'Ja, dat zou ik graag leren,' zei Ayla met een brede glimlach. 'Van Creb heb ik geleerd hoe ik de kerfjes moest maken, al geloof ik dat hij er zenuwachtig van werd als ik dat deed. De meeste vrouwen van de Stam - de mannen ook, wat dat aangaat - konden niet veel verder tellen dan tot drie. Creb kon merktekens maken omdat hij de mog-ur was, maar hij had geen woorden om te tellen.'
'Ik zal je leren hoe je grote aantallen kunt tellen,' zei de Eerste. 'Ik geloof dat het goed is dat je nu je kinderen krijgt, nu je nog jong bent. Dan hoef je je later als je ouder bent niet meer te bekommeren om de zorg voor je kinderen. Wie weet wat je later nog wilt gaan doen.' 'Zo jong ben ik eigenlijk niet, Zelandoni. Waarschijnlijk ben ik negentien jaren oud, als Iza mijn leeftijd juist heeft geschat toen ze me vond,' zei Ayla.
'Je ziet er beslist jonger uit.' Een vluchtige frons vloog over Zelando- ni's gezicht. 'Maar dat hoeft geen problemen op te leveren. Je hebt een voorsprong,' zei ze meer tot zichzelf dan tegen Ayla, en ze dacht: ze is al een bekwaam genezeres, dus dat hoeft ze niet meer te leren voordat ze een zelandoni wordt.
'Een voorsprong met wat?' vroeg Ayla niet-begrijpend. 'Eh... Een voorsprong wat je gezin betreft, aangezien er al nieuw leven in je groeit,' zei Zelandoni. 'Maar ik hoop dat je niet te veel kinderen zult krijgen. Je bent een gezonde vrouw, maar te veel kinderen kunnen een vrouw uitputten en haar voortijdig oud maken.' Ayla had sterk de indruk dat Zelandoni niet wilde dat zij wist wat ze dacht en daarom snel iets anders zei. Dat was haar goed recht, dacht Ayla. Ze kon als ze dat wilde nalaten te zeggen wat ze dacht, maar haar nieuwsgierigheid was wel gewekt.
Tegen de tijd dat ze het kampvuur naderden, was de schemering ingetreden en werd het al moeilijk iets te onderscheiden. Toen ze de vuur- greppel bereikten, werden ze door verscheidene mensen begroet en werd hun eten aangeboden. Ayla besefte opeens dat ze honger had. Het was een inspannende, drukke middag geweest. Zelandoni genoot met hen van de maaltijd en besloot om de nacht in het kamp van de Negende Grot door te brengen, waarna ze met Marthona en Joharran in gesprek raakte over de komende jacht en de Speurtocht die de zelandonia zouden ondernemen. Ze vertelde hun dat Ayla daar eveneens aan zou deelnemen. Daar keken ze niet van op, maar Ayla voelde zich niet op haar gemak. Ze wilde niet een van Hen Die de Moeder Dienen worden, maar de omstandigheden leken haar in die richting te duwen, en daar was ze helemaal niet gelukkig mee.
'We moeten zorgen dat we er vroeg zijn. Ik moet nog een paar doelen opzetten en de afstanden meten,' zei Jondalar toen ze de volgende ochtend de hut verlieten. In zijn hand had hij de kom muntthee die Ayla voor hem had gemaakt en hij begon te kauwen op het uiteinde van het takje wintergroen waarvan Ayla de schors had afgeschild zodat hij er zijn tanden mee kon reinigen.
'Ik wil eerst even gaan kijken bij Whinney en Renner. Ik heb ze gisteren amper gezien. Waarom ga jij niet vast vooruit om alles klaar te maken? Ik hou Wolf wel bij me en kom dan later naar je toe,' zei Ayla.
'Als je maar niet te lang wegblijft. Ik verwacht dat iedereen vroeg komt en ik wil graag dat jij laat zien wat je kunt. Het is natuurlijk heel leuk als ze zien hoe ver ik een speer kan werpen, maar het wordt pas echt interessant voor hen als ze zien dat een vrouw met de speerwerper een speer verder kan gooien dan wie ook van de mannen,' zei Jondalar.
'Ik kom zo snel mogelijk, maar ik wil ze borstelen en ik moet ook Renners oog nakijken. Dat zag er nogal rood uit, alsof er iets in zit. Misschien moet ik het wel behandelen,' zei Ayla. 'Denk je dat het iets ernstigs is? Heb je liever dat ik meega?' zei hij bezorgd.
'Het zag er niet zo ernstig uit. Ik weet bijna zeker dat hij het goed maakt. Ik wil het alleen controleren. Ga jij nou maar, ik kom zo gauw als ik kan,' zei ze.
Jondalar knikte terwijl hij zijn tanden met het takje schoonmaakte en vervolgens zijn mond spoelde met de muntthee. Hij dronk het restje op en glimlachte. 'Dat geeft me altijd een lekker gevoel,' zei hij. 'Je krijgt een lekkere frisse smaak in je mond en je wordt er wakker van,' zei Ayla. Kort nadat hij bij haar was gekomen en zijn ochtendritueel haar was opgevallen, was ze ermee begonnen zijn ochtendthee en het takje om zijn tanden schoon te maken voor hem klaar te maken. 'Dat is me vooral opgevallen toen ik 's ochtends steeds zo misselijk was.'
'Heb je daar nog steeds last van?' vroeg hij.
'Nee, nu niet meer, maar mijn buik begint wel dikker te worden,' zei ze.
Hij glimlachte. 'Ik hou van je dikke buik,' zei hij. Hij sloeg een arm om haar schouders en legde een hand op haar buik. 'En vooral van wat erin zit.'
Ze beantwoordde zijn glimlach. 'Ik ook,' zei ze.
Hij kuste haar met warmte en tederheid. 'Wat ik het meest mis van
het reizen is dat we wanneer we maar wilden konden stoppen om Genot te delen. Nu is er altijd wel iets te doen en kunnen we niet zomaar doen wat we willen.' Hij drukte zijn neus tegen haar hals, legde zijn handen om haar volle borsten en kuste haar nog eens. 'Misschien kan ik wat later naar het oefenterrein voor het speerwerpen gaan,' voegde hij er hees aan toe.
'Nee, dat kan niet,' zei ze lachend. 'Maar aan de andere kant, als je liever wilt blijven...'
'Nee, je hebt gelijk; ik zal gewoon een beetje geduld moeten hebben.' Jondalar ging op weg naar het basiskamp en Ayla liep de hut in. Toen ze weer naar buiten kwam, had ze haar rugbepakking om met daarin de houders voor de speren en haar speerwerper en nog wat andere spullen. Ze floot Wolf en liep stroomopwaarts langs de smalle kreek. Beide paarden wisten dat ze eraan kwam en waren haar zo ver als hun touwen toestonden tegemoet gelopen. Ayla zag dat ze met hun touwen in vegetatie verstrengeld waren geraakt. Afgezien van het lange gras dat om beide leidsels gedraaid zat, hing aan Whinneys touw een complete dorre struik en Renner had een nog groene struik met wortel en al uit de grond getrokken. Misschien zou een omheining toch beter zijn dan die touwen, dacht ze.
Ayla deed beide paarden hun halster en leidsel af, en terwijl ze daarmee bezig was, keek ze naar Renners oog. Het was een beetje rood, maar leek verder in orde te zijn. Renner en Wolf wreven hun neuzen tegen elkaar, waarna Renner, blij omdat hij verlost was van de beperkingen van het touw, in een grote cirkel begon rond te rennen, met Wolf op zijn hielen. Ayla begon Whinney te borstelen en toen ze opkeek, werd Wolf achternagezeten door Renner. De volgende keer dat ze keek, waren de rollen weer omgedraaid en rende Wolf achter Renner aan. Ze onderbrak het borstelen even om naar ze te kijken. Zodra Wolf Renner bijna had ingehaald, hield de jonge hengst een beetje in totdat de wolf hem was voorbijgerend. Nadat ze weer een vol rondje hadden gelopen, hield Wolf de pas in om Renner de gelegenheid te geven hem te passeren.
Ayla dacht eerst dat ze zich verbeeldde dat ze het met opzet deden, maar toen ze de dieren een poosje had gadegeslagen, werd al snel duidelijk dat ze een spelletje met elkaar speelden en daar allebei veel schik in hadden. De twee jonge mannetjesdieren, vol levenslust en energie, hadden ontdekt hoe ze een deel van die energie al rennend op een leuke manier konden afreageren. Ayla schudde glimlachend haar hoofd, terwijl ze wenste dat Jondalar er was geweest om met haar van hun capriolen te genieten en ging verder met het borstelen van de merrie.
Ook Whinney was het inmiddels aan te zien dat ze drachtig was, maar haar gezondheid leek prima in orde.
Toen Ayla klaar was met haar paard, zag ze dat Renner rustig stond te grazen, terwijl Wolf in geen velden of wegen te bekennen was. Die zal wel op ontdekkingstocht zijn, dacht ze. Ze floot het wijsje dat Jondalar had bedacht om zijn paard te roepen. Hij keek op en kwam haar richting uit. Hij had haar bijna bereikt toen er weer een fluitje opklonk, een herhaling van dezelfde tonen. Ze keken allebei om zich heen, op zoek naar degene die had gefloten. Ayla dacht dat het waarschijnlijk Jondalar zou zijn, die om de een of andere reden terug was gekomen, maar toen zag ze een jongen haar kant op komen. Ze kende hem niet en ze vroeg zich af wat hij wilde en waarom hij haar fluitje had nageaapt. Toen hij dichterbij kwam, schatte ze hem op misschien negen of tien jaren, en ze zag dat een van zijn armen in groei was achtergebleven; die was iets korter dan de andere en hing er een beetje slap bij, alsof hij er geen volledige controle over had. De jongen deed haar denken aan Creb, wiens arm bij de elleboog was geamputeerd toen hij nog een jongen was, en ze had meteen met hem te doen.
'Was jij degene die floot?'
'Waarom deed je mijn fluitje na?' vroeg Ayla.
'Ik had nog nooit zo'n fluitje gehoord. Ik wilde proberen of ik het ook kon,' zei hij.
'En dat is je prima gelukt,' zei ze. 'Zoek je iemand?' vroeg ze.
'Nee,' zei hij.
'Wat doe je hier dan?'
'Zomaar even kijken. Ik hoorde van iemand dat hier paarden stonden, maar ik wist niet dat iemand hier een kamp had ingericht. Dat heeft hij me niet verteld. Alle anderen zijn bij de Middenkreek,' zei hij. 'We zijn nog maar pas aangekomen. Hoe lang ben jij al hier?' 'Ik ben hier geboren.'
'Aha, dan ben jij dus van de Negentiende Grot.' 'Ja. Waarom praat jij zo raar?'
'Ik ben hier niet geboren. Ik kom van heel ver weg. Vroeger was ik Ayla van het Leeuwenkamp van de Mamutiërs, maar nu ben ik Ayla van de Negende Grot van de Zelandoniërs,' zei ze. Ze liep op hem af met beide handen uitgestrekt, zoals bij een formele begroeting gebruikelijk was.
Hij werd een beetje zenuwachtig omdat hij zijn gedeeltelijk verlamde arm niet helemaal kon uitstrekken. Ayla reikte iets verder met haar
ene arm en nam zijn beide handen in de hare alsof het de normaalste zaak van de wereld was, maar ze zag dat zijn hand kleiner en misvormd was en dat zijn pink was vergroeid met de vinger ernaast. Ze hield glimlachend zijn handen vast.
Toen, alsof het hem net te binnen was geschoten, zei de jongen: 'Ik ben Lanidar van de Negentiende Grot van de Zelandoniërs.' Hij had bijna zijn handen teruggetrokken, maar voegde er toen aan toe: 'De Negentiende Grot verwelkomt je bij de Zomerbijeenkomst, Ayla van de Negende Grot van de Zelandoniërs.'
'Je kunt heel goed fluiten. Je hebt mijn fluitje precies nagedaan. Vind je het leuk om te fluiten?' vroeg ze toen ze zijn handen had losgelaten. 'Eigenlijk wel, ja.'
'Mag ik je vragen om dat fluitje van net niet meer na te doen?' vroeg ze.
'Waarom niet?' vroeg hij.
'Dat gebruik ik om het paard te roepen, de hengst. Als jij het gebruikt, ben ik bang dat hij denkt dat ik hem roep en dat hij daardoor in de war raakt,' legde Ayla uit. 'Als je het leuk vindt om te fluiten, kan ik je wel een paar andere geluiden leren.' 'Zoals wat?'
Ayla keek om zich heen en zag vlakbij op de tak van een boom een meesje zitten, dat vrolijk zat te zingen. Ze luisterde even en deed toen het geluid na. De jongen leek verbijsterd en de vogel hield even op met zingen en ging toen rustig door. Ayla herhaalde het geluid. De vogel met het zwarte kapje keek al zingend om zich heen. 'Hoe doe je dat?' zei de jongen.
'Als je wilt, kan ik het je wel leren. Je zou het gemakkelijk kunnen; je
kunt heel goed fluiten,' zei ze.
'Kun je ook andere vogels nadoen?' vroeg hij.
'Ja.'
'Welke dan?'
'Welke je maar wilt.'
'Een veldleeuwerik bijvoorbeeld?'
Ayla deed haar ogen even dicht en floot toen een reeks tonen die precies klonken als die van een leeuwerik die hoog de lucht in was gevlogen en weer naar beneden kwam suizen onder het fluiten van zijn prachtige melodie.
'Zou je mij dat echt kunnen leren?' vroeg de jongen, terwijl hij haar
vol ongeloof aankeek.
'Alleen als je het echt wilt,' zei Ayla.
'Hoe heb jij het geleerd?'