24
'Hé, dame, wat spook jij daar uit?'
Terwijl ze doorging met wroeten, keek Maggie over haar schouder. Ze stond tot haar knieën in het afval. Haar gympen zaten onder de barbecuesaus en haar handschoenen plakten. De stank van knoflook, mottenballen, bedorven voedsel en ander afval - alles door elkaar - deed haar ogen tranen.
'FBI!' riep ze door haar mondmasker heen. Ze draaide zich net ver genoeg om om de man de gele letters op de rug van haar jas te laten zien.
'Shit! Echt waar? Kan ik je helpen?'
Opnieuw keek ze naar hem om. Ze moest de neiging onderdrukken haar haren uit haar gezicht te vegen. In plaats daarvan wuifde ze de vliegen weg die haar kennelijk als bedreiging van hun territorium zagen. De man was jong, begin twintig misschien. Over zijn kaak liep een litteken - nog roze en opgezet - en uit de paarse bobbel op zijn neus bleek dat hij die onlangs had gebroken. Snel keek Maggie het steegje door. Zou de rest van zijn bende ergens in de buurt zijn? 'Eerlijk gezegd, heb ik al meer dan genoeg hulp. De politie van Kansas City is met een paar containers verderop bezig.' Tot haar genoegen maakte dat het joch meteen nerveus. Hij spiedde om zich heen en verplaatste zijn gewicht van zijn ene naar zijn andere voet, alsof hij op het punt stond ervandoor te gaan.
'O, oké. Succes dan maar.' Om te voorkomen dat hij de agenten tegen het lijf zou lopen, verdween hij door een open deur een pakhuis in.
Maggie wierp een uitpuilende vuilniszak opzij zonder die geopend te hebben. Daar zou Stucky het nooit in achterlaten. Hij had zijn verrassingen altijd vol in het zicht geplaatst, op plekken waar ze makkelijk zouden worden ontdekt, vaak door nietsvermoedende voorbijgangers. Misschien verspilde ze haar tijd wel met het uitkammen van containers.
Ze had het nog niet gedacht, of ze zag een punt van een witte, kartonnen verpakking. Langzaam waadde ze erheen, haar benen hoog optillend en zonder aandacht te schenken aan de zuigende geluiden onder haar voeten.
De vorige twee containers hadden één groen uitgeslagen broodje gehakt en een paar beschimmelde spareribs opgeleverd, en toch ging haar hart telkens weer sneller slaan. Een golf adrenaline sloeg door haar heen toen ze de vliegen wegsloeg en een verlept slablaadje, wat sigarettenpeuken en een paar snippers aluminiumfolie wegveegde. Voorzichtig tilde ze de doos op. Ze hield hem goed recht en zette hem op de rand van de container. De doos was groot genoeg voor een kleine taart of pastei. Of een nier of long; die namen niet veel ruimte in beslag. Ooit had ze een long van een van Stucky's slachtoffers gevonden in een bakje dat amper groot genoeg was voor één enkel broodje.
Ondanks de kilte van de ochtend was haar rug nat van de transpiratie. Ze zou zo onderhand wel net zo stinken als het afval waar ze in stond. Het masker plakte aan haar mond en neus, toen ze diep inademde. Behoedzaam haalde ze het deksel van de doos. De inhoud stonk zo, dat ze haar gezicht afwendde en haar adem inhield. Pas na een paar seconden kon ze weer kijken. Wie had ooit gedacht dat bedorven fetticinni alfredo zo naar rotte eieren kon stinken? Dat was het tenminste ooit geweest, vermoedde ze. Het was moeilijk met zekerheid te zeggen met dat dunne laagje grijsgroene schimmel erop. Ze deed het deksel er weer stevig op.
'Nog iets interessants ontdekt?'
De diepe stem deed haar opschrikken. Om niet uit te glijden en achterover in het vuil te belanden, greep ze zich stevig vast aan de rand van de container. Was de jongen van gedachten veranderd? Toen ze omkeek, zag ze echter rechercheur Ford staan. Alleen herkende ze hem haast niet. Want net als zij was hij in gewone kleren: spijkerbroek, een grijze sweater met capuchon en een blauwe baseballcap van de Kansas City Royals. Zonder zijn pak en das en zonder zijn oudere partner zag hij er een stuk jonger uit.
Ze trok haar mondmasker omlaag. 'Ja. Ik heb ontdekt dat we in dit land veel te veel eten weggooien,' antwoordde ze. Ze liet de doos vallen en waadde naar de andere kant van de container, waar ze een krat op de keien had gezet om er makkelijker in te kunnen klimmen.
'Ik wist helemaal niet dat de FBI zich daarmee bezighield.'
Wachtend op de preek die ongetwijfeld zou volgen, keek ze hem aan.
Hij glimlachte.
'Ben je undercover of heb je geen dienst?' Ze trok haar handschoenen uit.
'Dat kan ik ook aan jou vragen.'
'Ik had wat tijd over vanochtend.' Alsof dat verklaarde waarom ze tot haar knieën in het afval stond.
'Hé, Ford, waar hang je ergens uit?' riep een bekende stem iets verderop.
'Hier!' riep Ford terug.
Nog voor de andere man in het zicht kwam, voelde Maggie die irritante vlinders in haar buik. Nick Morelli was nog net zo knap als ze zich herinnerde, lang en slank en zelfverzekerd. Ook hij was gekleed in spijkerbroek, met daarboven een rode sweater van de Nebraska Cornhuskers. Pas toen hij naast Ford stond, herkende hij haar. 'Maggie?'
Ze gooide haar handschoenen weg en rukte het mondmasker van haar nek, waarna ze het in de container wierp. 'Hallo, Nick,' zei ze zo onverschillig mogelijk. Ondertussen waadde ze verder, zich plotseling scherp bewust van alle vliegen die ze aantrok. Ze mepte ze weg en stopte wat loshangende lokken achter haar oren.
'Dat is waar ook. Ik vergeet steeds dat jullie elkaar al kennen,' zei Ford glimlachend. 'Maggie had vanochtend wat tijd over.'
'Jee, wat leuk je weer te zien, Maggie.'
Onmiddellijk bloosde ze. 'Maar misschien wat minder leuk om me te ruiken,' zei ze om te voorkomen dat het een roerend weerzien zou worden. Ze pakte de rand van de container vast en zwaaide haar been eroverheen. Met haar voet tastte ze naar het krat. Voor ze die had gevonden, sloeg Nick zijn handen al om haar middel om haar te helpen. Op weg omlaag streek haar heup langs zijn borstkas. Ondanks alle smerige geuren die haar die ochtend hadden bestookt, was haar reukzin nog niet zodanig aangetast dat ze het subtiele luchtje van zijn aftershave niet herkende. Al stond ze inmiddels met beide voeten op de grond, hij liet haar niet meteen los.
Ze meed zijn blik. En die van Ford. Ze had even tijd nodig om zich te vermannen en te wachten tot dat onverwachte gefladder in haar buik was opgehouden. Verdorie, ze was toch geen puber meer! Waarom reageerde haar lichaam dan zo? Om iets te doen te hebben, veegde ze het vuil weg dat aan haar broekspijpen en schoenen plakte. Toen ze opkeek, zag ze dat beide mannen haar opnamen. Nicks blik bleef ze mijden, omdat ze wist dat hij in staat was in haar ziel te kijken en de zwakke plekken kon zien die ze zelfs voor zichzelf verborgen hield.
'Nou,' vroeg Ford uiteindelijk, 'heb je nog iets interessants gevonden?'
Zouden Turner en Delaney hem hebben verteld dat ze door Stucky werd geobsedeerd? Had Ford gezien hoever heen ze de vorige avond was geweest? Wat had hij met Nick besproken? Ze geloofde er niets van dat hij was vergeten dat Nick en zij elkaar kenden. Tenslotte had hij Nick de avond daarvoor zelfs mee uit eten gevraagd, al hadden ze niet gehoord waarom hij niet was komen opdagen.
Opeens vroeg ze zich af of Nick alleen maar had willen voorkomen dat hij haar weer zou zien. Waarom had hij haar anders niet gebeld nu hij in Boston woonde? Ze merkte dat hij haar gadesloeg, naar haar glimlachte, maar gelukkig maakte hij niet te veel drukte over hun weerzien.
'Nee, ik heb niks gevonden,' antwoordde ze. Ford mocht niet weten dat ze naar lichaamsdelen op zoek was geweest in plaats van naar bewijsmateriaal dat over het hoofd was gezien. 'Hebben ze jou nu op de zaak gezet?'
'Officieel niet. Maar hoogstwaarschijnlijk zullen Milhaven en ik er wel een aantal uren aan kwijt zijn. Vandaag is eigenlijk mijn vrije dag. Nick en ik wilden net een vroege lunch gaan nemen.'
'En dan ga je altijd via steegjes?'
Grinnikend keek Ford Nick aan. 'Er ontgaat haar ook niks, hè?'
'Nee, absoluut niet.' Nicks blik kruiste de hare, en ze wi st dat die korte uitspraak een veel diepere betekenis had, dat hij haar daarmee herinnerde aan de intimiteiten die ze hadden gedeeld, en die welke ze bijna hadden gedeeld.
'Wees nou maar eerlijk, Ford.' Ze moest het luchtig zien te houden, profiteren van de joviale stemming, voorkomen dat Ford zou beseffen dat ze niets te zoeken had op zijn territorium. Ze had al genoeg problemen met Cunningham. 'Jullie wilden ook nog even een kijkje nemen of niet soms?'
'Oké, betrapt.' In een gebaar van overgave stak Ford zijn handen op. 'Ik vertelde Nick net over gisteravond.'
Onwillekeurig kromp ze ineen. Opnieuw vroeg ze zich af wat er precies was besproken. Nick kende het hele verhaal, inclusief de bloedige details over Stucky en haar. Hij had haar nachtmerries van dichtbij meegemaakt. Onbewogen keek ze hen aan, alsof het de vorige avond slechts een doodgewone achtervolging voor haar was geweest. Het kon haar niet schelen of Ford dacht dat ze overspannen was, maar ze wilde niet dat Nick dat ook zou denken.
'Je hebt gisteravond wel mijn nieuwsgierigheid gewekt, O'Dell,' zei Ford. Goede hemel, dacht ze, maar ze vroeg: 'Hoe dat zo?'
'Al dat gepraat over Albert Stucky is me niet in de koude kleren gaan zitten.'
Ze keek van Ford naar Nick om te zien of ze haar nu wel of niet serieus namen. Als Ford haar op deze manier over de bol wilde aaien en haar gerust wilde stellen dat ze zich maar wat in haar hoofd haalde, kon ze zich de moeite van een reactie besparen. Maar ze kon het niet helpen; haar opkomende woede moest naar buiten. 'Je denkt dat ik me maar wat verbeeld?'
Bezorgd keek Nick haar aan.
Ford leek oprecht verbaasd. 'Nee, zo bedoel ik het helemaal niet. Of nee, dat is niet helemaal waar. Gisteravond dacht ik dat wel. Geloof ik.'
'Albert Stucky heeft de financiële middelen en is intelligent genoeg om te kunnen gaan en staan waar hij maar wil en wanneer hij maar wil. Je hoeft geen seconde te denken dat Kansas City veilig is alleen maar omdat hij nog nooit in deze regio heeft toegeslagen.' Daar had je het nou. Ze was helemaal niet van plan geweest haar woede de vrije loop te laten. Ze kon het niet uitstaan dat Stucky zo veel macht over haar emoties had, dat die al bovenkwamen bij het horen van zijn naam. Ze vermeed Nick aan te kijken, maar voelde zijn blik op haar rusten.
Afwachtend keek Ford haar aan. Totaal niet beschuldigend. Kennelijk wachtte hij slechts tot ze klaar was met haar tirade.
'Mag ik nu iets zeggen?' vroeg hij.
'Ga je gang.' Maggie sloeg haar armen over elkaar, vermande zich en probeerde er tegelijkertijd uitdagend uit te zien. Daar begon ze al aardig goed in te worden.
'Zoals ik zei, zo dacht ik er gisteravond over. Waarom zou die Stucky in vredesnaam precies Kansas City kiezen, in plaats van de Oostkust? Ik weet dat seriemoordenaars gewoonlijk op vertrouwd terrein blijven. Maar voor ik vanochtend met Nick op stap ging, heb ik een deel van de autopsie op je vriendin bijgewoond. Rita.'
Ford keek even naar Nick. Het was duidelijk dat beide mannen dit al hadden besproken. Toen keek hij Maggie weer aan en zei: 'Het slachtoffer mist haar rechter nier.'