Hochaman was een hoogbejaard, verschrompeld mannetje met een gezicht als dat van Jerika. Hij kon amper staan, laat staan lopen. Dalanar en Echozar hadden hem de hele weg naar de Zomerbijeenkomst op hun rug gedragen. Hij vertelde altijd dat hij zijn benen op zijn Tocht had opgebruikt, en dat niemand ooit een langere voettocht had gemaakt. Hij was van de Eindeloze Zeeën van het Oosten naar de Grote Wateren van het Westen gelopen en was bijna zijn gehele leven onderweg geweest. Hij verstond de kunst om een verhaal goed te vertellen en hij had veel te vertellen. Hij vond het ook nooit erg om zijn verhalen steeds opnieuw te vertellen en zou waarschijnlijk zeer in trek zijn na afloop van de ceremonies, als de spelen en de krachtmetingen en het verhalen vertellen een aanvang konden nemen. De pasverbonden paren zouden deze evenementen dit jaar moeten missen, omdat hun proefperiode van veertien dagen dan zou zijn begonnen. De zelandonia hadden dat met opzet zo geregeld. Als een paar het niet voor hun Verbintenis overhad om de spelen en het verhalen vertellen te moeten missen, dan hadden ze waarschijnlijk beter van de verbintenis kunnen afzien.

  De zangers lieten hun fuga nog steeds voortduren, al was het nu een heel andere groep dan in het begin, toen de Eerste de ceremonie inluidde.

'Alle Grotten van de Zelandoniërs,' sprak de doniër, wier stem nog immer vol en krachtig was, 'jullie zijn gekomen om getuige te zijn van de Verbintenis tussen een vrouw en een man. Doni, Grote Aardmoeder, Eerste Schepper, de Moeder van Allen, Zij die Bali het leven schonk, die de hemel verlicht, en Zij wier levensgezel en vriend, Lu- mi, deze avond in getuige van Haar op ons neerschijnt, Zij wordt geëerd door de heilige Verbintenis van Haar kinderen. Het tweetal dat bij mij staat heeft de Grote Aardmoeder behaagd met hun beslissing om een Verbintenis aan te gaan.'

Het geroezemoes vanuit het publiek werd luider. De ceremonie verliep ietwat sneller dan de andere, doordat er veel minder namen en relaties werden opgesomd. Echozar had er bijna geen. Hij was Echozar van de Eerste Grot van de Lanzadoniërs, Zoon van Vrouw, gezegende van Doni, geaccepteerd door Dalanar en Jerika van de Eerste Grot van de Lanzadoniërs. Joplaya had een langere reeks namen en relaties, de meeste via Dalanar met de Zelandoniërs. Ook Jondalar en Ayla werden genoemd. Via haar moeder alleen de namen van Jerika's moeder, Ahnlay, die in de geestenwereld liep, en de man van haar vuurplaats, Hochaman.

'Ik, Dalanar van de Eerste Grot van de Lanzadoniërs, spreek voor dit paar, en het verheugt mij dat Joplaya en Echozar zullen blijven wonen bij de Eerste Grot van de Lanzadoniërs,' zei de leider, 'en ik heet hen welkom.' Toen draaide hij zich met zijn gezicht naar de mensen die achter hem tussen de toeschouwers hadden plaatsgenomen: de Lanzadoniërs die waren meegekomen naar de Zelandonische Zomerbijeenkomst om de verbintenis te bekrachtigen.

'Wij van de Eerste Grot van de Lanzadoniërs heten hen welkom,' zeiden ze in koor.

Toen strekte Zelandoni haar armen uit alsof ze probeerde iedereen te omhelzen. 'Alle Grotten van de Zelandoniërs en de Lanzadoniërs,' zei ze, 'Joplaya en Echozar hebben elkaar gekozen. De Verbintenis is goedgekeurd en ze zijn door de Eerste Grot van de Lanzadoniërs geaccepteerd. Wat zeggen jullie over deze Verbintenis?' Een groot aantal mensen uitte hun goedkeuring, maar er was ook een deel dat afkeuring liet blijken.

Zelandoni was geschokt en wist een hartslag lang niet wat ze moest doen. Ze was nog nooit voorgegaan in een ceremonie waarbij iemand zijn afkeuring had laten blijken. Als er al bezwaren waren geweest,

waren die altijd vóór de ceremonie uit de weg geruimd. Dit was de eerste keer dat ze iemand afwijzend had horen reageren. Dalanar en Jerika fronsten hun wenkbrauwen en de Lanzadoniërs zaten om zich heen te kijken, de meeste met een ongelukkige uitdrukking op het gezicht, sommige woedend. De Eerste besloot de afwijzende uitlating te negeren en gewoon door te gaan alsof ze niets had gehoord. 'Doni, de Grote Aardmoeder, geeft haar goedkeuring aan deze Verbintenis van Haar kinderen. Zij heeft bewezen dat Zij de Verbintenis gunstig gezind is. Zij heeft Joplaya al Gezegend,' zei ze. Ze gaf hun een teken om hun handen uit te strekken. Aarzelend pakten Joplaya en Echozar eikaars hand en strekten die uit naar de zelandoni die Eerste was. Ze wond een leren veter om hun samengebrachte handen en legde er een knoop in.

'De knoop is gelegd. Jullie zijn met elkaar Verbonden. Moge Doni jullie altijd gunstig gezind blijven.' Zelandoni draaide zich met het gezicht naar de verzamelde menigte en verkondigde: 'Ze zijn nu Joplaya en Echozar van de Eerste Grot van de Lanzadoniërs.' 'Nee!' klonk een kreet uit de toeschouwers op. 'Dat mag niet zo zijn. Het is verkeerd. Hij is een gruwel.'

Verscheidene mensen herkenden de stem. Het was Brukeval! De Eerste probeerde hem nogmaals te negeren, maar een andere stem viel hem bij.

'Hij heeft gelijk. Ze zouden niet met elkaar Verbonden mogen worden. Hij is half beest!' zei Marona.

Van Brukeval kan ik het begrijpen, dacht de zelandoni van de Negende, maar Marona laat het allemaal koud. Die wil alleen maar onrust stoken. Probeert ze zich op Jondalar en Ayla te wreken door zijn naaste nicht te vernederen?

Toen klonk er nog een stem op, vanaf de plek waar de Vijfde Grot had plaatsgenomen: 'Ze hebben gelijk. De Zelandoniërs zouden deze verbintenis niet mogen goedkeuren.' Het was een man die bij de zelandonia opgenomen had willen worden, maar was afgewezen. Misnoegde lieden lieten hun stem horen, louter om onrust te stoken. Enkele anderen maakten eenzelfde mening kenbaar, onder wie ook Laramar. Ook zijn stem herkende ze. Waarom maakt hij zich hierover zo druk? Sommigen die bezwaren opperden hebben echt moeite met het idee, maar hem laat alles koud.

'Misschien zou je er goed aan doen deze Verbintenis opnieuw te overwegen,' riep weer een andere stem. Het was Denanna, de leidster van de drie takken van de Negenentwintigste Grot. Ik moet dit een halt toeroepen, dacht de Eerste. 'Om welke reden

  dan, Denanna? Deze twee jonge mensen hebben hun keus gemaakt, en die is door hun volk geaccepteerd. Ik begrijp je bezwaar niet.' 'Maar je vraagt ons om hun keus te accepteren, niet alleen hun eigen volk,' zei Denanna.

'En de meeste Zelandoniërs doen dat ook. Ik ken iedereen die deze verbintenis veroordeelt persoonlijk.' Haar blik gleed over de helling vol mensen, en hoewel ze in het donker weinig kon onderscheiden, hadden degenen die hun afkeuring hadden laten blijken de stellige indruk dat ze hen recht in de ogen keek. 'De meesten hebben hun eigen redenen, en die hebben niets met dit paar te maken. Slechts enkelen hebben echt moeite met het idee. Ik zie geen enkele reden om toe te staan dat deze mensen de ceremonie verstoren, de Lanzadoniërs beledigen en de Zelandoniërs in verlegenheid brengen. Joplaya en Echozar zijn met elkaar Verbonden. Als ze hun proefperiode hebben volbracht, zal hun Verbintenis bekrachtigd worden. Meer woorden hoeven daaraan niet vuilgemaakt te worden. En dan is het nu tijd voor de processie en het feestmaal.'

Ze gaf de zelandonia een teken, waarna die de pasverbonden paren zich weer in een rij lieten opstellen en ze om het vuur leidden, dat begon te doven. Toen ze vijfmaal langzaam om het vuur waren gelopen, werden ze naar de plek geleid waar het eten werd opgediend om een begin te maken met het feestmaal en de verdere festiviteiten, maar er was een domper gezet op de feestvreugde van de Verbintenisceremonie.

De mensen die de taak toebedeeld hadden gekregen, begonnen de grote ossenbouten, die de hele dag boven hete houtskool aan spitten waren rondgedraaid, in plakken te snijden. Andere, soms taaiere stukken vlees waren, samen met bepaalde wortelgroenten, gaar gesmoord in met hete stenen beklede ovenkuilen. Een met dagleliebloesem gebonden soep, waarin ook knoppen en kleine, jonge wortels van diezelfde plant waren meegekookt, plus aardnoten, bladgroenten, gekrulde varenbladeren en uien, en die op smaak was gebracht met kruiden, werd 'groentesoep' genoemd. De soep was een traditioneel gerecht bij het eerste Verbintenisfeestmaal van het seizoen. De volwassen wortels van daglelies en kattenstaarten, fijngestampt om de vezels te verwijderen, vermengd met de eerste wilde haver en zwarte meelganzenvoetzaden, werden gedroogd, tot meel vermalen en gebakken. Het harde, platte brood werd bij de soep opgediend. De piepkleine rode en hartvormige bessen die vlak bij de grond groeiden en bedekt waren met minuscule zaadjes kende Ayla wel, en ze verheugde zich bij de aanblik van de kommen vol verse aardbeien.

 

Van enkele exemplaren die al eerder waren geplukt en zacht waren geworden, was samen met verscheidene andere vruchtensoorten en een plant met roodachtige dikke stengels waarvan de grote bladeren altijd werden afgesneden en weggegooid, een saus gekookt. De zure stengels gaven een aangename scherpe smaak aan de bessen en andere vruchten, maar van de bladeren zou je ziek kunnen worden. Er waren ook gestoomde jonge wilgenroosstengels, gekruid met zout van de Grote Wateren van het Westen, en waterdichte manden met Lara- mars gegiste barma.

Naarmate de festiviteiten voortschreden en er meer van het gegiste brouwsel werd gedronken, week de spanning. Met glinsterende ogen bedankte Jondalar Dalanar omdat hij van zo ver was gekomen om bij zijn Verbintenis aanwezig te zijn.

'Ik zou natuurlijk alleen voor jou zijn gekomen, maar we zijn ook gekomen voor Joplaya en Echozar. Ik vind het spijtig dat de sfeer bedorven werd. Daarmee werd niet alleen hun eigen Verbintenis vergald, maar misschien ook die van alle andere paren,' zei Dalanar. 'Er zijn altijd mensen die proberen iets voor een ander te bederven, maar wij zijn tenminste niet meer afhankelijk van de Zelandonische Zomerbijeenkomsten voor de Verbintenis van onze jonge mensen. We hebben nu onze eigen lanzadoni,' zei Jerika. 'Dat is geweldig, maar ik hoop dat jullie evengoed af en toe nog eens aankomen,' zei Jondalar. 'Wie is het?'

'Lanzadoni. Dat weet je toch?' zei Dalanar, en toen glimlachte hij. 'Ze worden geacht hun zelfstandige entiteit op te geven en één te worden met hun volk, maar het is me opgevallen dat ze zichzelf met de telwoorden benoemen, en in telwoorden schuilt meer macht dan in gewone namen. Ze was de Eerste Acoliet van de zelandoni van de Tweede Grot. Ze zal nu de lanzadoni van de Eerste Grot van de Lanzadoniërs gaan heten.'

'Ik weet wie het is,' zei Ayla. 'Zij was een van de acolieten die ons hebben begeleid in de Diepte van Fonteinrots toen we Zelandoni hebben geholpen om de geest van je broer op te sporen. Weet je nog, Jondalar?'

'Ja. Ik geloof dat zij een goede lanzadoni voor jullie zal zijn. Naar verluidt is ze uiterst toegewijd en een uitstekend genezeres,' zei Jondalar. Later op de avond wisselden de pasverbonden paren de laatste woorden met vrienden en verwanten, waarna hun proefperiode van veertien getelde dagen inging. Voor sommigen een vreemd idee, net zoiets als vaarwel zeggen zonder te vertrekken. De afzonderlijke Grotten zouden een kleiner feest houden als de paren terugkeerden na de pe

riode van afzondering. Daarbij zouden hun geschenken worden aangeboden om hun nieuwe leven samen te beginnen. De Verbintenissen werden niet volledig erkend tot na de proefperiode, aangezien ze tot die tijd nog de mogelijkheid hadden om als ze dat wensten uit elkaar te gaan. Hoewel de paren gewoonlijk vroeg vertrokken, zouden de feestelijkheden voor de anderen voortduren tot het ochtendgloren.

Toen Ayla en Jondalar vertrokken, werden ze bestookt met grove opmerkingen en algemene pesterijtjes door een paar jongemannen die een eindje met hen opliepen en die zich te buiten waren gegaan aan Laramars barma. De meesten kenden Jondalar niet eens persoonlijk. Toen zij opgroeiden was hij weg geweest. De meeste vrienden van zijn leeftijd waren de fase ontgroeid waarin ze paren die net een Verbintenis waren aangegaan lastigvielen, en waren zelf een Verbintenis aangegaan en hadden een kind, sommige meer dan een, bij hun eigen vuurplaats.

Jondalar pakte een van de fakkels die waren gebruikt om het terrein waar de ceremonie werd gehouden te verlichten om hun weg te vinden en na aankomst een vuur aan te steken. Ze liepen de helling op naast de smalle stroom en stopten bij de bron om hun dorst te lessen. Ayla wist niet waar ze heen gingen, maar ze herkende de tent toen ze op de plek waren aangekomen. Het was dezelfde die ze tijdens hun lange Tocht hadden gebruikt, en Ayla werd overspoeld door nostalgische gevoelens toen ze hem weer zag staan. Ze was blij dat hun lange reis ten einde was, maar ze zou die nooit vergeten. Ze hoorde een verwelkomend gehinnik en keek Jondalar glimlachend aan. 'Je hebt de paarden meegebracht!' zei ze verrukt. 'Ik had bedacht dat het misschien leuk zou zijn om morgenochtend een rit te gaan maken,' zei hij, de fakkel omhooghoudend zodat ze de dieren kon zien.

Hij had de vuurplaats van tevoren klaargemaakt en stak die nu met de fakkel aan. Toen liepen ze samen naar de merrie en de hengst om ze te begroeten. Ze waren eraan gewend om samen te werken, zij het aan verschillende taken. Met hun samengebonden handen was het moeilijk om zelfs maar de paarden aan te halen en ze merkten dat ze elkaar in de weg zaten.

'Laten we zo snel mogelijk die veters losmaken,' zei Jondalar. 'Ik was overgelukkig toen de knoop werd gelegd, maar nu zal ik blij zijn als ik hem kwijt ben.'

'Ja, maar het is een goed geheugensteuntje om te weten dat je rekening met elkaar moet houden,' zei ze.


Jean M Aeul - Vuurplaats in Steen
titlepage.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005_split_000.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0005_split_001.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0005_split_002.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0005_split_003.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0005_split_004.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0005_split_005.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0005_split_006.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0005_split_007.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0005_split_008.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0005_split_009.xhtml
Section0121.xhtml
Section0122.xhtml
Section0123.xhtml
Section0124.xhtml
Section0125.xhtml
Section0126.xhtml
Section0127.xhtml
Section0128.xhtml
Section0129.xhtml
Section0130.xhtml
Section0131.xhtml
Section0005_split_010.xhtml
Section0132.xhtml
Section0133.xhtml
Section0134.xhtml
Section0135.xhtml
Section0136.xhtml
Section0137.xhtml
Section0138.xhtml
Section0139.xhtml
Section0140.xhtml
Section0141.xhtml
Section0142.xhtml
Section0005_split_011.xhtml
Section0001.xhtml
Section0143.xhtml
Section0144.xhtml
Section0145.xhtml
Section0146.xhtml
Section0147.xhtml
Section0148.xhtml
Section0149.xhtml
Section0150.xhtml
Section0151.xhtml
Section0152.xhtml
Section0153.xhtml
Section0154.xhtml
Section0155.xhtml
Section0156.xhtml
Section0157.xhtml