***

Een formaliteit. Het woord denderde het hoofd van Berit Geber binnen en ontketende daar een reeks klaaglijke, haast dierlijke snikken. In het water bij Aker Brygge. In het water bij Aker Brygge. Ze stortte helemaal in. Hoe kwam ze hier ooit overheen? Hoe zou ze ooit verder kunnen leven?

De jonge mensen bewogen onrustig op hun stoel. Tanja Geber draaide haar moeder de rug toe. "Ik begrijp gewoon niet wat ze daar deed", riep Berit Geber terwijl ze opstond. "Hoe kan ze daar nu in het water zijn beland!"

Rolf Geber wilde zijn echtgenote naar de slaapkamer helpen. Daardoor ontstak ze in acute razernij. Ze draaide zich naar hem om en siste: "Jij liet de meisjes ook maar hun gang gaan!" Ze bewerkte hem met haar vuisten. "Ik heb de hele tijd gezegd dat het verkeerd was, dat ze te jong waren, dat het rampzalig zou eindigen. En dan die auto. Ik had haar toch gezegd dat het onzin was om een auto te kopen. Wat moest ze daar ook mee?"

Agente Randi Johansen stond op en liep naar Berit Geber toe. "Het geeft niet. Laat haar maar even", zei ze tegen Rolf Geber. Ze sloeg haar arm om de schouders van de vrouw.

Rolf Geber, wit weggetrokken van verdriet en uitputting, viel zwaar terug op de bank.

"Alles moet hier perfect zijn, begrijpt u." De woorden stroomden Berit Geber over de lippen. "Zelfs nu mag ik mezelf niet zijn." De woordenvloed werd onderbroken door grove snikken.

"Mama toch", zei Tanja Geber. "Jij wilt toch altijd dat alles perfect is. Met God en Jezus en zo."

De vrienden bogen het hoofd of keken weg. Hanne Marie Skage zat zachtjes te huilen.

Plotseling stond er een blond, keurig gekleed meisje in de deuropening. Ze leek een jongere uitgave van Tanja Geber. Berit Geber rechtte

haar rug en bracht een papieren zakdoekje naar haar ogen. Het meisje liet haar schooltas op de grond glijden en kwam langzaam de kamer binnen. Een oranje zonneplek danste op haar schouder. Haar ogen zogen het beeld op van iedereen die in de kamer zat of stond.

k de ontmoeting met de ouders van therese Geber reed

Cato rechtstreeks naar huis. Toen hij zijn auto op de parkeerplaats had neergezet, kwam een rode kat hem miauwend tegemoet. Hij bukte om hem te begroeten.

In het begin had hij aan het dier moeten wennen. De grote, rode kater stond op een dag ineens op twee poten door de verandadeur naar binnen te kijken. De veertienjarige Vetle had hem binnengelaten en beweerde later bij hoog en laag dat hij van niemand was. De kat, die er goed doorvoed en gezond uitzag, had al snel Cato Isaksens luie stoel veroverd.

Volgens Vetle was het dier halfdood van de honger en had hij overal verwondingen. Volgens Bente en Cato was daarvan geen sprake.

Bente had in het begin iedere dag de plaatselijke Asker og Bcerums Budstikke angstvallig in de gaten gehouden om te kijken of niemand een advertentie voor het dier had geplaatst, maar na een paar weken was ze daarmee opgehouden.

Degene die uiteindelijk de doorslag gaf en hun deed besluiten de kat te houden was Gard, die op het moment helemaal nergens in geïnteresseerd was. Hij legde een bijzondere belangstelling voor het dier aan de dag, streelde het beest over zijn rug en liet hem 's nachts aan het voeteneinde van zijn bed slapen.

Cato en Bente hoefden elkaar maar één keer aan te kijken. Daarna wisten ze allebei: de kat moest blijven.

Het viel nog niet mee om een passende naam voor de rode kat te verzinnen. Cato en Vetle wilden hem allebei Brand noemen: Cato naar de held van Ibsens toneelstuk, Vetle vanwege de kleur.

Bente vond het een prachtige naam. Hij was immers ook rood als een brand. Maar Gard was het er niet mee eens. Bente en Cato keken

met belangstelling naar hun oudste zoon. Het kwam niet vaak voor dat hij iets vond. Gard wilde de kat Marmelade noemen. En dat werd het.

Gard negeerde zijn vader. Bente zei dat Cato het zich niet moest aantrekken. "Het is de leeftijd", zei ze. "Als het dit niet was, dan was het wel iets anders geweest."

Maar Cato trok het zich wel aan. Er was iets kapotgegaan. Soms werd hij zo razend op zijn zwijgende en afwezige zoon, dat hij om een kleinigheid in woede uitbarstte.

Gard ging in Asker naar de middelbare school, maar had het er niet naar zijn zin. Zijn cijfers waren niet om over naar huis te schrijven en veel beter zouden ze waarschijnlijk niet worden.