezegd. "Jij en ik blijven hier. We zullen elkaar helpen." Tanja was gaan huilen. Ze had niet verwacht dat Ida haar wilde helpen. Ida had zich in het begin aan haar geërgerd. Ida wilde samenwonen met Therese, niet met haar. Maar nu wilde ze dat vergeten. Ze wilde alle domme dingen vergeten die Ida tegen haar had gezegd toen ze ziek was. Dat het haar eigen schuld was en zo. Dat ze op moest houden met toneelspelen en alles voor haar omgeving te verpesten.