***

H et voorlopige sectierapport kwam maandagochtend met de conclusie dat Therese Geber door verstikking om het leven was gekomen en niet door verdrinking.

Aangenomen werd dat de dood 16 september tussen negen en elf uur 's avonds was ingetreden.

Het bloed op de promenade voor La Piazza bleek niet van haar te zijn. Het was afkomstig van twee Marokkaanse broers die met elkaar op de vuist waren gegaan over de vraag wie de verantwoordelijkheid op zich zou nemen voor hun oude, zieke vader die in een verpleeghuis in Stovner zat.

Aker Brygge was uitgekamd. Voorlopig waren er geen vezels van Thereses kleren herkend tussen het materiaal dat men in het lab nog aan het onderzoeken was.

"Voorlopig dus geen spoor", concludeerde Cato Isaksen mismoedig en hij keek naar de andere rechercheurs. "De auto is grondig onderzocht. Er zijn een paar haren gevonden die niet van Therese Geber zijn en natuurlijk veel vingerafdrukken. Bovendien zijn op de achterbank en op de vloer kluitjes aarde gevonden. Dat er ook aarde op de achterbank lag, kan betekenen dat Therese Geber na haar dood met de auto is vervoerd. De resultaten zijn nog niet binnen, maar men heelt monsters van de grond in het Slottspark en de parkeerplaats bij het Semsvann genomen om ze te kunnen vergelijken."

"Dus we laten de theorie dat ze zelf de auto naar Asker heeft gereden, vallen?" vroeg Randi Johansen. "Als blijkt dat de aarde uit het Slottspark komt, bedoel ik."

"We zullen zien", zei Cato Isaksen. "Laten we eerst de uitslag van het onderzoek maar afwachten."

"Ik heb begrepen dat de auto vaak werd gebruikt om met vrienden in rond te crossen", zei Roger Hoibakk. "En dat is kennelijk een vrij

grote dub, het kan dus wel even duren. Ze kan natuurlijk ook door een van die vrienden voor Kunstnernes Hus zijn opgewacht."

"Het lijkt me niet erg waarschijnlijk, heb je iemand op het oog?" vroeg Cato Isaksen.

Roger Hoibakk schudde zijn hoofd. "Niet echt", zei hij. "Maar we hebben ook nog niet alle vrienden gesproken. Alleen maar de harde kern. Het zijn er vast meer dan de vijf die wij hebben ontmoet", zei hij, terwijl hij een prop papier tussen zijn handen liet rollen. Het was de lijst met namen van Arcimboldo."Ik heb de mensen die in het café werken gecheckt", zei hij en begon de prop papier glad te strijken. "Behalve de oudere kelner waar we zaterdag mee hebben gesproken en de kok, werkten daar die avond alleen maar vrouwen, jonge meisjes. Allemaal studentes. Ik heb ook een paar namen van gasten te pakken gekregen. Ze hebben vrij veel stamgasten. Thorsen en ik hebben vanmiddag met een paar van hen een afspraak."

"Uitstekend", zei Cato Isaksen.

"En de boten bij Aker Brygge dan?" zei Randi Johansen. "Ik weet dat een paar mensen van ons daar al hebben rondgekeken, maar zouden we niet aan boord moeten gaan om ze aan een grondiger onderzoek te onderwerpen? De rapporten die we tot nu toe hebben gekregen, zeggen niet zoveel en het lichaam werd wel vlak bij een paar jachten gevonden."

"Absoluut", stelde Cato Isaksen vast.

"Hoor eens", onderbrak Asle Tengs hen, "ik stel voor dat Preben en ik de boten checken. Maar we weten pas waar we aan toe zijn, als we de definitieve rapporten van de drie plaatsen hebben."

"Dat met die jachten zal Preben wel leuk vinden", zei Roger Hoibakk en hij gaf zijn jongere collega een duwtje tegen zijn schouder. Preben Ulriksen glimlachte even.

"Zolang we het verloop van de gebeurtenissen niet kennen, komen we niet verder", zei Björn Thorsen. "We weten inmiddels dat het bloed voor het restaurant op Aker Brygge niet van haar is. Dat is tenminste iets", voegde hij eraan toe.

"Ik denk dat het een toevallige passant was", zei Randi Johansen terwijl ze een slok van haar koffie nam. "Ik weet niet waarom, maar ik heb zo'n voorgevoel."

"Mooi zo, Randi", zei Roger Hoibakk met een knipoog naar haar. "Daar hebben we wat aan."

Randi zuchtte gelaten. "Het is belangrijk om te zeggen wat je denkt", zei ze. "Je weet dat ik vaker gelijk heb gehad."

"Dat lijkt me een vrij slecht uitgangspunt", zei Cato Isaksen.

"Ik weet het", zei Randi snel, "maar toch denk ik het. Het is het meest logische."

"Er zijn maar heel weinig mensen die iets hebben gezien." Cato Isaksen noteerde iets in de kantlijn op een van zijn papieren. "Het is natuurlijk herfst, het was avond en slecht weer. Maar toch. Ik ben het met Asle eens, er zit niets anders op dan de definitieve rapporten af te wachten. Maar dat kan nog wel even duren. Ondertussen volgen we onze vaste procedures en praten we verder met haar familie en vrienden."

Randi Johansen stond op en liep snel naar de deur. "Neem me niet kwalijk", zei ze en verdween in de gang.

De anderen keken elkaar even aan. "Jee", zei Roger Hoibakk gelaten. "Ik wist niet dat ze zo fijngevoelig was."