Ayla wilde doorlopen om Jondalar op te zoeken, maar veranderde van gedachten en liep terug naar de plek waar aan de huiden werd gewerkt. Iedereen was blij met een excuus om het werk even te laten liggen, en sommigen wilden graag met de vrouw praten die door een wolf werd begeleid en voor wie paarden niet op de vlucht sloegen. Ze zag dat Portula er ook was. De jonge vrouw glimlachte Ayla toe; ze probeerde nog steeds vriendschap met haar te sluiten. Ze leek oprecht spijt te hebben van haar aandeel in Marona's wrede grap. Ayla wilde kleren maken voor Jondalar, zichzelf en het kind dat ze verwachtte, en dacht aan de jonge hertenbok die ze had gedood. Ze vroeg zich af waar hij zou kunnen zijn, maar bedacht dat ze, nu ze toch hier was, op z'n minst de haas die aan de veter om haar middel hing zou kunnen villen om iets voor de baby te maken. Als er ruimte is, zou ik graag deze haas willen villen,' zei Ayla in het algemeen.
'Er is ruimte genoeg,' zei Portula. 'En ik stel je graag mijn werktuigen ter beschikking, als je die nodig hebt.'
'Graag, Portula, bedankt voor het aanbod. Ik heb zelf een heleboel werktuigen. Ik leef ten slotte samen met Jondalar,' zei Ayla met een scheef lachje. Verscheidene mensen glimlachten veelbetekenend. 'Maar die heb ik nu niet bij me.'
Ayla genoot ervan om te midden van mensen te zijn die allemaal opgingen in de taken waarin ze vaardigheid hadden. Wat een verschil met de eenzame dagen in haar grot in het dal. Dit leek meer op haar jeugd bij Bruns stam, toen ze allemaal met elkaar aan het werk waren geweest.
Snel vilde en ontweide ze haar haas. Toen vroeg ze: 'Mag ik alles hier even laten liggen? Ik moet naar Rivier afwaarts. Op de terugweg neem ik het mee.'
'Ik let er wel op,' zei Portula. 'Als je wilt, neem ik alles wel mee als ik wegga voordat jij terug bent.'
'Dat zou heel prettig zijn,' zei Ayla. Ze begon de jonge vrouw, die duidelijk haar best deed om vriendelijk te zijn, steeds aardiger te vinden. 'Tot straks,' zei Ayla, en ze ging op weg.
Toen ze de plankenbrug over de kreek overstak, zag ze Jondalar met een aantal anderen onder het afdak van de eerste schuilplaats. De plek werd duidelijk al heel lang gebruikt als steenklopperswerkruimte. Op de grond lag een dikke laag scherpe splinters en schilfers die waren
achtergebleven na het bewerken van vuursteen. Het zou niet verstandig zijn om daar met blote voeten overheen te lopen. 'Daar ben je dan eindelijk,' zei Jondalar. 'We maakten net aanstalten om terug te gaan. Joharran was hier om ons te vertellen dat Proleva een gezamenlijke maaltijd heeft bereid met vlees van een van de bizons. Dat doet ze zo goed en zo vaak dat ik vrees dat de mensen eraan gewend zullen raken. Maar iedereen is vandaag zo druk bezig geweest dat ze dacht dat het gemakkelijk zou zijn. Je kunt net zo goed met ons mee teruglopen, Ayla.'
'Ik had geen idee dat het al bijna middag was,' zei ze. Toen ze op weg gingen naar de Negende Grot, zag Ayla Joharran voor hen uit lopen. Ze had hem niet deze kant op zien komen. Hij moet voorbij zijn gekomen toen ik met Portula en de anderen stond te praten of toen ik die haas aan het villen was, dacht ze. Ze zag dat hij op de onbeschofte mannen afstevende die om het vuur zaten.
Joharran had gezien dat Laramar en de anderen zaten te gokken toen hij voorbij snelde om de ambachtslieden bij Rivierafwaarts te vertellen over de maaltijd die Proleva had georganiseerd. Hij had gevonden dat ze wel ongelooflijk lui waren om te gaan zitten gokken terwijl iedereen druk bezig was, en vermoedde dat ze waarschijnlijk hout gebruikten dat een ander had verzameld, maar toen hij ze op de terugweg weer zag, besloot hij om ook hun de boodschap door te geven. Ze hoorden tenslotte ook bij de Negende Grot, al droegen ze daar niet veel aan bij. Toen hij naderbij kwam, waren ze zo in hun gesprek verdiept dat ze hem niet eens zagen. Eenmaal binnen gehoorsafstand hoorde hij een van hen zeggen: '... Wat kun je verwachten van iemand die beweert dat ze de geneeskunst heeft geleerd van platkoppen? Wat kunnen die beesten nou over genezen weten?'
'Die vrouw is helemaal geen genezeres. Shevonar is immers gestorven!' stemde Laramar met de eerste man in.
'Jij was er niet eens bij, Laramar!' zei Joharran, die zijn best deed kalm te blijven. 'Zoals gewoonlijk was het je te veel moeite om deel te nemen aan de jacht.'
'Ik was ziek,' zei de man tot zijn verdediging.
'Ziek van je eigen brouwsel zeker,' zei Joharran. 'Geloof me nou maar als ik zeg dat niemand Shevonar had kunnen redden. Zelandoni niet, zelfs niet de meest bekwame genezer die ooit heeft bestaan. Hij was door een bizon vertrapt. Welke man is bestand tegen het volle gewicht van een bizon? Als Ayla er niet was geweest, betwijfel ik of hij in leven zou zijn gebleven tot Relona's komst. Zij heeft een ma
nier gevonden om zijn pijn te verlichten. Ayla heeft niet minder gedaan dan ieder ander had kunnen doen. Waarom verspreid je gemene praatjes over haar? Wat heeft zij jou ooit misdaan?' Ze deden er het zwijgen toe toen Ayla, Jondalar en een paar anderen voorbijliepen.
'Waarom loop jij stiekem privé-gesprekken af te luisteren?' luidde La- ramars tegenvraag, nog steeds afwerend.
'Als ik op klaarlichte dag op jou toeloop, is dat niet echt stiekem te noemen, Laramar. Ik ben gekomen om jullie door te geven dat Proleva met nog een paar mensen een maaltijd heeft bereid voor iedereen, zodat jullie daaraan deel kunnen nemen,' antwoordde Joharran. 'Wat ik hoorde werd hardop gezegd. Ik kon moeilijk mijn oren sluiten.' Toen richtte hij zich tot de anderen. 'Zelandoni lijkt ervan overtuigd te zijn dat Ayla een uitstekende genezeres is, dus waarom geven jullie haar dan geen kans? Jullie zouden iemand die zo kundig is juist met open armen moeten ontvangen; niemand weet tenslotte wanneer je zelf een genezer nodig zou kunnen hebben. Ik stel voor dat jullie nu allemaal meekomen om te eten.' De leider keek iedere man recht in het gezicht om hun duidelijk te maken dat hij ze stuk voor stuk herkende en niet zou vergeten. Toen liep hij weg.
Het groepje viel uiteen en de mannen volgden Joharran naar het andere uiteinde van de richel. Sommigen waren het met Joharran eens, althans voorzover het erom ging Ayla een kans te geven zich te bewijzen, maar een paar mannen wilden of konden zich niet over hun vooroordeel heen zetten. Laramar, die toch zijn instemming had betuigd met de man die kwaad van haar had gesproken, kon het in wezen allemaal niets schelen. Hij had nu eenmaal de neiging om altijd de gemakkelijkste weg te kiezen.
Terwijl Ayla met de groep vanaf Rivierafwaarts in de richting van de werkruimte liep, waarbij ze ervoor zorgde dat ze onder de beschuttende overhangende rotsplaat bleef toen het weer harder begon te regenen, dacht ze aan de verscheidenheid aan talenten en vaardigheden waarmee zoveel mensen zich bezighielden. Veel mensen vonden het leuk om dingen te maken, hoewel de keus van het materiaal waarmee ze werkten veelsoortig was. Sommigen, zoals Jondalar, werkten graag met vuursteen om werktuigen en jachtwapens te maken; anderen werkten liever met hout, ivoor of been; en weer anderen met vezels of huiden. Toen bedacht ze dat sommigen, zoals Joharran, misschien graag met mensen werkten.
Toen ze hun doel naderden en heerlijke kookgeuren haar tegemoet
zweefden, besefte Ayla dat koken, werken met voedsel, ook iets was waarmee bepaalde mensen zich graag bezighielden. Proleva genoot er duidelijk met volle teugen van bijeenkomsten te organiseren en daaraan hadden ze waarschijnlijk dit spontane feestmaal te danken. Ayla dacht over zichzelf na, over wat zij het liefst deed. Ze was in veel dingen geïnteresseerd en vond het leuk om dingen te leren die ze nooit eerder had gedaan, maar het meeste plezier beleefde ze aan medicijnvrouw-zijn, genezeres.
De maaltijd werd opgediend bij de grote open ruimte waar de mensen aan hun projecten werkten, maar toen ze naderbij kwamen, zag Ayla dat in een aangrenzende ruimte de voorbereidingen werden getroffen voor een taak die misschien niet zo leuk was, maar waaraan niet te ontkomen was. Een meter boven de grond had men tussen rechtopstaande palen netten gespannen waarop het vlees van de bij de jacht gedode dieren zou worden gedroogd. Op de rotsbodem van de schuilplaats en het voorportaal lag een laag aarde, op sommige plaatsen dun, maar op andere plekken dik genoeg om er palen stevig in te planten. Sommige palen waren in kieren tussen de rotsen geklemd en andere waren ingegraven in de aarde. Voor extra steun werden er soms stenen om de palen heen opgestapeld.
Van andere, soortgelijke constructies, die duidelijk voor hetzelfde doel waren gemaakt, waren de onderdelen zo aan elkaar vastgemaakt dat ze verplaatsbaar waren. De voedseldroogrekken konden als ze niet werden gebruikt in hun geheel worden opgetild en tegen de achtermuur gezet. Maar als er vlees of groente gedroogd moest worden, konden de draagbare droogramen op elke plek waar ze nodig waren worden neergezet. Soms werd het vlees gedroogd vlak bij de plek waar de dieren waren gedood, of op de grazige overlaat langs de rivier, maar voor regenachtige dagen of als de mensen liever dichter bij huis werkten, hadden ze iets moeten bedenken om de koorden of netten aan te kunnen ophangen.
Een paar tongvormige lapjes vlees hingen al aan de droogrekken. Vlakbij brandden rokerige vuren om de insecten weg te houden en tegelijk meer smaak aan het vlees te geven. Ayla besloot dat ze na het eten haar hulp zou aanbieden bij het kleinsnijden van het te drogen vlees. Zij en Jondalar hadden net hun eten uitgekozen en zochten een plekje waar ze konden gaan zitten, toen ze Joharran zag, die met grote passen en een grimmige uitdrukking op zijn gezicht op een groepje afstevende.
'Jondalar, zou Joharran ergens boos om zijn?' vroeg ze.
De rijzige man draaide zich om en keek naar zijn broer. 'Zo te zien
wel,' zei hij. 'Ik vraag me af wat er gebeurd kan zijn.' Hij zou het hem later vragen, besloot hij.
Ze keken elkaar aan en slenterden op hun gemak naar de plek waar Joharran zat met Proleva, haar zoon Jaradal, Marthona en Willomar. Ze werden hartelijk begroet en er werd plaats voor hen gemaakt. Het was duidelijk dat de leider iets dwarszat, maar hij leek er niet over te willen praten, althans niet met hen. Met een glimlach verwelkomden ze Zelandoni, die had besloten bij hen te komen zitten. Ze had de ochtend in haar onderkomen doorgebracht, maar was tevoorschijn gekomen toen de mensen zich verzamelden om te eten. 'Kan ik iets voor je halen?' vroeg Proleva.
'Ik heb vandaag gevast en gemediteerd, als voorbereiding op mijn zoektocht, en ik wil niet te veel eten,' zei Zelandoni. Ze keek Jondalar aan op een manier die hem onrustig maakte. Hij had opeens het gevoel dat opnieuw zijn medewerking zou worden gevraagd bij het contact met andere werelden. 'Mejera is al voor me bezig. Ik heb Folara gevraagd om haar te helpen. Ze is acoliet van de zelandoni van de Veertiende Grot, maar ze is bij haar niet gelukkig en wil liever hierheen komen om mijn acoliet te worden. Daar moet ik goed over nadenken, en ik moet jou natuurlijk vragen of je bereid zou zijn haar tot de Negende Grot toe te laten, Joharran. Ze is nogal verlegen, maar heeft beslist aanleg. Ik zou haar graag opleiden, maar ik moet heel voorzichtig zijn met de Veertiende,' zei Zelandoni. Toen keek ze naar Ayla. 'Zij had verwacht als Eerste te worden gekozen,' legde de doniër uit, 'maar de zelandonia hebben mij boven haar verkozen. Ze heeft geprobeerd mij te trotseren en me te dwingen af te treden. Dat was mijn eerste echte uitdaging, en hoewel ze zich uiteindelijk gewonnen heeft gegeven, geloof ik niet dat ze zich ooit helemaal bij hun keus heeft neergelegd of dat ze mij heeft vergeven.'