'En dan hebben we natuurlijk ook nog de draadtrekker,' zei Ayla. 'Draadtrekker?' zei Marthona.

'Ja, om te naaien. Ik kreeg het maar niet voor elkaar om een piepklein koordje of een peesdraad door een met een priem gemaakt gaatje te halen. Toen kreeg ik een idee, maar het hele Leeuwenkamp heeft me geholpen om de eerste te maken. Als je wilt, zal ik mijn naaigerei pakken en het je laten zien,' zei Ayla.

 

'Denk je dat het nuttig zou zijn voor iemand wiens ogen minder goed de gaatjes kunnen zien dan vroeger?' vroeg Marthona. 'Dat denk ik wel,' zei Ayla. 'Ik pak hem wel even.' 'Waarom wacht je niet tot morgen, als je meer licht hebt? Bij zonlicht zijn de dingen beter te zien dan bij de gloed van een vuur,' zei Marthona. 'Maar ik wil het wel graag zien.'

'Nou, Jondalar, je hebt voor behoorlijk wat opschudding gezorgd,' zei Willomar. 'Je terugkeer op zich al, maar je hebt veel meer teruggebracht dan alleen jezelf. Ik heb altijd gezegd dat reizen nieuwe mogelijkheden biedt, nieuwe ideeën naar voren brengt.' 'Daarin heb je gelijk, Willomar,' zei Jondalar. 'Maar eerlijk gezegd ben ik het reizen moe. Ik zal lange tijd tevreden zijn met thuisblijven.' 'Je gaat toch wel naar de Zomerbij eenkomst, Jonde?' vroeg Folara. 'Natuurlijk. Daar zullen we een verbintenis aangaan, zusje,' zei Jondalar, terwijl hij zijn arm om Ayla sloeg. 'Maar naar de Zomerbijeen- komst gaan zie ik niet echt als reizen, zeker niet na de Tocht die wij hebben gemaakt. Naar de Zomerbijeenkomst gaan hoort bij thuis- zijn. Daar schiet me wat te binnen, Willomar: Joharran wil een extra jacht organiseren voor ons vertrek, maar weet jij misschien hoe we aan vermommingen kunnen komen? Ayla wil ook mee op jacht, dus we hebben allebei iets nodig.'

'We zullen vast wel iets kunnen vinden. Ik heb een extra gewei als we achter edelherten aan gaan. Een heleboel mensen hebben huiden en andere dingen,' zei de meester-handelaar. 'Wat zijn vermommingen?' vroeg Ayla.

'We hullen ons in huiden en dragen soms een gewei of hoorns zodat we een kudde ongemerkt kunnen naderen. Dieren zijn wantrouwig jegens mensen, dus proberen we ze te laten denken dat wij ook dieren zijn,' legde Willomar uit.

'Jondalar, misschien kunnen we de paarden meenemen, zoals die keer toen Whinney en ik de Mamutiërs hebben geholpen bij de bizon- jacht,' zei Ayla, en toen tegen Willomar: 'Als we op een paard zitten, zien de dieren niet ons maar de paarden. We kunnen heel dichtbij komen, en met de speerwerpers, met z'n tweeën en Wolf, hebben we veel succes gehad.'

'Gebruikmaken van je dieren om op dieren te jagen? Dat heb je niet verteld toen ik vroeg of je nog meer verrassingen voor ons in petto had. Vond je dat soms niet verbazingwekkend genoeg?' zei Willomar glimlachend.

'Ik vermoed dat ze niet eens beseffen hoeveel verrassingen ze nog achter de hand hebben,' merkte Marthona op. Ze zweeg even en zei toen:

 

'Heeft iemand nog trek in kamillethee voordat we naar bed gaan?' Ze keek naar Ayla. 'Zelf vind ik dat altijd erg ontspannend, en je hebt tenslotte vandaag een behoorlijk verhoor ondergaan. Dat Stamvolk heeft veel meer in zich dan ik ooit had kunnen dromen.' Folara spitste de oren. Iedereen had de mond vol over de lange bespreking, en haar vriendinnen hadden haar met vragen bestookt met de gedachte dat zij vast meer zou weten. Ze had hun gezegd dat ze niets meer wist dan een ander, maar ze had laten doorschemeren dat ze niet kon praten over wat ze wel wist. Nu had ze tenminste een idee waarover ze hadden gesproken. Ze luisterde aandachtig naar het vervolg van het gesprek.

'... lijken ze over heel wat goede eigenschappen te beschikken,' zei Marthona net. 'Ze zorgen voor hun zieken en hun leider - Brun noemde je hem, geloof ik - lijkt het belang van zijn volk voorop te stellen. De kennis van hun medicijnvrouw moet wel bijzonder veelomvattend zijn geweest, afgaand op Zelandoni's reactie, en ik heb zo het gevoel dat ze meer zal willen weten over hun spirituele leider. Volgens mij had ze je graag nog een heleboel vragen willen stellen, Ayla, maar heeft ze zich ingehouden. Joharran was meer geïnteresseerd in de mensen en hun manier van leven.'

In de stilte die viel, dacht iedereen na over Marthona's woorden. Om zich heen kijkend naar Marthona's fraaie onderkomen bij het getemperde, zachte licht van het vuur in de vuurplaats en de olielampen, merkte Ayla steeds meer subtiele, mooie details op. Het onderkomen complementeerde de vrouw en deed Ayla denken aan het gevoel voor verfijning waarmee Ranec zijn leefruimte in het Leeuwenkamp had ingericht. Hij was kunstenaar en beeldhouwer, en hij had de tijd genomen om haar zijn gevoelens en ideeën duidelijk te maken over het scheppen en waarderen van schoonheid, voor zichzelf en als eerbetoon aan de Grote Aardmoeder. Ze had het idee dat Marthona soortgelijke gevoelens had.

Nippend van haar warme thee bezag Ayla Jondalars familie, zo gezellig en ontspannen om de tafel, en ze werd overspoeld door een gevoel van vrede en tevredenheid zoals ze nooit eerder had ervaren. Dit waren mensen die ze begreep, mensen zoals zij, en op dat moment besefte ze dat ze wel degelijk een van de Anderen was. Toen zag ze in een flits de grot van Bruns stam waar ze was opgegroeid voor haar geestesoog, en het contrast was verbijsterend.

Bij de Zelandoniërs had elke familie een eigen onderkomen, met schotten en muren die de leefruimten van elkaar scheidden. De stemmen en geluiden vanuit de onderkomens die buiten te horen waren

 

werden gewoontegetrouw genegeerd, maar elke familie had voor het oog privacy. Bij de Mamutiërs was ook sprake geweest van afgebakende ruimten voor elke familie binnen de aarden behuizing van het Leeuwenkamp, die desgewenst afgeschermd werd met gordijnen. In de grot van haar stam waren de grenzen van de leefruimte van elke familie bekend en afgebakend met niet meer dan een paar strategisch geplaatste stenen. Privacy was een kwestie van mentaliteit: niemand keek direct naar de vuurplaats van zijn buur, niemand 'keek' over de onzichtbare grens. De Stamleden verstonden uitstekend de kunst van het niet zien wat ze niet geacht werden te zien. Ayla herinnerde zich met een pijnlijke steek dat zelfs degenen die van haar hielden haar niet meer hadden 'gezien' toen ze was vervloekt. De Zelandoniërs bakenden ook de ruimten binnen en buiten de onderkomens af - ruimten voor slapen, koken en eten en allerlei werkprojecten. Bij de Stam waren de ruimten voor de verschillende activiteiten niet zo specifiek aangegeven. Slaapplaatsen werden ingericht en een vuurplaats werd aangelegd, maar het verdelen van de ruimte was een kwestie van gewoonte en gedrag. Het waren mentale en sociale opdelingen, en geen fysieke. Vrouwen vermeden plekken waar mannen aan het werk waren; mannen bleven uit de buurt van de vrouwelijke activiteiten, en werkprojecten werden meestal aangepakt op de op dat moment geschikte plek.

De Zelandoniërs lijken meer tijd te hebben om dingen te doen dan de Stam, dacht Ayla. Ze maken zoveel dingen, en niet alleen de noodzakelijke voorwerpen. Misschien ligt het verschil in de manier waarop ze jagen. Ze was zo in gepeins verzonken dat ze niet hoorde dat haar iets werd gevraagd.

'Ayla? Ayla!' zei Jondalar met stemverheffing.

'O, neem me niet kwalijk, Jondalar. Wat zei je?'

'Waar was je met je gedachten dat je me niet eens hoorde?'

'Ik dacht aan de verschillen tussen de Anderen en de Stam, en ik

vroeg me net af waarom de Zelandoniërs zoveel meer dingen maken

dan de Stam,' zei Ayla.

'En tot welke conclusie ben je gekomen?' vroeg Marthona. 'Ik weet het niet zeker, maar misschien heeft de andere manier van jagen daar iets mee te maken,' zei Ayla. 'Als Brun en zijn jagers erop uitgingen, brachten ze meestal een heel dier terug, soms twee. Het Leeuwenkamp telde ongeveer evenveel mensen als Bruns stam, maar als zij op jacht gingen, ging iedereen mee: mannen, vrouwen, soms zelfs kinderen, om het wild op te jagen. Ze doodden meestal veel dieren en brachten alleen de beste en vetste delen mee terug, en het meeste vlees

 

werd voor de winter bewaard. Ik kan me niet herinneren dat een van beide kampen ooit honger heeft geleden, maar tegen het eind van de winter restte de stam niets meer dan het magerste en minst vullende voedsel, en soms moesten ze in het voorjaar op jacht gaan, als de dieren nog mager waren. Het Leeuwenkamp kampte ook weieens met een tekort aan sommige producten, vooral groente, maar die hadden zelfs tot laat in het voorjaar nog genoeg te eten.' 'Dat is misschien iets om Joharran te vertellen - later,' zei Willomar, die geeuwend overeind kwam. 'Maar nu ga ik naar bed. Morgen zou het weieens een drukke dag kunnen worden.'

Marthona stond gelijk met Willomar op van de kussens en bracht de eetschalen naar de kookruimte.

Folara stond ook op, rekte zich uit en geeuwde; ze leek even zo veel op Willomar dat Ayla erom moest lachen. 'Ik ga ook naar bed. Morgenochtend help ik je wel met het schoonmaken van die schalen, moeder,' zei ze, terwijl ze haar houten eetkom met een stukje zacht her- tenvel schoonveegde voordat ze hem opborg. 'Nu ben ik te moe.' 'Ga jij ook mee op jacht, Folara?' vroeg Jondalar. 'Dat weet ik nog niet. Dat hangt ervan af hoe ik me morgen voel,' antwoordde ze, en ze verdween naar haar slaapvertrek. Toen Marthona en Willomar zich ook in hun slaapkamer hadden teruggetrokken, schoof Jondalar de lage tafel opzij om ruimte te maken voor hun slaapvachten. Toen ze eronder kropen, nestelde Wolf zich naast Ayla. Hij vond het niet erg om op de achtergrond te blijven als er mensen in de buurt waren, maar als Ayla naar bed ging, was zijn plaats naast haar.

'Ik vind je familie heel sympathiek, Jondalar,' zei Ayla. 'Ik denk dat ik het heel prettig zal vinden om bij de Zelandoniërs te wonen. Ik moest opeens denken aan wat jij gisteravond zei, en je hebt gelijk: ik mag niet iedereen beoordelen aan de hand van een paar nare mensen.'

'Ook niet aan de hand van de beste mensen,' zei Jondalar. 'Je weet maar nooit hoe iemand onder sommige omstandigheden zal reageren. Het is altijd verstandiger om ieder voor zich te beoordelen.' 'Ik denk dat iedereen iets goeds en iets kwaads in zich heeft,' zei Ayla. 'Sommigen hebben iets meer van het ene dan van het andere. Ik hoop altijd dat iemand meer goeds dan kwaads in zich heeft, en ik wil niets liever dan geloven dat dit voor de meesten ook geldt. Herinner je je Frebec nog? Hij was in het begin echt een naarling, maar uiteindelijk bleek hij heel aardig te zijn.'

'Ik moet inderdaad toegeven dat ik toen aangenaam verrast was,' zei

 

Jondalar, terwijl hij dicht tegen haar aan kroop en zijn neus in haar hals begroef.

'Maar jij verrast me niet meer,' zei ze, glimlachend toen ze zijn hand tussen haar dijen voelde. 'Ik weet precies wat je denkt.' 'Ik hoop dat jij hetzelfde denkt,' zei hij. Toen ze haar hoofd hief om hem te kussen beantwoordde ze zijn aanraking. 'Ik geloof het wel, ja.' Het was een lange, lome kus. Ze voelden hun verlangen groeien, maar ze hadden alle tijd van de wereld en er was geen enkele noodzaak om zich te haasten. Ze waren thuis, dacht Jondalar. Na alle moeilijkheden van de verre, gevaarlijke Tocht had hij haar thuisgebracht. Nu was ze veilig, de gevaren waren geweken. Hij stopte, keek op haar neer en werd overweldigd door zijn liefde voor haar, die bijna groter was dan hij kon bevatten.

Zelfs in het zachte schijnsel van smeulende vuren zag Ayla de liefde in zijn blauwe ogen, die in de vuurgloed dieppaars leken te zijn, en ze werd overspoeld door dezelfde gevoelens. Toen ze opgroeide had ze nooit kunnen dromen dat ze een man als Jondalar zou ontmoeten; ze had nooit kunnen dromen dat ze zo gelukkig zou kunnen zijn. Met een brok in zijn keel boog hij zich over haar heen om haar weer te kussen, en hij wist dat hij haar moest bezitten, liefhebben, binnendringen. Hij was dankbaar in de wetenschap dat ze er voor hem was. Ze leek altijd bereid hem te ontvangen, altijd even verlangend naar hem als hij naar haar. Ze had nooit kokette spelletjes met hem gespeeld, zoals andere vrouwen soms deden.


Jean M Aeul - Vuurplaats in Steen
titlepage.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005_split_000.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0005_split_001.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0005_split_002.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0005_split_003.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0005_split_004.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0005_split_005.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0005_split_006.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0005_split_007.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0005_split_008.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0005_split_009.xhtml
Section0121.xhtml
Section0122.xhtml
Section0123.xhtml
Section0124.xhtml
Section0125.xhtml
Section0126.xhtml
Section0127.xhtml
Section0128.xhtml
Section0129.xhtml
Section0130.xhtml
Section0131.xhtml
Section0005_split_010.xhtml
Section0132.xhtml
Section0133.xhtml
Section0134.xhtml
Section0135.xhtml
Section0136.xhtml
Section0137.xhtml
Section0138.xhtml
Section0139.xhtml
Section0140.xhtml
Section0141.xhtml
Section0142.xhtml
Section0005_split_011.xhtml
Section0001.xhtml
Section0143.xhtml
Section0144.xhtml
Section0145.xhtml
Section0146.xhtml
Section0147.xhtml
Section0148.xhtml
Section0149.xhtml
Section0150.xhtml
Section0151.xhtml
Section0152.xhtml
Section0153.xhtml
Section0154.xhtml
Section0155.xhtml
Section0156.xhtml
Section0157.xhtml