1
Noordoost-Virginia (even buiten Washington DC)
Vijf maanden later, vrijdag 27 maart
Maggie O'Dell draaide en verschoof om een wat makkelijker houding te vinden. Nu pas merkte ze dat ze weer eens in de leunstoel in slaap was gevallen. Haar huid was vochtig van de transpiratie en haar ribben deden zeer. De lucht in de kamer was muf en warm, wat het ademhalen bemoeilijkte. In het donker tastte ze om zich heen naar de koperen staande lamp, maar toen ze op het knopje drukte, ging het licht niet aan. Verdorie! Ze haatte het in het pikdonker wakker te worden. Meestal zorgde ze er wel voor dat dat niet gebeurde.
Terwijl haar ogen langzaam aan de duisternis wenden, tuurde ze achter en tussen de stapels dozen die ze die dag had ingepakt.
Greg had dus niet meer de moeite genomen thuis te komen. Ze zou er beslist niet doorheen geslapen kunnen hebben als hij weer een van zijn lawaaiige entrees had gemaakt. Eigenlijk maar goed ook dat hij niet thuis was gekomen. Zijn driftbuien zouden de verhuizers maar op de zenuwen werken. Ze probeerde uit de leunstoel te komen, maar stopte toen ze een scherpe pijn in haar buik voelde. Ze greep ernaar, alsof ze zo kon voorkomen dat de pijn zich verder verspreidde. Haar T-shirt voelde warm en plakkerig. Wat was er in 's hemelsnaam aan de hand?
Voorzichtig trok ze het T-shirt omhoog. Zelfs in het donker kon ze het zien. Een rilling liep over haar rug, en ze werd misselijk. In haar huid, vanonder haar linkerborst over haar buik, liep een snee. Het bloed doorweekte haar T-shirt en sijpelde op de bekleding van de leunstoel.
Maggie schoot overeind. Ze bedekte de wond en drukte de stof van haar T-shirt ertegenaan, in een poging het bloeden te stelpen. Ze moest 911 bellen. Waar was de telefoon gebleven? Hoe had dit kunnen gebeuren? Die wond was ruim acht maanden oud, maar bloedde even hevig als op de dag dat Albert Stucky haar had gesneden.
Al zoekend stootte ze diverse dozen om, deksels sprongen open, en er vielen wat foto's, toiletartikelen, krantenknipsels, ondergoed en sokken uit. Alles wat ze met zoveel zorg had ingepakt, vloog, rolde, gleed en plofte plotseling om haar heen. Binnen de kortste keren lag de vloer bezaaid met stukjes van haar leven. Toen hoorde ze het zachte gejammer.
Met ingehouden adem bleef ze staan om te luisteren. Haar pols ging veel te snel. Rustig. Ze moest kalm blijven. Langzaam draaide ze zich om, ze hield haar hoofd schuin en spitste haar oren. Ze keek naar het bureaublad, de salontafel, de boekenplank. O, lieve he,mel! Waar had ze in vredesnaam haar revolver gelaten?
Eindelijk zag ze de holster liggen, naast de leunstoel, op de grond. Natuurlijk, ze had hem tijdens het slapen bij zich in de buurt gehouden.
Het gejammer werd luider, een hoog gejank als van een gewond dier.
Was het een valstrik?
Behoedzaam sloop ze terug naar de leunstoel, in het rond spiedend, alle kanten op kijkend.
Het geluid kwam uit de keuken. En nu rook ze ook de smerige geur die uit die richting kwam. Ze greep haar holster en liep er op haar tenen naartoe. Hoe dichterbij ze kwam, des te makkelijker het werd die geur te herkennen. Bloed. De scherpe lucht prikte in haar neus en brandde in haar longen. Het was het soort stank, dat je alleen bij enorme hoeveelheden bloed rook.
Ze dook in elkaar en schoof door de deuropening. Hoewel de geur haar al had gewaarschuwd, was ze niet voorbereid op wat ze zag. Geschokt hield ze haar adem in. De witte muren van de maanverlichte keuken zaten onder het bloed, en er hadden zich plassen op de vloertegels gevormd. Het was overal, in spetters op het aanrecht en druipend van de keukenapparaten. In de verste hoek van de ruimte stond Albert Stucky. Zijn lange schaduw viel over een jammerende vrouw die op haar knieën zat.
Maggie voelde de haren in haar nek overeind komen. Allemachtig, hoe was hij erin geslaagd haar huis binnen te komen?
Toch verbaasde het haar niet hem te zien. Had ze er immers niet op gerekend dat hij zou komen? Had ze er niet op gewacht?
Met één hand trok Stucky aan het haar van de vrouw en met de andere hield hij een slagersmes tegen haar keel gedrukt.
Maggie onderdrukte een kreet en drukte zich tegen de wand, in de schaduw. Hij had haar nog niet gezien. Rustig. Kalm. Die mantra herhaalde ze in haar hoofd. Op dit ogenblik had ze zich voorbereid. Maandenlang had ze het gevreesd, er nachtmerries over gehad en het verwacht. Het was nu niet het juiste moment om door angst en paniek overmand te raken. Om steviger te staan, hoewel haar rug pijn deed en haar gebogen knieën knikten, leunde ze tegen de muur. Vanuit deze hoek kon ze hem goed raken. Ze wist dat ze maar één kans zou krijgen om te schieten. Meer had ze ook niet nodig.
Ze greep naar haar holster om haar wapen te pakken. De holster was leeg. Hoe kon dat nou? Met een ruk draaide ze zich om, en ze keek naar de grond. Was de revolver eruit gevallen? Waarom had ze dat dan niet gemerkt?
Opeens besefte ze dat haar geschrokken reactie haar aanwezigheid had verraden. Toen ze omkeek, stak de vrouw smekend haar handen naar haar uit. Maggie keek echter over haar heen, in de ogen van Albert Stucky. Hij glimlachte. En sneed de vrouw met één snelle beweging de keel door.
'Nee!'
Maggie werd met zo'n heftige schok wakker, dat ze bijna uit de leunstoel tuimelde. Met haar vingers graaide ze over de vloer. Haar hart bonsde in haar keel, en ze was doornat van het zweet. Zodra ze haar holster te pakken had, rukte ze het wapen eruit. Ze sprong overeind en zwaaide haar uitgestrekte armen heen en weer, klaar om de stapels dozen met kogels te doorzeven. Er viel nog maar een klein beetje zonneschijn de kamer binnen, maar dat was voldoende om te zien dat ze alleen was.
Ze liet zich weer in haar stoel vallen. Met de revolver nog in haar bevende hand geklemd veegde ze het zweet van haar voorhoofd en de slaap uit haar ogen. Omdat ze er nog steeds niet van overtuigd was dat het maar een droom was geweest, greep ze naar de zoom van haar T-shirt en trok die omhoog om de snee op haar buik te bekijken. Ja, het litteken zat er, een lichte rimpel in haar huid, maar nee, het bloedde niet. Ze leunde achterover in haar stoel en haalde haar vingers door haar korte, verwarde haar. Lieve hemel, hoelang zou ze die nachtmerries nog kunnen verdragen? Het was meer dan acht maanden geleden dat Albert Stucky haar in een verlaten pakhuis in Miami in de val had gelokt. Bijna twee jaar lang had ze jacht op hem gemaakt, zich in zijn werkwijze verdiept, zijn verderfelijke gewoonten bestudeerd, lijkschouwingen uitgevoerd op zijn slachtoffers en de bizarre boodschappen ontcijferd die deel hadden uitgemaakt van het spel dat hij voor hen beiden had bedacht. Die hete avond in augustus had hij gewonnen. Hij had haar in de val gelokt en haar gedwongen toe te kijken. Hij was helemaal niet van plan geweest haar te vermoorden. Nee, hij had slechts gewild dat ze zou toekijken. In een poging de beelden uit haar hoofd te verdrijven, schudde Maggie haar hoofd. Dat lukte haar zolang ze wakker bleef. Die wrede nacht in augustus hadden ze Albert Stucky gevangengenomen, maar op Halloween was hij ontsnapt. Haar baas, directeur Kyle Cunningham, had haar meteen van het echte werk afgehaald. In het opstellen van profielschetsen was ze een van de besten van de FBI, maar toch had Cunningham haar achter een bureau gezet. Hij had haar verbannen naar conferenties voor politiemensen, om daar les te geven, alsof dat oersaaie werk haar bescherming zou bieden. Het voelde meer als een straf. En straf verdiende ze niet. Ze stond op, meteen geïrriteerd doordat ze wankel op haar benen stond. Door de doolhof van dozen liep ze naar een kast in de hoek. Toen ze op de klok op het bureau keek, zag ze dat ze nog bijna twee uur had voor de verhuizers zouden komen. Ze legde haar revolver naast zich neer en zocht in de minibar naar een fles whisky. Toen ze zichzelf een glas inschonk, merkte ze dat haar handen al wat vaster waren en haar hartslag weer bijna normaal.
Op datzelfde moment klonk vanuit de keuken een hoog jankend geluid. Nee! Het geluid uit haar nachtmerrie. Ze zette haar nagels in haar arm, voelde hun scherpte, maar was absoluut niet gerustgesteld door het feit dat ze deze keer wél wakker was. Snel greep ze haar wapen, ondertussen trachtend haar hartslag rustig te houden. Die was echter al op hol geslagen. Dicht tegen de muur gedrukt sloop ze naar de keuken, met gespitste oren en neus. Het gejank stopte toen ze de deuropening bereikte.
Ze ging klaarstaan, met haar armen dicht tegen haar borst om te voorkomen dat de revolver uit de handen zou worden geslagen. Ze kromde haar vinger om de trekker. Nu was ze goed voorbereid. Na diep adem te hebben gehaald, stapte ze de keuken in... de loop recht op Gregs rug gericht.
Geschrokken draaide hij zich om, hij liet het net geopende blik koffie vallen en sprong achteruit toen het met een knal de vloer raakte. 'Verdomme, Maggie!'
Hij droeg slechts een boxershort. Zijn gewoonlijk zo keurig gekamde haar stond rechtovereind, en hij zag eruit of hij net uit bed kwam.
'Sorry,' zei ze, wanhopig haar best doend de paniek uit haar stem te houden. 'Ik heb je gisteravond niet thuis horen komen.' Nonchalant stopte ze de Smith & Wesson .38 achter in de tailleband van haar jeans, alsof dit alles slechts een onderdeel van haar ochtendritueel was.
'Ik wilde je niet wakker maken,' zei hij nijdig. Intussen had hij een stoffer en blik gepakt en veegde de koffie op. Voorzichtig tilde hij het gevallen koffieblik op, om nog zo veel mogelijk van zijn dierbare dure koffie te redden. 'Een dezer dagen schiet je me nog per ongeluk neer, Maggie.' Abrupt stopte hij, en hij keek naar haar op. 'Maar misschien zou het niet eens per ongeluk zijn.'
Zonder te reageren liep ze langs hem heen. Boven de gootsteen gooide ze koud water in haar gezicht en in haar nek. Hopelijk zag Greg niet dat haar handen nog beefden, maar eigenlijk hoefde ze daar niet bang voor te zijn. Greg zag alleen wat hij wilde zien.
'Sorry,' herhaalde ze, met haar rug naar hem toe.
'Dit zou nooit gebeuren als we een alarmsysteem hadden.'
'We zouden helemaal geen alarmsysteem nodig hebben als jij je baan opzei.'
Voor deze overbekende discussie was ze te moe. Ze pakte een theedoek en veegde de koffie van het aanrecht. 'Ik zou jou nooit vragen je baan op te zeggen, Greg.'
'Dat is iets heel anders.'
'Jouw werk betekent voor jou net zoveel als mijn werk voor mij.'
'Maar ik word niet met een mes bewerkt en bijna vermoord. Ik sluip niet met een geladen wapen door mijn eigen huis en schiet bijna mijn echtgenote overhoop.' Hij smeet de stoffer en blik terug in de kast.
'Nou, na vandaag hoefje daar niet meer bang voor te zijn, lijkt me,' merkte ze droogjes op.
Zijn blik kruiste de hare, en heel even zag hij er bedroefd, bijna schuldbewust uit. Toen keek hij de andere kant op en pakte de theedoek die Maggie had weggelegd. Nogmaals veegde hij het aanrecht schoon, zorgvuldig en nauwgezet, alsof ze hem in zelfs die kleine taak had teleurgesteld.
'Hoe laat komen die lui van United?' vroeg hij alsof het om een verhuizing ging die ze samen hadden gepland. Na een blik op de wandklok antwoordde ze: 'Om acht uur. Maar ik heb United niet genomen.'
'Maggie, je moet uitkijken met verhuizers. Het zijn afzetters. Weet je...' Hij stopte, alsof hij zichzelf eraan moest herinneren dat het hem niets meer aanging. 'Je doet maar wat je niet laten kunt.' Met keurig afgepaste schepjes vulde hij het koffiezetapparaat, zijn lippen op elkaar geperst om de stekeligheden binnen te houden waarmee hij haar normaal gesproken om de oren zou hebben geslagen.
Maggie kon zijn bewegingen precies voorspellen. Ze wist dat hij de pot tot de lijn voor drie kopjes zou vullen en dat hij even door de knieën zou gaan om op ooghoogte te controleren of hij het wel goed had gedaan. Terwijl ze naar de vertrouwde routine keek, vroeg ze zich afwanneer ze precies van elkaar waren vervreemd. Na bijna tien jaar huwelijk lukte het hun zelfs niet meer vriendschappelijk met elkaar om te gaan. In plaats daarvan scheen elk gesprek knarsetandend te worden gevoerd. Ze draaide zich om en liep terug naar de kamer, in de hoop dat Greg haar niet zou volgen. Nu niet. Ze zou deze dag niet doorkomen als hij bleef vitten of pruilen of, erger nog, haar ging vertellen dat hij nog steeds van haar hield. In plaats van troostrijk te zijn, waren die woorden vlijmscherp geworden, vooral als hij eraan toevoegde: 'En als jij ook van mij zou houden, zei je je baan op.'
Ze liep naar de minibar, waar haar glas whisky nog stond. De zon was nog amper op, en nu had ze al haar dagelijkse dosis vloeibare moed nodig om de dag door Je komen. Haar moeder zou trots op haar zijn. Eindelijk hadden ze iets gemeen. Terwijl ze een slokje nam, keek ze de kamer rond. Hoe was het mogelijk dat die stapel dozen haar hele leven bevatte? Vermoeid wreef ze over haar gezicht. Het was alsof de uitputting tot in haar botten was doorgedrongen en daar voorgoed zou blijven. Wanneer had ze voor het laatst een hele nacht doorgeslapen? Wanneer had ze zich voor het laatst veilig gevoeld? Ze was zo moe van het gevoel op de rand van de afgrond te staan, opschrikkend van elk geluid, steeds dichter bij de val.
Kyle Cunningham was gek als hij dacht haar te kunnen beschermen. Hij kon haar nachtmerries niet laten ophouden, en er was geen plaats waar hij haar naartoe kon sturen waar ze veilig zou zijn voor Albert Stucky. Stucky zou haar weten te vinden, daar was ze zeker van. Hoewel hij al vijf maanden op vrije voeten was, maakte ze zich geen illusies. Het kon nog een maand duren, nog vijf maanden zelfs. Het maakte niet uit hoelang. Hij zou komen.