65

R.J. ramde op het toetsenbord van de laptop. De computer in zijn eigen kamer was veel sneller, maar hij kon niet weg uit het vergaderzaaltje. Alle telefoontjes werden immers hiernaartoe doorverbonden, en alle dossiers over de zaak lagen op de tafels uitgespreid. Agent O'Dell zou zich wel weer dood ergeren aan de chaos. Als ze nog kwader kon worden tenminste. Sinds ze de dag daarvoor zijn huis had verlaten, had hij haar niet meer gesproken of gezien.

Directeur Cunningham had hem verteld dat O'Dell die ochtend in DC was voor een eerder gemaakte afspraak. Meer had hij niet gezegd, maar R.J. wist dat ze naar de psycholoog van het Bureau was. Misschien zou dat haar een beetje kalmeren. Ze moest de zaken wel in het juiste perspectief blijven zien. Beseffen dat alles wat ze konden doen ook werd gedaan, en wel zo snel mogelijk. Ze moest zich over haar angsten heen zetten en ophouden in iedere hoek spoken te zien en er, al schietend, achter aan te willen rennen. Goed, hij moest toegeven dat het wachten hem ook zwaar viel. De autoriteiten van Maryland stonden bepaald niet te springen zomaar een particulier terrein binnen te vallen, en niemand van de staat leek bereid toe te geven of te bevestigen dat die metaalhoudende modder inderdaad van dat terrein afkomstig kon zijn. Het enige wat ze hadden, was het verhaal van rechercheur Rosens vistochtje, en hoe vaker R.J. dat opdreunde, des te meer het als niet meer dan een leuk verhaaltje klonk.

Misschien zou het anders liggen als het gebied in kwestie niet uit kilometers bomen en rotsen bestond. Dan konden ze er gewoon naartoe rijden om de zaak te onderzoeken. Maar hij had begrepen dat er helemaal geen weg was, althans geen openbare. En op de enige, onverharde weg stond een elektronisch hek, nog uit de tijd dat het gebied staatseigendom was geweest en er niemand op had gemogen. Daarom probeerde hij nu de nieuwe eigenaar op te sporen, in de hoop erachter te komen wie of wat WH

Enterprises was. Hij besloot een nieuwe zoekmachine te proberen en tikte opnieuw 'WH Enterprises' in. Met zijn ellebogen op het bureau en zijn kin in zijn hand keek hij toe terwijl de balk over de onderkant van het scherm kroop. Drie procent van document opgehaald... Vier procent... Vijf procent... O, dit ging eeuwen duren. Het gerinkel van de telefoon onderbrak het wachten. R.J. draaide zijn stoel om en greep de hoorn. 'Tully.'

'Tully, met Keith Ganza. Klopt het dat agent O'Dell er vanochtend niet is?'

'Dat klopt.'

'Kan ik haar ergens bereiken? Via haar mobiele telefoon? Heb jij het nummer misschien?'

'Het klinkt nogal belangrijk.'

'Nou, dat weet ik niet. Dat moet Maggie maar uitmaken.'

R.J. ging rechtop zitten. Ganza's stem mocht dan toonloos klinken, kennelijk kon hij niet wachten O'Dell te spreken. Waren O'Dell en Ganza iets op het spoor waar ze hem buiten hielden? 'Heeft dit iets te maken met die luminoltest? Je weet toch dat agent O'Dell en ik samen aan de zaak Stucky werken?'

Even bleef het stil. Hij had dus gelijk; er was iets.

'Eigenlijk zijn er een paar dingen,' zei Ganza ten slotte. 'Ik ben zo lang bezig geweest met de analyse van die chemicaliën in de aarde en toen die vingerafdrukken, dat ik nu pas aan die vuilniszak toe ben gekomen die jij hebt gevonden.'

'Daar leek niet veel bijzonders in te zitten, op die snoepverpakkingen na.'

'Misschien heb ik daar een verklaring voor.'

'Voor die wikkels?' Ongelooflijk dat Ganza daar zijn tijd aan verspilde.

'Ik heb onder in de vuilniszak een flesje en een injectiespuit gevonden. Met insuline. Nu kan het natuurlijk zijn dat een van de vorige bewoners van het huis diabetes had, maar dan zouden we meer hebben gevonden. Bovendien letten de meeste diabetici die ik ken er heel goed op dat ze hun gebruikte spuiten op de juiste manier weggooien, niet zomaar in een vuilniszak.'

'Wat wil je nou eigenlijk zeggen?'

'Ik vertel je alleen maar wat ik heb gevonden. Zoals ik al zei: Maggie moet maar uitmaken of het belangrijk is.'

'Je zei dat er een paar dingen waren.'

'O, ja.' Opnieuw aarzelde Ganza. 'Maggie vroeg me na te gaan of er ergens vingerafdrukken van Walker Harding bestaan, en dat heeft me nogal wat tijd gekost. Die vent heeft geen strafblad en nooit een wapenvergunning aangevraagd.'

Het verbaasde R.J. dat Maggie Ganza daarmee door had laten gaan toen ze erachter waren gekomen dat Harding blind was geworden en met geen mogelijkheid een verdachte kon zijn. 'Bespaar jezelf de moeite maar. Die hoeven we verder niet te controleren.'

'Ik zei niet dat ik ze niet heb gevonden. Alleen dat het wat langer heeft geduurd dan normaal. Een jaar of tien geleden heeft die vent een baan bij de overheid ge had, en toen zijn er vingerafdrukken van hem genomen.'

'Het spijt me dat je al die moeite hebt gedaan.' R.J. keek naar het computerscherm. De zoekmachine moest iets over WH Enterprises hebben gevonden, anders zou het niet zo lang duren. Ongeduldig trommelde hij met zijn vingers op het tafelblad.

'Hopelijk is het niet voor niets geweest,' vervolgde Ganza. 'De afdrukken die ik van het bubbelbad heb gehaald, komen honderd procent overeen.'

Abrupt stopte R.J. met roffelen. Hij klemde zijn andere hand om de hoorn. 'Wat zei je daar?'

'De vingerafdrukken die ik van het bubbelbad in dat huis aan Archer Drive heb gehaald, die zijn van Walker Harding. Daar weet ik zeker. Geen twijfel mogelijk.'

De puzzelstukjes vielen op hun plaats, maar het beeld dat ze vormden, stond R.J. ontzettend tegen. Op een obscure website, die zo was opgezet dat hij eruitzag als een distributiecentrum van de Confederatie, bood WH Enterprises tegen fabrieksprijzen computerspelletjes te koop aan. Door op icoontjes in de vorm van de vlag van de Confederatie te klikken, kon je verder zoeken. Bij de meeste werd expliciet geweld gegarandeerd, en van andere werd beloofd dat ze pornografisch waren. Niet bepaald het soort spelletjes dat kinderen bij de eerste de beste speelgoedzaak zouden aantreffen. Met een eenvoudige klik op de muis kon je een voorproefje bekijken, van een groepsverkrachting. De speler kon alle verkrachters neerknallen en mocht dan, als beloning, de vrouw zelf verkrachten. Hoewel het een computeranimatie was, zag de clip er zeer levensecht uit. R.J.'s maag draaide zich om. Hopelijk ging Emma niet met jongeren om die naar dergelijke rotzooi keken. Een van de onderdelen van de website was de Top Tien van het Generaaltje, met daaronder een persoonlijkwoordje van de directeur van WH Enterprises. Nog voor hij het berichtje las, wist R.J. al wat hij zou aantreffen. 'Een prettige jacht toegewenst door generaal Walker Harding.'

Hij stond op en ijsbeerde door het zaaltje, van raam naar raam. Walker Harding mocht dan een aandoening hebben gehad waardoor hij blind werd, nu kon hij beslist zien. Hoe kon hij anders een computerbedrijf als dit runnen? Hoe kon hij anders bij elk misdrijf aanwezig zijn om zijn oude maat, Albert Stucky, te helpen?

'Allemachtig,' zei R.J. hardop. O'Dell had gelijk; die twee mannen werkten samen. Misschien probeerden ze elkaar weer af te troeven, in een nieuw, afschuwelijk spel. De bewijzen logen er niet om. De vingerafdrukken op de container met Jessica Beckwiths lichaam waren van Walker Harding. Die op de paraplu in Kansas City ook, evenals de afdrukken op het bubbelbad in het huis aan Archer Drive.

Eerder die dag hadden de autoriteiten van Maryland doorgegeven dat er een groot huis en een aantal houten schuurtjes op het terrein stonden. Alle gebouwen van de staat waren voor de verkoop neergehaald. De rest van het terrein, zo was hem verteld, werd aan drie kanten door water begrensd en bestond uit bomen en rotsen. Er waren geen wegen, op een onverhard pad naar het huis na. Evenmin waren er elektriciteitsleidingen of telefoonkabels van buitenaf aangelegd. De huidige eigenaar maakte gebruik van een groot generatorsysteem dat door de staat was achtergelaten. Het klonk als de droom van iedere kluizenaar en een waar paradijs voor een gestoorde maniak. Hij had veel eerder moeten beseffen dat WH Enterprises natuurlijk eigendom was van Walker Harding.

Hij moest een paar mensen bellen. Hij moest zijn gedachten erbij houden. Na een paar keer diep ademgehaald te hebben en de vermoeidheid uit zijn ogen te hebben gewreven, nam hij plaats bij de telefoon. Het wachten zat erop, maar hij zag er huizenhoog tegenop O'Dell op de hoogte te brengen. Was dit het zetje dat haar over de rand zou duwen?