In de zondageditie van VG werd de verdwijning van Kathrine Bjerke in verband gebracht met de moord op haar grootmoeder. Kathrines grootmoeder vermoord, stond er met grote letters op voorpagina.

De 75-jarige vrouw die vijf dagen geleden op straat in Ullevål Hageby werd neergeschoten en vermoord, was de grootmoeder van de verdwenen Kathrine Bjerke. Het 14-jarige meisje verdween ruim twee weken geleden uit haar woonplaats Drøbak. De politie, hulptroepen van het Rode Kruis, de Burgerwacht en vrijwilligers hebben actie ondernomen om het meisje terug te vinden. Acht dagen geleden werd haar opsporingsbericht verspreid in het hele Schengengebied. Inmiddels zijn er zaken naar voren gekomen die erop wijzen dat het meisje vrijwillig is verdwenen. Maar nu, na de moord op haar grootmoeder Brenda Elise Moen, die woensdagavond op straat werd doodgeschoten, is het volgens onbevestigde berichten volkomen duidelijk dat de zaak een andere wending heeft genomen. De politie wil niet speculeren over een verband tussen beide zaken, maar uit betrouwbare bron is vernomen dat er nu al diverse concrete theorieën bestaan over de eventuele gebeurtenissen.

”Een lek”, zei Roger Høibakk teleurgesteld.

Afdelingschef Ingeborg Myklebust keek haar team ontevreden aan. Ze schikte haar rode haar en prutste even aan de kraag van haar beige zijden blouse voor ze ging zitten en Cato Isaksen het woord gaf. Hij begon met een algemeen verhaal over de beide zaken en waarschuwde het team zich niet vast te bijten in een bepaalde theorie.

“Dat de kranten al met dergelijke conclusies komen, is natuurlijk irritant”, begon hij, “maar we moeten proberen ons niet te laten beïnvloeden. Het is echter wel afgelopen met de rust. We kunnen er niet van uitgaan dat er een verband tussen beide zaken bestaat. Tegelijkertijd hebben de kranten gelijk dat de verdwijning van Kathrine Bjerke nu in een ander licht is komen te staan. We moeten ons concentreren op het verband. Alle theorieën toetsen. Ons niet ophangen aan één theorie. En dan maar kijken waar we uitkomen. In gesprekken met de pers wil ik dit daarentegen niet overdrijven. Over een paar uur hebben we weer overleg met de politie van Follo. Morgenvroeg om negen uur is er een gezamenlijke persconferentie.”

“Die doe ik”, zei Ingeborg Myklebust snel.

“Mooi”, zei Cato Isaksen.

“Wat denken jullie van een geheel nieuwe theorie?” zei Roger Høibakk. “Misschien heeft Kathrine Bjerke haar grootmoeder wel doodgeschoten.”

“Die gedachte is bij ons allemaal opgekomen” zei Asle Tengs.

Roger Høibakk keek zijn collega’s om beurten aan.

“Het is een theorie”, zei hij schouderophalend.

“Maar geen waarschijnlijke”, nam Randi Johansen het over. “Vaak zijn 14-jarige meisjes dol op hun grootmoeder en meestal schieten ze die niet dood.”

“Ze kan verslaafd zijn aan drugs”, zei Roger. “Wie zal het zeggen. Misschien heeft ze om geld gevraagd of van haar gestolen.”

“Ik dacht dat drugsgebruik was uitgesloten”, zei Randi.

“Maar misschien weten we niet alles. Misschien had Kathrine geheimen waar niemand in haar familie of vriendenkring iets van wist.”

“Daar kun je natuurlijk gelijk in hebben.” Er verscheen een bezorgde rimpel op Cato Isaksens voorhoofd.

“Sommige mensen hebben een dubbelleven”, zei Roger Høibakk.

“Maar ze is nog maar veertien”, zei Randi Johansen.

“Alf Boris Moen, de zoon van het slachtoffer, vertelde dat zijn moeder een paar keer lastig was gevallen door een stel skaters”, zei Cato Isaksen. “We moeten die jongens nog maar eens verhoren.”

Om acht uur op maandagmorgen kwamen de rechercheurs in Cato Isaksens kamer bij elkaar. Ze waren er allemaal, behalve Ingeborg Myklebust die met de landelijke recherche en de politie van Follo een bespreking had over de komende persconferentie. Een stroom van tips over Kathrine Bjerke was in het kielzog van de nieuwe zaak naar voren gekomen. De rechercheurs werden bevestigd in hun vermoeden dat een militair wapen was gebruikt om Brenda Elise Moen op straat neer te schieten en te vermoorden.

Ellen Grue presenteerde het rapport, waarin stond dat het slachtoffer was geraakt door twee 9mm-projectielen. Er was waarschijnlijk gebruikgemaakt van een Glock P-80 militair pistool, maar het zou ook een MP-5 wapen kunnen zijn. “We hebben informatie opgevraagd bij het leger”, zei Ellen Grue. “Alleen al in Oslo zijn er 728 wapens vermist. En dan hebben we het over automatische wapens van het type AG-3, machinepistolen van het type MP-5 en een aantal Glock-pistolen. Een paar weken geleden is er ingebroken in het wapendepot bij Rud in Baesrum, maar er verdwijnen regelmatig wapens uit dergelijke militaire depots zonder dat de zaak wordt opgelost. Op 9 februari werden twee wapens als vermist opgegeven bij de vliegbasis Rygge. Er zwerft dus een enorme hoeveelheid wapens ergens rond.”

“Dat wordt dus zoeken naar de beroemde speld in de hooimijt”, zei Roger Høibakk gapend.

“Berg”, zei Randi Johansen, “hooiberg.”

Roger keek haar grijnzend aan.

“Misschien moeten we ons niet te veel bezighouden met het onderzoek in het leger”, vervolgde Randi. “We weten tenslotte dat die wapens worden doorverkocht in allerlei milieus. Het drugsmilieu, groepen allochtonen, overal.”

“Misschien heb je gelijk. Ik wil informatie over iedereen in de kringen rond Kathrine en haar grootmoeder. Met name mensen die op de een of andere manier connecties hebben met het leger”, zei Cato Isaksen terwijl hij de groep aankeek. “Preben, ik wil dat jij grondig onderzoek doet naar iedereen die te maken heeft met Alf Boris Moen, zowel wat betreft zijn werk als privé. Thorsen, jij neemt Kathrine Bjerkes kring, alles en iedereen. Vaders van haar vriendinnen die lid zijn van de Burgerwacht, buren, collega’s van haar moeder en haar stiefvader. Al dat soort mensen.”

De persconferentie liep gesmeerd en gedurende de dag werkten de rechercheurs in kleine groepjes verder. Cato Isaksen besloot een bezoek te brengen aan de vriendinnen van Brenda Moen. Hij had met een van hen gebeld en een afspraak gemaakt. Zij had beloofd de ander op de hoogte te brengen.

Terwijl hij wachtte op Randi Johansen, die hem zou vergezellen, voelde hij zijn vermaarde onrust weer bovenkomen. De zaak was nog te nieuw om er echt grip op te krijgen. Er waren geen concrete uitgangspunten. Hij liep de kamer uit en zag de rug van Ellen Grue verderop in de gang. Hij draaide zich vlug om en liep zijn kamer weer binnen.

Hij kreeg door dat Randi met een van de drie jonge skaters in de verhoorkamer zat. De beide anderen zaten op de gang te wachten.

Cato Isaksen klopte zachtjes op de deur. Hij knikte even tegen zijn collega, die vooral goed was in het verhoren van kinderen.

“Hallo”, begroette hij de jongen. “Hoe gaat het?”

“Het is niet waar”, zei de jongen. “We hebben nooit sinaasappelschillen naar oude vrouwen gegooid.” Hij leek oprecht verontwaardigd. “Wij zijn ook niet de enige skaters in de buurt”, vervolgde hij. “Er komen zelfs jongens uit het centrum naar de halfpipe op de Damplass.”

“Veel mensen ergeren zich aan het lawaai van de boards, hè?” Cato Isaksen keek hem glimlachend aan. “Mogen jullie echt zo laat nog buiten zijn? Woensdag is toch een doordeweekse dag?”

“Eigenlijk niet”, zei de jongen somber.