38
'We weten niet zeker of Stucky hier iets mee te maken heeft.' Hoewel R.J. overtuigend probeerde te klinken, wist hij niet eens of hij het zelf wel geloofde. Maar hij moest objectief blijven. Vanaf het moment dat Miss Heston was vertrokken, leek agent
O'Dell compleet over haar toeren. Met snelle, grote stappen ijsbeerde de eerder zo kalme, beheerste agent door de kamer, heen en weer, steeds opnieuw. Onophoudelijk haalde ze haar handen door haar korte, donkere haar, duwde het achter haar oren en maakte het dan weer met haar vingers in de war. Haar stem klonk afgemeten en verried een spanning die er eerst niet was geweest. Af en toe meende hij er een trilling in te horen. Ze scheen niet te weten waar ze haar handen moest laten. De ene keer stak ze ze in haar broekzakken, dan weer haalde ze ze door haar haren. Verschillende malen verdwenen ze in haar jasje, en hij wist dat ze dan haar revolver controleerde.
Haar heen en weer lopen gaf hem het gevoel slechts een toeschouwer te zijn. Wat moest hij met haar aan?
Ze was het hele huis door gelopen om lampen aan
te doen en gordijnen dicht te trekken. Ook had ze bij elk raam het
donker in staan turen. Verwachtte ze dat Stucky daar ergens was? Op
dit moment controleerde, ze voor de tweede keer de
benedenverdieping. R.J. meende dat ze maar eens moesten gaan. Het
huis was smetteloos. Hoewel het in de grote slaapkamer verdacht
sterk naar ammonia rook, was er niets wat erop wees dat er iets in
het huis was gebeurd. En al helemaal geen brute moord en
gewelddadige ontvoering.
'Er is geen enkel bewijs dat hier iets verdachts is gebeurd,' zei hij. 'Hoogste tijd om te gaan.'
Op zijn horloge zag hij tot zijn grote schrik dat het al over negenen was. Emma zou woest op hem zijn omdat ze de hele avond bij Mrs. Lopez had moeten zitten.
'Tess McGowan is de makelaar die mij mijn huis heeft verkocht,' herhaalde O'Dell. Het was zo'n beetje het enige wat ze de afgelopen uren tegen hem had gezegd. 'Begrijp je het dan niet? Snap je het niet?'
Hij wist precies wat ze dacht. Precies hetzelfde als wat hij dacht. Albert Stucky zou het ook hebben geweten, zeker aangezien hij heel wat tijd leek door te brengen met het observeren van O'Dell. Hij moest Tess McGowan samen met O'Dell hebben gezien, precies zoals hij de pizzabezorgster en de serveerster in Kansas City samen met haar had gezien. Het probleem was echter dat ze geen enkel bewijs hadden dat Tess McGowan vermist werd, afgezien van een achtergelaten aktetas. Dat kon je nauwelijks een bewijs noemen. En hij weigerde O'Dells angsten aan te wakkeren. 'Op dit moment is er niets wat erop wijst dat Miss McGowan ontvoerd is, en hier kunnen we verder niets doen. We moeten stoppen voor vandaag. Misschien kunnen we Miss McGowan morgen zien te vinden.'
'We zullen haar niet vinden, want hij heeft haar.'
Hoewel ze haar best deed het te verhullen, beefde haar stem weer. 'Hij heeft haar aan zijn verzameling toegevoegd. Misschien is ze al dood.' Ze tastte naar haar holster en liet haar handen daarna weer in haar zakken verdwijnen. 'En als ze niet dood is, wenst ze misschien dat ze dat wel was,' voegde ze er haast fluisterend aan toe.
R.J. wreef in zijn ogen. Uren eerder had hij zijn bril al afgezet. O'Dell joeg hem de stuipen op het lijf. Hij moest er niet aan denken dat Albert Stucky een nieuwe verzameling was begonnen. Op zijn bureau, bedolven onder de handboeken en papieren, lag een uitpuilend dossier over vermiste vrouwen uit het hele land. Vrouwen die in de vijfmaanden sinds Stucky's ontsnapping spoorloos waren verdwenen. Dat het dossier zo dik was, was op zich niet vreemd. Verdwijningen kwamen zo vaak voor. Sommige vrouwen vertrokken gewoon en wilden niet worden gevonden. Andere werden mishandeld door hun man of vriend en verdwenen uit eigen verkiezing. Er waren er echter te veel zonder enige verklaring verdwenen, en R.J. wist genoeg van Stucky's spel om te bidden dat geen van die vrouwen deel uitmaakte van Stucky's nieuwe 'verzameling'.
'Luister, vanavond kunnen we niets meer doen,' zei hij.
'We moeten een luminoltest doen. Keith Ganza kan de spullen wel komen brengen, en ook een blauwe lamp. Dan kunnen we de grote slaapkamer onderzoeken.'
'Er is hier niets te vinden, O'Dell. Geen enkele reden om aan te nemen dat in deze woning iets gebeurd is.'
'Met de lamp ontdekken we misschien nog vingerafdrukken, en de luminol laat zien of ergens bloed is achtergebleven, sporen die we met het blote oog niet kunnen zien. Blijkbaar heeft hij geprobeerd alles schoon te maken, maar zelfs daarmee krijg je niet al het bloed weg.'
Het leek wel of ze hem niet hoorde. Alsof hij er helemaal niet was, en ze in zichzelf praatte.
'Vanavond kunnen we niets meer doen,' herhaalde hij. 'Ik ben bekaf, en jij vast ook.' Toen ze weer naar de trap liep, pakte hij haar zacht bij haar arm. 'Agent O'Dell.'
Onmiddellijk rukte ze zich los, en ze keek hem woedend aan. Doodstil bleef ze staan, stevig op haar plek, hem strak aanstarend alsof ze hem tot een duel uitdaagde. Opeens, zonder enige waarschuwing, draaide ze zich om en beende naar de deur. Onderweg knipte ze alle lichten uit.
Voor ze zich zou bedenken, volgde hij haar voorbeeld en rende naar boven om daar de lichten uit te doen. Toen hij terugkwam, was ze al bezig het alarm te activeren.
Samen gingen ze naar buiten, en nadat hij de deur achter hen had gesloten, liepen ze naar zijn auto. Pas toen zag hij de revolver in de hand die ze langs haar zij hield. Het drong tot hem door dat de hysterie, de frustratie, de woede die hij had aanschouwd, feitelijk angst waren. Stom van hem om dat niet eerder te zien. Maggie O'Dell was doodsbang. Niet alleen voor Tess McGowan, maar ook voor zichzelf.