75

Maggie zat in een donkere hoek, met haar rug tegen de muur van de slaapkamer gedrukt en haar gestrekte armen rustend op haar knieën. Haar handen waren om haar Smith & Wesson geklemd, haar wijsvinger om de trekker. Deze keer was ze klaar voor hem. Ze wist dat hij haar in de gaten had gehouden. Ze wist dat hij zou komen. Toch miste haar hart een slag toen ze hem bij het latwerk hoorde. Het bloed suisde in haar oren, en het zweet stroomde over haar rug. Binnen een paar minuten was hij bij het raam. Ze zag zijn schaduw bewegen, als een zwarte aasgier. Plotseling verscheen zijn gezicht voor het glas. Ze schrok zo, dat ze bijna opsprong.

Met bewegen. Niet ineenkrimpen. Kalm blijven. Rustig. De doodsangst beukte echter op haar in, ruw en zonder naar de bevelen van haar hoofd te luisteren. Als ze maar iets beefde, zou ze niet goed meer kunnen mikken. Ze wist dat ze veilig was in haar donkere hoek. Bovendien zou hij naar die berg kussens kijken, die hij voor zijn slapende slachtoffer zou houden. Zou het hem verbazen dat ze zo bedreven was geraakt in zijn spel? Zou hij teleurgesteld zijn omdat ze zijn zetten kon voorspellen? Hij verwachtte vast niet dat ze al hadden ontdekt dat geen van de lichamen het zijne was. Toch moest hij weten dat ze daarachter zouden komen, en snel ook, want hij had geen tijd verspild en was onmiddellijk achter zijn laatste slachtoffer aangegaan. Om zijn aartsvijand de doodsteek te geven. Het zou zijn moment suprème zijn, het laatste litteken dat hij Maggie zou toebrengen voor de diabetes hem volkomen blind maakte. Had Stucky Walker Harding wellicht alleen maar vermoord omdat die hem eraan herinnerde wat hemzelf te wachten stond?

Nog steviger omklemde ze het wapen. In plaats van op haar angst concentreerde ze zich op de gezichten van zijn slachtoffers, die lange lijst van namen, waar ze nu ook Jessica, Rita en Rachel aan toevoegde. Waar haalde hij het lef vandaan haar tot zijn medeplichtige te maken! Ze liet de woede door zich heen stromen, in de hoop dat die de vrees in haar binnenste zou verdrijven. Hij schoof het raam omhoog, behoedzaam, zachtjes. Nog voor hij in de kamer was, rook ze hem al. De geur van as en zweet.

Ze wachtte tot hij bij de rand van het bed stond. Tot hij het scalpel uit zijn laars haalde.

'Die heb je niet nodig,' zei ze rustig, zonder zich te verroeren.

Bliksemsnel draaide hij zich om, met het scalpel in zijn hand. Met zijn vrije hand trok hij het beddengoed weg en reikte toen naar de lamp op het nachtkastje. In het zachtgele schijnsel keek hij in haar richting. Heel even zag ze verbazing in zijn zwarte ogen, maar onmiddellijk liet hij die plaatsmaken voor een sardonische glimlach.

'Maggie O'Dell. Jou verwachtte ik hier niet.'

'Gwen is er niet. Ze is in mijn huis. Ik hoop dat je er geen bezwaar tegen hebt dat ik haar plaats inneem?'

Nee, Stucky had het niet gewaagd achter haar aan te komen. Dat zou al te makkelijk zijn geweest. Net als acht maanden daarvoor, in dat pakhuis in Miami. Toen was het te makkelijk geweest haar te vermoorden. In plaats daarvan had hij haar een litteken toegebracht, waardoor ze voortdurend aan hem herinnerd zou worden. Dus waarom zou hij nu niet het enige hebben willen doen waarvan hij zeker wist dat het haar kapot zou maken? Het zou de ultieme zet zijn een vrouw te pakken te nemen die Maggie kende, een vrouw om wie ze gaf, van wie ze hield.

'Je bent goed in ons spelletje.' Het scheen hem oprecht plezier te doen. Zonder waarschuwing haalde ze de trekker over, waardoor zijn hand naar achteren schoot en het scalpel kletterend op de vloer belandde. Hij staarde naar zijn bebloede hand.

Toen hij zijn blik weer op haar richtte, zag ze daar niet alleen schrik in. Begon hij bang te worden?

'Hoe voelt dat?' Ze probeerde haar stem niet te laten beven. 'Hoe voelt het om in je eigen spelletje door mij te worden verslagen?'

Weer die glimlach. Die verwaande grijns die ze het liefst van zijn gezicht zou schieten.

'Dat moet ik jou vragen, Maggie. Hoe voelt het mijn spelletje mee te spelen?'

De haartjes in haar nek kwamen overeind. Het zou haar lukken. Ze zou hem niet laten winnen. Deze keer niet. 'Het spel is uit,' wist ze uit te brengen. Zag hij haar hand trillen?

'Je ziet me graag bloeden. Geef het maar toe.' Hij stak zijn hand op om haar het bloed te laten zien dat langs zijn mouw omlaag droop. 'Dat geeft je een gevoel van macht, nietwaar, Maggie?'

'Geeft het ook een gevoel van macht je beste vriend te vermoorden, Stucky? Heb je het daarom gedaan?'

Ze meende dat ze zijn gezicht zag vertrekken. Zou ze eindelijk zijn zwakke plek hebben gevonden? 'Waarom heb je dat gedaan? Waarom heb je de enige man vermoord die het verdroeg met jou bevriend te zijn?'

'Hij had iets wat ik nodig had. Iets wat ik nergens anders kon krijgen.' Hij hield zijn kin omhoog en keek van het licht weg.

'Wat kan een blinde Walker Harding in vredesnaam hebben gehad wat het de moeite waard maakte hem te vermoorden?'

'Je bent een slimme dame. Je weet het antwoord best. Zijn identiteit. Ik moest hem worden.' Hij lachte, met half toegeknepen ogen.

Hij had last van het licht. Ze had gelijk gehad. Of het nu diabetes was of iets anders, Stucky's gezichtsvermogen ging achteruit.

'Niet dat Walker nog veel aan zijn identiteit had,' vervolgde Stucky. 'Hij zat maar in dat huis in de rimboe, in zijn virtuele wereldje, zich af te rukken bij pornovideo's in plaats van het echte werk.' Zijn lippen krulden verachtelijk toen hij eraan toevoegde: 'Hij was gewoon zielig. Nooit zou ik zo worden als hij, en zeker niet zonder slag of stoot.' Hij reikte naar de lamp om deze uit te doen.

Maggie haalde de trekker over. Ditmaal versplinterde de kogel zijn pols. Hij greep zijn arm beet, en hoewel hij zijn best deed zich te beheersen, vertrok zijn gezicht van pijn en woede.

'Beetje last van je ogen?' vroeg ze treiterend, in weerwil van de paniek die haar leek te verlammen. Ze kon niet vluchten, moest blijven waar ze was. Hij mocht niet zien hoe bang ze was.

Opnieuw slaagde hij erin te glimlachen, terwijl hij helse pijnen moest lijden.

Toen hij op haar toe wilde komen, spande Maggie de haan en haalde nogmaals de trekker over. De kogel drong in zijn linkerknieschijf, waardoor hij tegen de vloer sloeg. Ongelovig keek hij naar zijn knie, maar weer kromp hij niet ineen en schreeuwde hij het niet uit van de pijn.

'Je vindt dit wel leuk, nietwaar? Heb je je ooit eerder zo machtig gevoeld, Maggie?'

Zijn stem begon haar op de zenuwen te werken. Wat was hij aan het doen? Hij leek haar wel te treiteren. Hij wilde dat ze doorging.

'Het spel is uit, Stucky. Afgelopen.' Ze hoorde dat haar stem onvast klonk. Een nieuwe golf angst sloeg door haar heen toen ze besefte dat hij het ook had gehoord. Verdomme! Dit ging helemaal niet zoals het moest.

Hij krabbelde overeind.

Ineens leek haar vorige plan belachelijk. Hoe kon ze hem in vredesnaam uitschakelen - laat staan meenemen - zonder hem te doden? Was het wel mogelijk iemand te onderwerpen die zo slecht was als Stucky?

Toen hij haar kant op kwam, vroeg ze zich zelfs af of het wel mogelijk was hem te vernietigen. Ondanks zijn verbrijzelde knieschijf hinkte hij nauwelijks, en ze zag dat hij stiekem zijn scalpel had opgepakt. Hoeveel kogels had ze nog? Had ze nou twee of drie keer geschoten? Waarom wist ze dat in 's hemelsnaam niet meer?

Hij hield het scalpel omhoog, zodat ze het kon zien, en draaide het rond tot hij het stevig in zijn goede hand had. 'Ik had gehoopt het hart van je goede vriendin, Gwen, bij je op de drempel te leggen. Poëtisch, vind je ook niet? Nu moet ik er maar genoegen mee nemen het jouwe eruit te snijden, denk ik.'

'Leg neer, Stucky. Het spel is uit,' beval ze hem. Zelfs in haar eigen oren klonken haar woorden niet overtuigend. Haar handen trilden nog heviger.

'Het spel is pas uit wanneer ik het zeg,' siste hij haar toe.

Ze richtte en probeerde haar handen stil te houden, zich te concentreren op haar doel: de plek tussen zijn ogen. De vinger die ze tegen de trekker gedrukt hield, trilde. Maar deze keer zou hij niet winnen. Ze dwong zichzelf hem in zijn zwarte ogen te kijken, in het kwaad dat haar daar vasthield, tegen de muur gedrukt. Ze zou zich niet laten kennen.

Toen hij langzaam dichterbij kwam, voelde ze echter die muur van angst, die haar tegenhield, de rauwe hysterie die haar keel dichtkneep en haar zicht wazig maakte.

Voor ze de trekker kon overhalen, vloog de kamerdeur open.

'Agent O'Dell!' schreeuwde Cunningham. Met getrokken pistool stormde hij naar binnen. Abrupt bleef hij staan toen hij hen tweeën zag. Twijfelend, overdonderd. Een fractie van een seconde keek Maggie geschrokken opzij. Precies lang genoeg voor Stucky om op haar af te duiken en zijn scalpel te laten neerdalen. De kleine slaapkamer dreunde van de knallen, de een na de ander, weergalmend tegen de muren. Opeens was het stil.

Albert Stucky was neergezegen op haar benen. Zijn lichaam schokte. Ze zat onder het bloed en wist niet zeker of een deel daarvan misschien van haarzelf was. Het scalpel stak in de muur. Zo dichtbij, dat ze het tegen haar zij voelde drukken. Zo dichtbij, dat het de zijkant van haar blouse had opengereten. Ze durfde zich niet te verroeren. Was hij dood? Met een bevende hand pakte ze haar nog warme revolver. Zonder te kijken, wist ze dat de cilinder leeg was.

Met een bons schoof Cunningham Stucky's lichaam van haar af. Er was geen enkel teken van leven. Maggie greep Stucky bij zijn schouder en rolde hem om. Ze móést zijn gezicht zien. Zijn lichaam was doorzeefd met kogels, en zijn levenloze ogen keken haar aan.

Ze kon het wel uitschreeuwen van opluchting. Hoeveel kogelgaten Albert Stucky ook in zijn lichaam had, er zat er niet één tussen zijn ogen.