Ayla ging vaak een eindje met Jondalar mee als hij met een groep jagers op pad ging. Maar als ze op grotere prooi gingen jagen en verder van huis gingen, bleef zij dichter bij de grot en ging ze met haar slinger op jacht of oefende met de werpstok. Op de vlakte aan de overkant van de Rivier kwamen sneeuwhoenders voor, en ook korhoenders. Ze wist dat ze die met haar slinger had kunnen raken, maar ze wilde evenveel vaardigheid met de werpstok ontwikkelen. Ze wilde die ook leren maken. Het was moeilijk om de smallere stukken uit blokken los te snijden, wat gewoonlijk met behulp van wiggen werd gedaan, en het kostte heel wat tijd om ze de juiste vorm te geven en glad te schuren. Nog moeilijker was het ze zodanig te leren werpen dat ze horizontaal door de lucht suisden. Ze had een keer een vrouw van de Mamutiërs een gelijksoortige stok zien werpen. Als zij de stok naar een zwerm laagvliegende vogels slingerde, haalde ze er dikwijls wel drie of vier neer. Ayla vond het altijd leuk om te jagen met wapens die vaardigheid vereisten.
Ze voelde zich minder buitengesloten nu ze een nieuw jachtwapen had waarmee ze kon oefenen, en ze begon er al aardig bedreven in te raken. Meestal kwam ze wel met een paar vogels thuis. Ze nam ook altijd haar slinger mee en verschalkte dikwijls een haas of hamster. Bovendien was ze zo enigermate onafhankelijk. Al was ze al erg tevreden met het aanzien dat haar thuis gaandeweg aannam — veel van de geschenken die ze had ontvangen toen zij en Jondalar hun Verbintenis waren aangegaan kwamen goed van pas - ze begon ook te leren marchanderen en ruilde vaak vogelveren en soms het vlees tegen dingen waarmee ze haar nieuwe thuis wilde verfraaien. Zelfs holle vogelbotjes konden bewerkt worden tot kralen of kleine muziekinstrumenten, fluitjes met een hoge toon. Vogelbotjes konden ook worden gebruikt als onderdelen voor allerlei werktuigen en gebruiksvoorwerpen.
Maar de meeste huiden van de hazen en konijnen die ze met haar slinger ving, en de dunne, zachte vogelhuidjes, hield ze zelf. Als het kouder werd en ze aan de schuilplaats gebonden zou zijn, wilde ze van die zachte vachtjes en huiden kleertjes voor de baby maken.
Op een heldere, frisse dag laat in het najaar was Ayla aan het opruimen om ruimte te maken voor de baby en de babyspulletjes. Ze pakte het jongenswinterondergoed dat ze van Marona had gekregen en hield de tuniek tegen zich aan. Daar kon ze allang niet meer in, al was ze nog steeds van plan het later weer te dragen. Misschien moet ik nog zo'n set voor mezelf maken, maar dan iets ruimer aan de bovenkant, dacht ze. Ze had een paar extra hertenvellen. Ze vouwde de kleding op en ruimde die op.
Ze had beloofd die middag bij Lanoga op bezoek te gaan en besloot wat eten mee te nemen. Ze was erg op het meisje en de baby gesteld geraakt en ging dikwijls bij hen op bezoek, zelfs al betekende dit dat ze Laramar en Tremeda vaker tegenkwam en sprak dan haar lief was. Ze had ook de andere kinderen een beetje leren kennen, vooral Bolo- gan, al was de omgang met hen nog steeds wat gedwongen. Ze zag Bologan toen ze Tremeda's onderkomen naderde. De man van zijn vuurplaats was begonnen hem te leren barma te maken. Ayla bezag dit met gemengde gevoelens. Het was goed dat een man de kinderen van zijn vuurplaats onderrichtte, maar de mannen die altijd Lara- mars barma kwamen drinken, waren niet van het slag waarvan ze vond dat Bologan ermee om moest gaan, al had ze daar natuurlijk niets over te zeggen.
'Gegroet, Bologan,' zei ze. 'Is Lanoga thuis?'
Hoewel ze hem sinds hun terugkeer naar de Negende Grot al meermalen had begroet, leek dit hem iedere keer weer te verbazen en hij wist nooit goed wat hij moest zeggen.
'Gegroet, Ayla. Ze is binnen,' zei hij, waarna hij zich omdraaide en weg wilde lopen.
Waarschijnlijk omdat ze net haar kleren had opgeborgen, dacht Ayla opeens aan de belofte die ze hem had gedaan. 'Heb je van de zomer nog geluk gehad?' vroeg ze.
'Geluk? Hoe bedoel je, geluk?' vroeg hij met een verwonderde blik. 'Verscheidene jongemannen van jouw leeftijd hebben tijdens de Zo- merbijeenkomst hun eerste grote prooi gevangen. Ik vroeg me af of jij bij de jacht ook geluk hebt gehad,' zei ze.
'Gaat wel. Ik heb bij de eerste jachtpartij twee ossen gedood,' zei hij. 'Heb je de huiden nog?'
'Een ervan heb ik geruild voor spullen om barma mee te maken. Hoezo?'
'Ik had je toch beloofd dat ik winterkleren voor je zou maken, als je me zou helpen?' zei Ayla. 'Je zou daar die ossenhuid voor kunnen gebruiken, al denk ik dat hertenhuiden geschikter zijn. Misschien kun je ruilen.'
'Ik wilde hem ook ruilen, voor meer ingrediënten voor barma. Ik dacht dat je dat allang vergeten was,' zei Bologan. 'Je had dat al zo lang geleden gezegd, toen je hier net was.'
'Ja, het is lang geleden, maar ik dacht onlangs aan andere dingen die ik wilde maken, en toen bedacht ik dat ik in één moeite door ook voor jou wat kleren zou kunnen maken,' zei ze. 'Ik heb een paar hertenhuiden over, maar jij moet dan wel langskomen zodat ik je de maat kan nemen.'
Hij keek haar geruime tijd aan, met een vreemde, bijna peinzende uitdrukking op zijn gezicht. 'Lorala heb je ook veel geholpen, en Lanoga. Waarom?'
Ze dacht hier even over na. 'Eerst was het gewoon omdat Lorala een baby was en hulp nodig had. Mensen willen baby's altijd helpen, en daarom zijn de vrouwen begonnen haar te zogen toen ze erachter kwamen dat haar moeder geen melk meer had. Maar ik ben op haar gesteld geraakt, en ook op Lanoga.'
Bologan zweeg een tijdje en keek haar toen aan. 'Best,' zei hij. 'Als je
echt iets wilt maken, ik heb ook nog een hertenvel.'
Jondalar was voor een uitgebreide jachtpartij
vertrokken met Joharran, Solaban, Rushemar en Jacsoman, die onlangs
samen met zijn nieuwe gezellin Dynoda van de Zevende Grot naar de
Negende was verhuisd. Ze waren op zoek naar rendieren, niet zozeer
om daar nu al op te jagen, maar om te ontdekken waar ze zich
bevonden en of de kans bestond dat ze dichter naar hun gebied
zouden trekken, zodat ze een grote drijfjacht zouden kunnen houden.
Ayla voelde zich ongedurig. Ze was vroeg op pad gegaan met de
jagers, en was toen weer naar huis gegaan. Wolf had een paar
sneeuwhoenders opgejaagd, die bijna maar nog niet helemaal wit
waren, die zij snel had gedood. Ook Willomar was vertrokken, op wat
waarschijnlijk zijn laatste handelsreis van het jaar zou zijn. Hij
was naar het westen gegaan, met als doel zout te halen bij de
mensen die nabij de Grote Wateren van het Westen woonden. Ayla
nodigde Marthona, Folara en Zelandoni uit om een maaltijd van
sneeuwhoenders met haar te delen. Ze had hun verteld dat ze die zou
klaarmaken zoals ze dat vroeger voor Creb had gedaan toen ze bij de
Stam woonde. Ze had een kuiltje gegraven in het Wouddal onder aan
het hellende pad naar de richel, en dat had ze toen met stenen
bekleed en er een goed vuur in gestookt. Terwijl dat brandde,
plukte ze de vogels, tot en met de veren van hun pootjes, die de
vogels het aanzien gaven alsof ze sneeuwschoenen droegen.
Vervolgens haalde ze een armvol hooi om ze in te
wikkelen.