Hij moest opeens aan Marona denken, die zulke spelletjes juist maar al te graag had gespeeld, niet zozeer met hem als wel met anderen. En opeens was hij blij dat hij met zijn broer was vertrokken op een onbekend avontuur in plaats van te blijven en een verbintenis met haar aan te gaan. Leefde Thonolan nog maar...

Maar Ayla leefde, al had hij haar meer dan eens bijna verloren. Jondalar voelde hoe haar mond openging onder zijn aftastende tong, voelde de warmte van haar adem. Hij kuste haar hals, nam haar oorlelletje tussen zijn tanden en gleed liefkozend met zijn tong naar haar keel. Ze bleef doodstil liggen en reageerde niet op het kittelige gevoel, dat al snel overging in verwachtingsvolle schokjes. Hij kuste het kuiltje van haar keel en gleed naar een harde, opgerichte tepel, omcirkelde die met zijn tong en beet er zachtjes in. Haar verlangen was zo groot dat ze zich bijna opgelucht voelde toen hij die eindelijk in zijn mond nam en begon te zuigen. Ze voelde de scheut van opwinding tot in het diepst van haar wezen en op de plek van haar Genot. Hij was er klaar voor - meer dan dat, maar hij voelde hoe hij nog gro

 

ter werd toen ze zachtjes kreunde onder zijn gezuig en de zachte beetjes in eerst haar ene en toen de andere tepel. Zijn verlangen werd opeens zo groot dat hij haar onmiddellijk wilde nemen, maar hij wilde haar lust even ver opvoeren als de zijne. Hij wist precies hoe hij haar naar dat punt kon voeren.

Ze voelde zijn hartstocht, en dat zweepte haar op. Ze zou zich op dat moment maar al te graag voor hem hebben geopend, maar toen hij de bovenste vacht van hun slaaprol naar beneden schoof, hield ze haar adem in, wetend wat er zou volgen en daarnaar verlangend. Met zijn tong omcirkelde hij haar navel, maar hij kon niet meer wachten, en zij evenmin. Ze schopte de vacht van zich af en aarzelde even toen ze dacht aan de anderen in hun slaap ruim ten zo dichtbij. Ayla was niet gewend aan een onderkomen met andere mensen en voelde zich enigszins geremd. Jondalar leek daar geen last van te hebben.

Haar schuchterheid verdween toen ze voelde hoe hij haar dij kuste, haar benen uit elkaar schoof en de andere dij kuste, en toen de zachte plooien van haar vrouwelijkheid. Hij genoot van haar vertrouwde smaak, likte haar met lome halen en vond toen haar kleine, harde knopje.

Haar gekreun werd luider. Schokken van Genot trokken als bliksemschichten door haar lichaam terwijl hij zoog en haar met zijn tong masseerde. Ze had niet geweten hoe ver ze al was. Haar hoogtepunt kwam eerder dan verwacht. Bijna zonder waarschuwing schoten de golven van Genot door haar heen, en ze werd overweldigd door het verlangen naar zijn mannelijkheid.

Ze tastte naar hem, trok hem boven op zich en leidde hem naar haar ingang. Hij stootte diep door. Bij de eerste stoot moest hij al moeite doen om zich te beheersen, om even te wachten, maar zij was klaar, spoorde hem aan, en hij gaf zich eraan over. Met volle overgave stootte hij toe, telkens weer, en toen was hij er, tegelijk met haar, en voelde hij de genotsgolven omhoogkomen en overslaan, de een na de ander. Na afloop bleef Jondalar meestal even op haar liggen, een moment waarvan ze altijd had genoten, maar toen hij bedacht dat ze in verwachting was, was hij opeens bang dat zijn gewicht te veel voor haar zou zijn. Ze was teleurgesteld toen hij zo snel van haar af schoof. Toen hij zich van haar afliet rollen, vroeg hij zich opnieuw af of ze gelijk zou kunnen hebben. Was de kleine die ze in zich droeg op deze manier begonnen? Was het ook zijn kind, zoals Ayla altijd beweerde? Had de Moeder haar kinderen niet alleen deze wonderbaarlijke Gave van Genot geschonken, maar was dit tegelijkertijd Haar manier om

 

een vrouw te Zegenen met nieuw leven? Zou dat de reden kunnen zijn waarom mannen waren geschapen: om in een vrouw nieuw leven te beginnen? Hij wilde dat Ayla gelijk had, hij wilde dat het waar was, maar hoe kon hij dat ooit zeker weten?

Na een poosje stond Ayla op. Uit een reistas pakte ze een kleine houten kom en schonk daar wat water in uit de waterzak. Wolf was teruggegaan naar zijn hoekje bij de ingang en begroette haar voorzichtig, zoals hij had geleerd te doen nadat ze Genot hadden gedeeld. Met een glimlach gaf ze hem een teken dat hij braaf was geweest. Boven de nachtmand hangend spoelde ze zichzelf schoon zoals Iza haar had geleerd toen ze voor het eerst haar maandbloeding had gekregen. Iza, ik weet dat je toen betwijfelde of ik het geleerde ooit in praktijk zou moeten brengen, dacht ze, maar ik ben blij dat je me toentertijd het reinigingsritueel hebt geleerd.

Jondalar sliep al bijna toen ze weer onder de vachten kroop. Hij was te moe geweest om op te staan, maar ze zou de volgende ochtend hun slaaprol luchten en afborstelen. Nu ze een tijdlang op een en dezelfde plek zouden blijven, had ze zelfs tijd om hun vachten te wassen, dacht ze. Nezzie had haar laten zien hoe ze dat moest doen, maar daar waren tijd en aandacht voor nodig.

Ayla draaide zich op haar zij en Jondalar kroop dicht tegen haar rug aan. Ze lagen tegen elkaar aan en hij viel in slaap met zijn arm om haar heen, maar hoe lekker ze ook lag en hoe voldaan ze zich ook voelde, ze kon de slaap niet vatten. Ze had die ochtend veel langer uitgeslapen dan ze gewend was en terwijl ze daar wakker lag, dreven haar gedachten weer naar de Stam en de Anderen. Herinneringen aan haar leven bij de Stam en haar verblijf bij verscheidene groepen Anderen bleven maar bovenkomen en onwillekeurig begon ze parallellen te trekken.

Beide volken hadden de beschikking over dezelfde materialen, maar de manier waarop die werden gebruikt was niet met elkaar te vergelijken. Beiden maakten ze jacht op dieren, beiden verzamelden eetbare planten en beiden gebruikten huiden, beenderen, plantaardige materialen en stenen voor kleding, beschutting, werktuigen en wapens, maar er waren grote verschillen in de manier waarop de dingen werden gedaan en gebruikt.

Het meest opvallende was misschien dat terwijl Jondalars volk de woonomgeving verfraaide met schilderingen en sculpturen van dieren en patronen, de mensen van de Stam dat niet deden. Hoewel ze het niet precies kon verklaren, zelfs niet tegenover zichzelf, had ze wel het idee dat de mensen van de Stam van kennis van de beginselen van

 

dergelijke verfraaiingen blijk gaven. Rode oker bij een begrafenis, bijvoorbeeld, waarmee het lichaam kleur kreeg. Hun belangstelling voor bijzondere voorwerpen die ze verzamelden om in hun amulet te bewaren. Totemlittekens en kleurige merktekens op het lichaam voor speciale gelegenheden. Maar het oervolk van de Stam schiep geen blijvende kunstwerken.

Dat deden alleen mensen van Ayla's soort, alleen mensen als de Mamutiërs en de Zelandoniërs en de rest van de Anderen die ze tijdens hun Tocht hadden ontmoet. Ze vroeg zich af of de onbekende mensen waaruit zij was geboren de materiële voorwerpen in hun wereld verfraaiden en geloofde dat dit zo was. Degenen die later waren gekomen, degenen die de koude, oeroude wereld een tijdlang met de Stam hadden gedeeld, degenen die de Anderen werden genoemd, waren de eersten geweest die een zich bewegend, levend, ademend dier hadden gezien en dat vervolgens hadden weergegeven als een tekening of een beeldje. Dat was een wezenlijk onderscheid.

Het scheppen van kunst, het afbeelden van dieren of betekenisvolle merktekens, was een expressie van het vermogen om te abstraheren — het vermogen om de essentie van iets om te zetten in een symbool. Het symbool voor iets wat ook een andere vorm heeft: een geluid, een woord. Een brein dat in staat was te denken in termen van kunst was een brein dat in staat was nog een andere abstractie uit te werken, een abstractie van grote betekenis: taal. En hetzelfde brein dat in staat was een synthese te vormen uit de abstractie van kunst en de abstractie van taal, zou op een dag komen tot een samenspel van beide symbolen, in feite een bewaarvorm van de woorden: schrift.

In tegenstelling tot de dag tevoren werd Ayla de volgende ochtend heel vroeg wakker. In de vuurplaats gloeide geen houtskool meer op en de lampen waren allemaal gedoofd, maar in de zwakke weerschijn van het eerste licht, de oplichtende hemel die een voorbode was van de opkomende zon, kon ze net de omtrekken onderscheiden van het kalkstenen plafond hoog boven de donkere muurpanelen van Marthona's onderkomen. De anderen lagen nog in diepe rust verzonken toen ze stilletjes onder de vachten uit kroop en in het schemerige licht haar weg zocht naar de nachtmand. Toen ze opstond, hief Wolf onmiddellijk zijn kop. Hij begroette haar met vreugdevol gejank en volgde haar.

Ze voelde zich een beetje misselijk, maar niet zo erg dat ze moest overgeven, en ze dacht dat ze door iets te eten haar maag misschien tot bedaren zou kunnen brengen. Ze ging naar de kookruimte en

 

maakte een klein vuur, waarna ze een paar happen van het bizonvlees nam dat op de schaal van bekkenbeen lag van de avond tevoren en wat van de groentebrij uit de kook- annex bewaarmand. Toen ze dat ophad, wist ze niet zeker of ze zich nu beter voelde, maar besloot voor zichzelf een maagkalmerende thee te zetten. Ze wist niet wie de vorige dag de thee had gezet, maar vermoedde dat het misschien Jondalar was geweest, en ze bedacht dat ze meteen voor hem een van zijn lievelingstheeën zou maken.

Ze pakte haar medicijnbuidel uit haar reistas. Nu we eindelijk hier zijn, kan ik mijn kruiden- en geneesmiddelenvoorraad aanvullen, dacht ze, terwijl ze elk pakje bekeek en overwoog welke ze het best zou kunnen gebruiken. Kalmoeswortel is goed tegen maagstoornissen - maar nee, volgens Iza zou dat een misgeboorte kunnen veroorzaken, en dat wil ik niet. Terwijl ze de mogelijke bijwerkingen overdacht, schoot haar een ander middel te binnen uit haar uitgebreide voorraad medische kennis. De schors van de suikerberk kan een misgeboorte voorkomen, maar die heb ik niet. Nou ja, ik geloof niet dat ik gevaar loop dit kind te verliezen.

Ik had het veel zwaarder toen ik in verwachting was van Dure. Ayla herinnerde zich dat Iza eropuit had gemoeten om verse slangewortel te plukken om te voorkomen dat ze hem zou verliezen. Iza was toen al ziek geweest en het natte, koude weer had haar toestand verergerd. Volgens mij is ze die ziekte nooit te boven gekomen, dacht Ayla. Ik mis je, Iza. Ik wilde dat je in de buurt was, zodat ik je kon vertellen dat ik een man heb gevonden die met mij een Verbintenis wil aangaan. Ik wilde dat je lang genoeg had geleefd om hem te leren kennen. Ik geloof vast dat hij je goedkeuring zou hebben gekregen. Basiliekruid, natuurlijk! Dat kan een misgeboorte helpen voorkomen, en het smaakt nog lekker ook. Ze legde het pakje apart. Munt zou ook goed zijn. Dat helpt tegen misselijkheid, is goed tegen maagpijn en smaakt goed. Jondalar vindt het ook lekker. Ze legde dat zakje ook apart. En hop. Dat is goed tegen hoofdpijn en kramp, en het ontspant, dacht ze, en ze legde het naast de munt. Maar niet te veel; dan heeft het een versuffende werking.

Melkdistelzaad zou ook goed voor me zijn, maar dat moet veel te lang weken, vond Ayla terwijl ze de beperkte voorraad medicinale kruiden bekeek die ze bij zich had. Bedstro, ja, dat ruikt erg lekker. En het kalmeert de maag, maar is niet te sterk. En kamille, dat zou ik kunnen gebruiken in plaats van munt; dat is ook goed bij een opstandige maag. Dat smaakt misschien beter in combinatie met de andere kruiden, maar voor Jondalar zou ze munt gebruiken. Marjolein zou ook

 

goed kunnen zijn - maar nee, Iza zei altijd dat je bij maagklachten de verse toppen moest gebruiken, niet de gedroogde. Wat gebruikte Iza nog meer het liefst vers? Frambozenblad! Natuurlijk! Dat heb ik nodig. Dat is vooral goed tegen ochtendmisselijkheid. Ik heb geen bladeren, maar er stonden frambozen op tafel bij het feestmaal, dus die groeien beslist ergens vlakbij. Het is ook het goede jaargetij. Je kunt de bladeren het best plukken als de bessen rijp zijn. Ik moet ervoor zorgen dat ik er genoeg in voorraad heb als de barensweeën beginnen. Iza gebruikte het altijd als een vrouw lag te bevallen. Ze zei dat de baarmoeder erdoor ontspande en dat dit hielp om het kind er gemakkelijker uit te persen.

Ik heb nog wat lindebloesem over; dat is heel goed bij een roerige maag, en de bladeren zijn zoet en geven de thee een lekkere smaak. Bij de Sharamudiërs stond een prachtige grote oude lindeboom. Ik vraag me af of ze hier in de buurt ook groeien.

Aan de rand van haar gezichtsveld zag ze iets bewegen. Ze keek op en zag Marthona haar slaapruimte uit komen. Wolf keek ook op en kwam verwachtingsvol overeind.

'Jij bent vroeg op deze ochtend, Ayla,' zei Marthona met gedempte stem om degenen die nog sliepen niet te storen. Ze bukte zich om de wolf te strelen en hem te laten merken dat ze zich van zijn aanwezigheid bewust was.

'Dat ben ik meestal... als ik het de avond tevoren niet te laat maak en geen sterkedrank drink,' antwoordde Ayla al even zachtjes en met een zuur lachje.


Jean M Aeul - Vuurplaats in Steen
titlepage.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005_split_000.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0005_split_001.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0005_split_002.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0005_split_003.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0005_split_004.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0005_split_005.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0005_split_006.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0005_split_007.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0005_split_008.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0005_split_009.xhtml
Section0121.xhtml
Section0122.xhtml
Section0123.xhtml
Section0124.xhtml
Section0125.xhtml
Section0126.xhtml
Section0127.xhtml
Section0128.xhtml
Section0129.xhtml
Section0130.xhtml
Section0131.xhtml
Section0005_split_010.xhtml
Section0132.xhtml
Section0133.xhtml
Section0134.xhtml
Section0135.xhtml
Section0136.xhtml
Section0137.xhtml
Section0138.xhtml
Section0139.xhtml
Section0140.xhtml
Section0141.xhtml
Section0142.xhtml
Section0005_split_011.xhtml
Section0001.xhtml
Section0143.xhtml
Section0144.xhtml
Section0145.xhtml
Section0146.xhtml
Section0147.xhtml
Section0148.xhtml
Section0149.xhtml
Section0150.xhtml
Section0151.xhtml
Section0152.xhtml
Section0153.xhtml
Section0154.xhtml
Section0155.xhtml
Section0156.xhtml
Section0157.xhtml