31

'Nee hè,' verzuchtte Tess. Ze probeerde de lichtschakelaar. Ja, er was stroom, dus er was geen enkele reden waarom het alarm niet zou werken.

Ze nam zich voor te controleren welke makelaar het laatst in het huis was geweest. Waarschijnlijk een van die sukkels van Peterson Brothers. Die vergaten dit soort dingen voortdurend en hadden totaal geen beroepsethiek. Kort geleden was zelfs het gerucht gegaan dat een van de leegstaande huizen van Peterson Brothers voor ranzige seksfeestjes werd gebruikt. Opeens bedacht ze dat dit huis een extra grote slaapkamer had en een badkamer met een lichtkoepel en een bubbelbad. 'Als het daar maar geen bende is, want dan zijn ze nog niet jarig.'

Op haar horloge zag ze dat ze nog maar een kwartier had. Ze gooide haar tas in een hoek van de woonkamer, stroopte de mouwen van haar colbertje op, schopte haar pumps uit en liep de trap op. Hier zat ze echt niet op te wachten, zeker niet op een ochtend als deze. Haar geduld en haar zenuwen waren toch al zo op de proef gesteld doordat ze stilletjes bij Daniël was weggegaan. Die zou zo onderhand wel naar kantoor zijn. Gelukkig maar dat ze haar mobieltje in de auto had laten liggen. Ze kende hem goed genoeg om te weten dat hij zou bellen om haar op haar kop te geven.

Ze was bijna boven toen ze de voordeur hoordp opengaan. Hij was te vroeg. Waarom was hij in 's hemelsnaam te vroeg? Ze schoof haar mouwen omlaag, trok haar pumps weer aan en snelde de trap af. Beneden zag ze een lange, donkerharige man door de ruime woonkamer slenteren. Door de kale ramen viel het zonlicht fel en verblindend om hem heen.

'Hallo?'

'Ik weet dat ik een beetje te vroeg ben.'

'Dat geeft niet.' Ze deed haar best niet geïrriteerd te klinken. Had ze die slaapkamer nou maar even kunnen inspecteren, verdorie. Pas toen de man zich omdraaide, merkte ze de witte stok op. Meteen vroeg ze zich af hoe hij was gekomen. Ze keek uit het raam, maar zag geen ander voertuig op de oprit. Hij leek haar van ongeveer haar leeftijd, halverwege tot achter in de dertig, hoewel ze het moeilijk vond iemands leeftijd te schatten als ze zijn ogen niet kon zien. Zijn designer zonnebril had ook wel heel donkere glazen. Hij droeg een zijden overhemd, waarvan de boord openstond, een dure leren jas en een keurig geperste katoenen broek. Ze betrapte zichzelf erop dat ze naging of alles wel bij elkaar paste. Zijn gezicht was knap maar scherp getekend, met een rechte kaak die veel te gespannen was, smalle maar mooi gevormde lippen en geprononceerde jukbeenderen. Zijn donkere haar, dat op zijn voorhoofd een beetje in een punt groeide, was dik en kortgeknipt.

'Ik ben Walker Harding,' zei hij. 'Bent u de makelaar die ik aan de telefoon heb gehad?'

'Ja, ik ben Tess McGowan.' Ze stak haar hand uit, maar trok die haastig terug, verlegen toen ze besefte dat hij die niet kon zien.

Na een korte aarzeling haalde hij langzaam zijn hand uit zijn zak en stak deze naar haar uit. Het was een sterke, gespierde hand, zag ze. Hij richtte iets verkeerd, waardoor zijn vingers naar haar zij wezen. Ze kwam iets dichterbij en schudde hem de hand. Haar hand verdween in de zijne, zijn lange vingers sloten zich helemaal om haar pols en verrasten haar met een gebaar dat meer op een liefkozing dan op een handdruk leek. Gauw zette ze die gedachte van zich af, en ze probeerde het opkomende ongemakkelijke gevoel te negeren.

'Ik ben er net.' Ze trok haar hand terug. 'Ik heb nog geen tijd gehad het huis even te controleren.' Alsof hij het verschil zou zien. Hoe kon ze hem een huis laten zien als hij niet kon bekijken wat ze hem toonde?

Zwijgend liep hij bij haar vandaan, de woonkamer door, met zijn stok voor zich tikkend en doelbewust. Bij het raam in de erker, dat over de achtertuin uitkeek, bleef hij staan. Hij tastte naar de klink en opende het. Daarna staarde hij kalm naar buiten, alsof hij geboeid werd door iets in de tuin. 'De zon voelt heerlijk,' zei hij uiteindelijk. Hij hief zijn hoofd op, zodat zijn gezicht werd verwarmd door het felle licht. 'Ik weet dat het raar klinkt, maar ik heb graag veel ramen.'

'Nee, dat klinkt helemaal niet raar.' Toen ze merkte dat ze wat luider sprak dan normaal, gaf ze zichzelf meteen op haar kop. Hij was blind, niet doof.

Ze bekeek zijn profiel. Zijn rechte neus was iets gebogen, en vanwaar ze stond, kon ze een litteken zien, net onder zijn kaak. Onwillekeurig vroeg ze zich af of zijn blindheid het gevolg was van een ongeluk of iets dergelijks. Ondanks zijn handicap scheen hij vol zelfvertrouwen. Er sprak zelfverzekerdheid uit zijn manier van doen, uit hoe hij liep en hoe hij zich gedroeg. Zijn gebaren leken echter stijf, en zijn handen verdwenen steeds in zijn zakken. Was hij zenuwachtig, bang?

'Hoe groot zijn de naaldbomen?'

Zijn stem deed haar opschrikken, bijna alsof ze was vergeten waarom ze in het huis waren. 'Pardon?'

'Ik ruik naaldbomen. Zijn het er veel, en zijn ze groot of klein?'

Ze liep naar hem toe en ging naast hem staan, niet dichter bij hem dan noodzakelijk was, maar ook niet zo ver bij hem vandaan dat het onfatsoenlijk leek. De tuinen waren enorm, en de naaldbomen, voornamelijk ceders en dennen, vormden een natuurlijke grens, helemaal achterin. Zij rook ze niet, maar zijn overgebleven zintuigen zouden wel extra scherp zijn.

'Ze zijn heel groot,' antwoordde ze. 'Het zijn ceders en dennen. Een hele rij, die de grens tussen de tuinen vormt.'

'Mooi. Ik ben erg op mijn privacy gesteld.' Hij glimlachte in haar richting. 'Ik hoop dat u het niet vervelend vindt dat u alles voor me moet beschrijven.'

'Nee, natuurlijk niet.' Hopelijk klonk dat overtuigend. 'Waar wilt u het liefst beginnen?'

'Ik heb gehoord dat er een pracht van een slaapkamer is. Kunnen we daar beginnen?'

'Een goede keus.' Verdorie! Was ze nou maar wat vroeger gekomen. Ze hoopte dat die zak van een Peterson geen troep had achtergelaten. 'Wilt u alleen lopen, of zal ik u een arm geven?'

'U ruikt lekker.'

Van haar stuk gebracht, staarde ze hem aan.

'Chanel 5, toch?'

'Ja, dat klopt.' Flirtte hij met haar?

'Ik volg uw heerlijke geur wel. Gaat u voor.'

'O. Ja. Goed.' Ze liep langzaam, zelfs te langzaam, waardoor hij met zijn uitgestrekte hand op de overloop tegen haar aan botste. Even liet hij deze op haar heup rusten, alsof hij zich moest oriënteren. Althans, daar hield ze het maar op. Ze was wel brutaler en opzettelijker betast. De grote slaapkamer rook naar schoonmaakmiddelen. Haastig keek ze om zich heen. Wie er ook het laatst was geweest, hij had grondig schoongemaakt. De kamer zag er keurig uit. Het leek zelfs wel of er nog maar net was geboend.

Vreemd dat Mr. Harding, wiens zintuigen beneden zo scherp waren geweest, geen opmerking maakte over die overheersende lucht.

'Deze kamer is ongeveer tien bij zeven meter,' zei ze op zakelijke toon. 'De muur op het zuiden heeft een erker, die uitkijkt op de achtertuin. Er ligt eiken parket op de vloer, er is een -'

'Neem me niet kwalijk, Miss McGowan.'

'Tess, alstublieft.'

'Natuurlijk, Tess.' Hij glimlachte. 'Ik hoop dat je me dit niet kwalijk neemt, maar ik vind het prettig enig idee te hebben van hoe degene met wie ik praat, eruitziet. Mag ik je gezicht aanraken?'

In eerste instantie dacht ze dat ze hem verkeerd verstaan had. Ze wist niet wat ze moest zeggen. Zijn aanraking op de overloop schoot haar te binnen, en ze vroeg zich af of dat toch betasten was geweest, in plaats van een onschuldige misgreep.

'Het spijt me. Ik heb je beledigd,' zei hij verontschuldigend. Zijn stem klonk zacht en sussend.

'Natuurlijk niet,' zei ze snel. Als ze niet uitkeek, zou zé door haar achterdocht de verkoop mislopen. 'Ik vrees alleen dat ik niet zo bereid ben u te helpen als zou moeten.'

'Je voelt er heus niks van,' zei hij alsof hij een medische ingreep uitlegde. 'Ik gebruik alleen mijn vingers,' verduidelijkte hij, waardoor Tess zich ervoor schaamde dat ze zo moeilijk deed.

'Gaat uw gang.' Ondanks haar tegenzin kwam ze wat dichterbij.

Hij zette zijn stok weg en begon bij haar haren, behoedzaam en met beide handen, maar alleen met zijn vingertoppen.

Ze keek hem niet aan, maar staarde over zijn schouder. Zijn handen roken vaag naar ammonia, of kwam die geur van de pas geschrobde houten vloer?

Toen hij zijn vingers van haar voorhoofd naar haar oogleden liet glijden, probeerde ze er niet bij stil te staan dat ze klam aanvoelden. Ze wierp een blik op zijn gezicht om te zien of hij zich net zo ongemakkelijk voelde als zij, maar hij scheen kalm en beheerst. Traag gleden zijn vingers over haar slapen en haar wangen. Het voelde als een liefkozing - een gedachte die ze onmiddellijk van zich af zette. Vervolgens gingen zijn vingertoppen naar haar lippen, waar zijn wijsvinger te lang bleef, zacht heen en weer wrijvend. Een secondelang leek het erop dat hij hem in haar mond zou duwen.

Geschokt keek Tess hem aan. Toen ze erin slaagde door de donkere glazen heen te turen, ving ze een glimp op van zijn zwarte ogen. Hij staarde haar aan!

Nee, dat was onmogelijk. Ze was veel te achterdochtig - een vervelende eigenschap, een overblijfsel van vroeger. Intussen waren zijn vingers naar haar keel gedwaald, omlaag langs haar hals. Heel even verdwenen ze onder de kraag van haar blouse, streken over haar sleutelbeen, aarzelend alsof hij haar op de proef stelde, alsof hij vroeg hoe ver ze hem liet gaan. Net toen ze een stap achteruit wilde zetten, sloten zijn handen zich om haar keel.

'Wat doet u?' Ze hapte naar adem en greep zijn polsen vast. Hij kneep, zodat ze helemaal geen lucht meer kreeg. En hij keek haar beslist aan. Een scheve glimlach verscheen om zijn lippen. Ze greep zijn vingers, die stalen klemmen die opeen werden geknepen als de kaken van een pitbull. Terwijl ze kronkelde en worstelde om los te komen, duwde hij haar naar achteren. Haar hoofd sloeg zo hard tegen de muur, dat ze haar ogen sloot van de pijn. Ze kreeg geen adem meer. Ze kon niet meer denken. Hij was zo sterk!

Toen ze haar ogen weer opende, zag ze dat hij een van zijn handen had losgemaakt. Ze slaagde erin wat lucht op te zuigen in haar pijnlijke, gretige longen. Maar voor ze op krachten kon komen, drukte hij zijn arm tegen haar aan om haar op haar plaats te houden. Zijn elleboog duwde in haar keel, zodat ze weer niet kon ademen. Toen zag ze de injectienaald in zijn vrije hand.

Doodsangst schoot door haar heen, en haar armen schoten naar voren. Het had geen zin. Hij was veel te sterk. Dwars door haar jasje heen zonk de naald diep in de huid van haar arm. Ze voelde haar hele lichaam schokken. Na een paar tellen begon de kamer te draaien. Haar handen, haar knieën, haar spieren werden slap, en alles werd donker.