26
Maggie kon haast niet wachten tot ze haar vochtige, vieze kleren uit kon trekken. Iedereen in de hotellobby had haar vermoedens bevestigd: ze stonk. Twee mensen hadden meteen de lift uit gewild, en de dappere zielen die helemaal met haar mee naar boven gingen, zagen eruit alsof ze al die drieëntwintig verdiepingen lang hun adem inhielden.
Rechercheur Ford had Nick en haar bij de ingang afgezet en was daarna doorgereden naar huis om zijn vrouw uit te leggen waarom hij op zijn vrije dag naar afval stonk.
Nicks kamer lag in de zuidelijke toren van het enorme hotelcomplex, wat verklaarde waarom ze elkaar niet eerder tegen het lijf waren gelopen. Dat betekende dat er twee liften gedesinfecteerd moesten worden. Met zijn drieën hadden ze een paar uur in containers gegraven, afvalemmers doorgespit en naar achtergelaten dozen gezocht op terrasjes, vensterbanken, brandtrappen en in bloembakken. De donderwolken die waren verschenen, had Maggie niet eens opgemerkt, tot de zware regenval hen had gedwongen hun speurtocht te staken en beschutting te zoeken. Als ze alleen was geweest, zou ze zijn doorgegaan. De regen had prettig aangevoeld. Hij had op haar neer gestriemd en tegelijk met de ranzige geuren misschien ook iets van de spanning van haar af geschuurd. Van de bliksemflitsen en donderslagen daarentegen was ze juist angstig en schrikachtig geworden. Ford had haar verzekerd dat Stucky wel degelijk als verdachte van de moord op Rita zou worden gezien, ook al hadden ze de vermiste nier niet gevonden. Maar Maggie zag niet in waarom Stucky zich niet aan zijn eigen spelregels zou houden. Of had een nietsvermoedende klant de doos misschien mee naar huis genomen? Was het mogelijk dat iemand hem in de koelkast had gezet zonder erin te kijken, zonder te weten wat erin zat? Dat sloeg nergens op, en daar wilde ze niet eens aan denken. Het probleem was dat ze gewoon niets meer kon doen.
Zodra ze haar kamer in kwam, zag ze het rode lichtje van het antwoordapparaat oplichten. Ze greep de hoorn en toetste de code in om de ingesproken berichten af te luisteren. Ze was het gewend spoedberichten over haar moeder te krijgen, die net zo vaak een zelfmoordpoging deed als andere vrouwen van haar leeftijd naar de manicure gingen. Maar die nieuwe vrienden zouden toch voor haar zorgen? Er was maar één bericht, en dat was inderdaad dringend.
'Agent O'Dell. Met Anita Glasco. Ik bel namens directeur Cunningham. Hij wil je morgenochtend om negen uur in zijn kantoor spreken. Bel alsjeblieft even terug als je dat niet redt. Bedankt en een goede reis naar huis, Maggie.'
Bij het horen van Anita's kalme stem glimlachte Maggie, hoewel het bericht zelf haar gespannen maakte. Ze wiste de boodschap en hing op. In een poging haar woede te bedwingen, begon ze te ijsberen. Dit was Cunninghams manier om ervoor te zorgen dat ze onmiddellijk terugkwam. Hij wist dat ze een verzoek voor een bespreking met hem nooit zou afzeggen. Wist hij al iets van de moord op Rita? Zou het hem eigenlijk interesseren? Tenslotte had Delaney het waarschijnlijk doen voorkomen alsof ze bezig was gek te worden en zich dingen in het hoofd haalde. Ze keek op haar horloge en krabde iets droogs en korreligs van haar gezicht. Nog zes uur voor haar omgeboekte vlucht. Het was de laatste naar DC die avond. Als ze haar afspraak met Cunningham wilde halen, kon ze zich geen verdere vertraging veroorloven. Maar hoe kon ze in 's hemelsnaam uit Kansas City vertrekken terwijl ze wist dat Stucky ergens in de stad rondhing? Misschien zocht hij op dit ogenblik wel een volgend slachtoffer. Nogmaals controleerde ze of de deur wel op slot zat. Ze deed de ketting er ook maar op en schoof de rugleuning van de houten bureaustoel onder de knop. Ze schopte net zo lang tegen de poten tot ze vond dat hij klem genoeg zat. Daarna kleedde ze zich tot op haar ondergoed uit en propte ze haar vieze kleren en schoenen in een van de waszakken uit de kast. Er moesten nog twee extra zakken omheen voor er helemaal niets meer te ruiken was.
Met haar Smith & Wesson in haar hand liep ze naar de badkamer, waar ze het wapen vlakbij, op de rand van de wastafel, legde. De badkamerdeur liet ze wijdopen. Toen trok ze haar beha en slip uit en stapte ze onder de douche.
Het water masseerde haar huid. Ze zette de kraan zo hoog als ze maar kon verdragen. Niet alleen moest ze die geuren kwijt, maar ook dat kriebelige gevoel vlak onder haar huid. Die madenplaag die telkens wanneer ze wist dat Stucky in de buurt was, haar lichaam binnen drong. Ze boende tot haar huid rood en ruw was. Kon ze haar hoofd maar net zo grondig reinigen en de littekens op haar lichaam wegvagen. Nadat ze onder de douche vandaan was gekomen, veegde ze de beslagen spiegel schoon. In de bruine ogen die haar aanstaarden, lag die afschuwelijke kwetsbaarheid weer vlak onder de oppervlakte. En de littekens waren er ook nog. Haar lichaam leek zo onderhand wel een kladblok. Het grote litteken begon net onder haar borst. Ze dwong zichzelf het met de top van haar wijsvinger aan te raken, de hobbelige lijn te volgen die over haar maag omlaag liep.
'Ik kan in een paar tellen je maag opensnijden,' had hij haar verteld - nee, beloofd, niet verteld. Want op dat moment had ze zich al bij haar naderende dood neergelegd. Hij had haar in de val gehad. Hij had haar gedwongen toe te kijken terwijl hij twee vrouwen had afgeranseld en met zijn mes had bewerkt tot ze dood waren geweest. Hij had gedreigd dat hij, als Maggie haar ogen sloot, gewoon een nieuwe zou halen en van voren af aan zou beginnen. En hij had woord gehouden. Nog steeds kon ze die beelden en geluiden niet van zich afzetten: bebloede borsten, krakende botten, de holle klap van een baseballknuppel tegen een schedel. Er was zo veel bloed geweest van doorgesneden aderen, van messen die in huid verdwenen, in plekken waar nooit een mes zou mogen komen. Geen enkele plek was verboden terrein voor Stucky. Niets aan een vrouwenlichaam was heilig. Hij kerfde en sneed, tevreden en aangemoedigd door het gegil. Wat had hij haar nog kunnen aandoen nadat ze de bloedspatten had gevoeld, de stukjes bot en hersenen, nadat ze de ijzingwekkende kreten om hulp had gehoord? De dood zou een opluchting zijn geweest, en daarom had hij haar iets geschonken wat haar voortdurend aan hem zou herinneren: een litteken. Ze greep een T-shirt en trok dat over haar hoofd. Hoewel haar huid nog klam was, wilde ze zich zo snel mogelijk bedekken. Daarna liep ze naar de kast om schoon ondergoed en een schone broek te pakken. Met nog natte haren zocht ze in de minibar, waarin tot haar opluchting twee nieuwe miniatuurflesjes whisky stonden. De hemel zij dank voor goed hotelpersoneel. Een zacht geklop op haar deur deed haar opschrikken. Ze haalde haar revolver uit de badkamer en keek eerst door het kijkgaatje voor ze de stoel wegtrok. Ook Nicks haar was vochtig en verward. Hij had een schone spijkerbroek aan en een pas gestreken overhemd met opgerolde mouwen. Ze zette de stoel terug bij het bureau en stopte de revolver achter in haar broek. Pas toen ze de deur opende en Nicks blik omlaag gleed, realiseerde ze zich dat ze niets aan had onder het dunne T-shirt dat aan haar lichaam plakte.
'Dat was snel.' Ze probeerde geen aandacht te besteden aan het gefladder in haar maag. ik wilde die kleren zo snel mogelijk uit hebben.' Op zijn gezicht was een lichte blos verschenen. 'Die schoenen kan ik maar beter weggooien, denk ik. Daar zit iets ontzettend smerigs op. Ik wil niet eens weten wat het is.'
Zwijgend keken ze elkaar aan.
Door zijn aanwezigheid, zijn geur leek ze niet meer helder te kunnen denken. Ze voelde zich warm en vochtig, maar dat kwam natuurlijk door die hete douche, hield ze zich voor.
'Ik dacht dat we misschien iets konden gaan eten of drinken,' zei hij ten slotte. 'Daar heb je toch nog wel tijd voor, voor je vliegtuig vertrekt?'
'Dan kan ik beter, eh... iets aantrekken.'
Zijn blik liet haar maar niet los.
Het schokte haar hoe graag ze hem wilde aanraken. Ze moest de deur dichtdoen, zichzelf onder controle krijgen, zich vermannen. In plaats daarvan hoorde ze zichzelf vragen: 'Waarom kom je niet even binnen?'
Hij aarzelde zo lang, dat ze haar woorden had kunnen terugnemen. Maar dat deed ze niet. Ze liep naar de kast en trok er zomaar wat kleren uit, zogenaamd op zoek naar iets, om hem maar niet aan te hoeven kijken.
Hij kwam binnen en sloot de deur achter zich. 'We schijnen nogal wat tijd in hotelkamers door te brengen.'
Ze wierp een snelle blik in zijn richting. Tot haar ergernis maakte zijn opmerking haar meteen weer aan het blozen. In een kleine hotelkamer in Platte City had het gevaarlijk weinig gescheeld of ze waren met elkaar naar bed gegaan. Nu, vijfmaanden later, voelde ze nog steeds datzelfde onverwachte verlangen. Hoe was het mogelijk, na alle emoties die haar de afgelopen dagen hadden bestormd, dat Nick Morelli alleen maar hoefde binnen te wandelen om weer precies diezelfde gevoelens in haar los te maken?
Ze haalde een witte, wijdvallende trui te voorschijn en een beha. 'Ben zo terug,' zei ze terwijl ze naar de badkamer liep. Ze verkleedde zich snel, zonder gedoe. Ze droogde haar haar af, borstelde het naar achteren, pakte de föhn maar bedacht zich. Vervolgens stak ze haar hand uit naar de Smith & Wesson, aarzelde even en liet hem toen in haar broek zitten. Nadat ze de wijde trui eroverheen had getrokken, controleerde ze in de spiegel of het wapen te zien was. Voor ze vertrokken, zou ze haar badge nog pakken. Toen ze terugkwam in de kamer, stond Nick bij het raam, met de flesjes whisky in zijn hand. Hij keek toe terwijl ze sokken en schoenen aantrok.
'Nog steeds nachtmerries?' Hij zette de flesjes op het tafeltje terug en keek haar vragend aan.
'Ja,' antwoordde ze kortaf. Op Nicks bemoeienis zat ze niet te wachten. Zodra ze haar badge en wat kleingeld had gepakt, liep ze naar de deur. 'Zullen we?' vroeg ze. Bijna struikelde ze over een dienblad van de roomservice dat voor haar deur op de grond lag. Verbaasd keek ze naar beneden. Op het blad stond een zilverkleurige cloche, met daarnaast twee lege glazen en fonkelend bestek op een gesteven servet van wit linnen.
'Heb jij iets van de roomservice besteld?' Ze keek om, maar Nick bleek al naast haar te staan.
'Nee, en ik heb ook niet horen kloppen.'
Behoedzaam stapte hij over het dienblad heen, de gang in, en keek in beide richtingen.
Maggie luisterde, maar hoorde niets. Geen dichtslaande deuren, geen voetstappen, geen zoevende liften.
'Misschien is het een vergissing,' zei Nick. De spanning was echter duidelijk hoorbaar in zijn stem. Ze knielde bij het blad. Met bonzend hart trok ze het linnen servet onder het bestek vandaan, met alleen haar duim en wijsvinger. Ze vouwde het open en gebruikte het om het handvat van de cloche vast te pakken. Langzaam tilde ze deze op, en onmiddellijk vulde een onaangename geur de gang.
'Jezus!' riep Nick uit. Hij deinsde achteruit. Midden op het glanzende bord lag een bloederige massa, die alleen maar Rita's vermiste nier kon zijn.