Ze hadden net een terrein uitgezocht dat hun geschikt leek voor de demonstratie met de speerwerpers toen ze een van de jongemannen zagen die hadden meegeholpen met de sleeptoestellen om de goederen droog te houden bij het oversteken van de rivieren. Hij was van Drie Rotsen, de Westtak van de Negenentwintigste Grot, ook bekend als Zomerkamp, en was de rest van de reis bij hen gebleven. Ze maakten een praatje, waarna zijn moeder langskwam en hen uitnodigde om een maaltijd met hen te delen. De zon stond al hoog aan de hemel, en aangezien ze sinds vroeg die ochtend niets meer hadden gegeten, namen ze de uitnodiging dankbaar aan. Zelfs Wolf kreeg een bot waaraan nog wat vlees zat. Ze kregen een speciale uitnodiging om in het najaar te komen helpen met de dennenappeloogst. Op de terugweg naar hun kamp kwamen ze langs de grote hut van de zelandonia. De Eerste kwam net naar buiten en vertelde hun dat alle paren die ze tot nog toe had gesproken en die betrokken waren bij de eerste Verbintenisceremonie, bereid waren de ceremonie uit te stellen tot na de komst van Dalanar en de Lanzadoniërs. Ze werden voorgesteld aan verscheidene andere zelandonia, en de mensen van de Negende Grot volgden met interesse de verschillende reacties op de wolf. Tegen de tijd dat ze weer op weg gingen naar het kamp van de Negende Grot zonk de zon weg achter de horizon, waarbij luisterrijke gouden stralen door de rode wolken op de aarde vielen. Toen ze bij de oever van de Rivier kwamen, die op dat punt glad en rimpelloos was, liepen ze stroomopwaarts tot waar de kleine kreek daarmee samenvloeide. Ze bleven even staan om naar de transformatie van de hemel te kijken, een schitterend vertoon van goud dat overging in vermiljoen, vervolgens in paars en uiteindelijk in middernachtelijk blauw, terwijl de eerste schitterende hemelvuren verschenen. Het nachtelijk donker vormde de achtergrond voor ontelbare opvlammende lichtjes die de zomerhemel bedekten, waarbij een dichte opeenhoping als een pad langs het hemelgewelf liep. Ayla moest denken aan een regel van het Lied van de Moeder: 'Hete melk van de Moeder vormde een pad door de lucht.' Zou het heus zo zijn gemaakt, vroeg ze zich af, terwijl ze de richting insloegen van de verwelkomende vuren van hun kamp.

  Toen Ayla de volgende ochtend wakker werd, leek iedereen al opgestaan en op pad te zijn, en ze voelde zich voor haar doen luier dan normaal. Haar ogen waren gewend aan het schemerige licht in het onderkomen en vanuit haar slaaprol keek ze naar de tekeningen die op de stevige houten middenstut waren ingekerfd en geschilderd en de roetvegen rond de randen van het rookgat, totdat ze voelde dat ze haar water moest lozen - de laatste tijd had ze steeds vaker last van aandrang. Ze wist niet waar de gemeenschappelijk greppels waren gegraven, dus gebruikte ze de nachtmand. Ze was niet de enige die de mand had gebruikt, zag ze. Straks maak ik hem wel leeg, dacht ze. Dit was een van de onaangename karweitjes die werden uitgevoerd door iedereen die zich daartoe verplicht voelde en door degenen die daartoe uit schaamte gedwongen werden als het opviel dat ze zich daar een tijdlang aan onttrokken hadden.

Toen ze terugliep naar haar slaaprol om die uit te schudden, keek ze met wat meer aandacht om zich heen in het zomerkampverblijf. Bij hun terugkeer de dag tevoren na hun bezoek aan het basiskamp had ze met verbazing staan kijken naar de bouwsels die waren opgericht in de tijd dat zij en Jondalar weg waren. Al had ze de hutten gezien van de mensen die hun kamp hadden ingericht in het basiskamp, ze had verwacht bij haar terugkeer de reistenten te zien, maar de meeste mensen gebruikten die niet tijdens de Zomerbijeenkomst. In het warme jaargetijde werden de reistenten gebruikt voor tijdelijk onderdak tijdens de jacht of een oogst, of als ze ergens op bezoek gingen. De zo- merhut was een meer permanent bouwsel, een rond, redelijk solide onderkomen met rechte wanden, vergelijkbaar met de hutten van de Mamutiërs bij hun Zomerbijeenkomsten, zij het dat ze anders werden gebouwd.

Hoewel het binnen donker was — het enige licht was afkomstig van de open ingang en verdwaalde straaltjes zonlicht die tussen de kieren in de wanden vielen, waar de afzonderlijke delen bij elkaar kwamen - zag Ayla dat het onderkomen een binnenwand had van panelen die geweven waren van geplette lisdoddestengels en waren beschilderd met patronen en afbeeldingen van dieren. De panelen waren bevestigd aan de binnenkant van palen die rondom de middelste paal stonden en vormden een vrij grote ingesloten ruimte, die in zijn geheel kon worden gebruikt of door middel van verplaatsbare panelen in kleinere ruimten kon worden verdeeld. De grond was bedekt met matten die waren gemaakt van lisdodde, lange rietstengels, kattenstaartbladeren en verschillende grassoorten, en de slaaprollen waren uitgespreid rondom een vuurplaats die net uit het midden was aange

legd. De rook ontsnapte door een gat erboven, naast de middelste paal. Het gat kon van binnen uit worden afgedekt door een flap waaraan korte stokken waren bevestigd.

Ze was nieuwsgierig hoe de rest van het bouwsel was gemaakt en liep naar buiten. Eerst keek ze om zich heen in het kamp, dat bestond uit een aantal grote, ronde hutten om een centrale vuurplaats, en vervolgens liep ze om het onderkomen heen. Palen waren aan elkaar vastgebonden op dezelfde manier als de omheining die was neergezet om dieren te vangen, maar in plaats van de losstaande, flexibele constructie die meegaf als er een dier tegenop liep of er met zijn hoorns tegenaan ramde, was de omheining van de zomerhut verankerd aan elzenhouten palen die op enige afstand van elkaar in de grond waren gezet.

Een wand van sterke verticale panelen, gemaakt van overlappende kattenstaartbladeren, die regenwater afstootten, was bevestigd aan de buitenkant van de palen. De ruimte tussen de buiten- en binnenwanden zorgde voor extra isolatie, waardoor het op hete dagen binnen koel bleef en op koele avonden, als er binnen een vuur brandde, de warmte werd vastgehouden. De ruimte voorkwam bovendien con- densvorming op de binnenwand als het buiten koud was. Het vanaf de middelste paal schuin aflopende dak bestond uit een dikke laag elkaar overlappende rietstengels. Het dak was niet bijzonder goed gemaakt, maar het hield de regen buiten en hoefde maar één seizoen mee te gaan.

Een aantal onderdelen van de hut werd door de bewoners meegebracht, met name de geweven matten, panelen en binnenwanden en sommige palen, waarbij de mensen die het onderkomen met elkaar deelden ieder een deel droegen, maar veel werd ter plekke gezocht. Als ze in het najaar naar huis terugkeerden, werden de bouwsels deels afgebroken om de onderdelen die geschikt waren voor hergebruik eruit te halen, terwijl de rest bleef staan. Meestal overleefden ze de zware sneeuwstormen en gure winterse wind niet, en tegen de volgende zomer was er niets meer van over dan vervallen ruïnes die verweerden en weer in de omgeving opgingen voordat dezelfde locatie weer voor een Zomerbijeenkomst werd gebruikt.

Ayla herinnerde zich dat de Mamutiërs andere namen gaven aan hun zomerkampen dan aan hun winteronderkomens. Het Leeuwenkamp werd bijvoorbeeld bij de Zomerbijeenkomst het Kattenstaartkamp genoemd, terwijl het dezelfde mensen waren die in het Leeuwenkamp woonden. Ze vroeg Jondalar of de Negende Grot ook 's zomers een andere naam had. Hij legde haar uit dat hun locatie gewoon het kamp

  van de Negende Grot werd genoemd, maar dat de leefomstandigheden bij Zelandonische Zomerbij eenkomsten niet hetzelfde waren als in hun winterse schuilplaatsen van steen. Elk zomeronderkomen bood aan meer mensen onderdak dan het aantal dat de ruimere, meer permanente bouwsels onder de grote overhangende rotsplaat van de Negende Grot met elkaar deelde, veelal familieleden, maar sommigen bleven niet eens bij het kamp. Sommigen kozen ervoor om de zomer met andere verwanten of vrienden door te brengen. Jonge vrouwen, bijvoorbeeld, die waren verhuisd naar de Grot van hun levensgezel, brachten dikwijls met hun kinderen de zomer door bij hun moeder, broers en zussen of vriendinnen uit hun jeugd, meestal samen met hun levensgezel.

Bovendien verbleven jonge vrouwen die dat jaar hun Eerste Riten zouden ondergaan samen in een apart onderkomen niet ver van de grote centrale hut van de zelandonia, tenminste tijdens het eerste deel van de zomer. Daar vlakbij werd nog een onderkomen geplaatst voor de vrouwen die zich dat jaar als donii-vrouw beschikbaar stelden aan de jonge mannen die de puberteit naderden.

Verder waren er nog de jonge mannen die de puberteit al achter zich hadden - van wie sommigen niet eens zo jong meer waren - die verkozen om samen te wonen, gescheiden van hun thuiskamp, en hun eigen hutten bouwden. Die moesten aan de buitenrand van het kamp worden neergezet, zo ver mogelijk uit de buurt van de begeerlijke jonge vrouwen die op hun Eerste Riten werden voorbereid. Voor de meeste mannen vormde dit geen bezwaar. Ze hadden graag naar de vrouwen gelonkt, maar anderzijds vonden ze het prettig om op zichzelf te zijn, zodat niemand zou klagen als ze een beetje luidruchtig of wild tekeergingen. Bijgevolg werden de onderkomens van de mannen de 'verweghutten' genoemd, meestal afgekort tot de vreghutten. De mannen die in een vreghut verbleven, hadden meestal geen gezellin of zaten tussen Verbintenissen - of hadden graag gewild dat ze tussen Verbintenissen zaten.

Aangezien Wolf niet op haar was afgestormd om haar te begroeten toen ze naar buiten ging, veronderstelde Ayla dat hij bij Jondalar was. Ze zag maar weinig mensen buiten. De meesten waren waarschijnlijk op het hoofdterrein van de Zomerbijeenkomst, maar bij de centrale vuurplaats vond ze nog een restje thee. Ze zag dat de vuurplaats niet rond was aangelegd, maar meer in de vorm van een greppel. Ze had de avond tevoren gezien dat zich op die manier meer mensen om het vuur konden scharen en dat er langere stammetjes en takken konden worden gebruikt zonder die in kleinere stukken te hoeven hakken.

 

Terwijl ze haar thee zat te drinken, kwam Salova, Rushemars gezellin, met haar dochtertje haar hut uit.


Jean M Aeul - Vuurplaats in Steen
titlepage.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005_split_000.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0005_split_001.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0005_split_002.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0005_split_003.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0005_split_004.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0005_split_005.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0005_split_006.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0005_split_007.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0005_split_008.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0005_split_009.xhtml
Section0121.xhtml
Section0122.xhtml
Section0123.xhtml
Section0124.xhtml
Section0125.xhtml
Section0126.xhtml
Section0127.xhtml
Section0128.xhtml
Section0129.xhtml
Section0130.xhtml
Section0131.xhtml
Section0005_split_010.xhtml
Section0132.xhtml
Section0133.xhtml
Section0134.xhtml
Section0135.xhtml
Section0136.xhtml
Section0137.xhtml
Section0138.xhtml
Section0139.xhtml
Section0140.xhtml
Section0141.xhtml
Section0142.xhtml
Section0005_split_011.xhtml
Section0001.xhtml
Section0143.xhtml
Section0144.xhtml
Section0145.xhtml
Section0146.xhtml
Section0147.xhtml
Section0148.xhtml
Section0149.xhtml
Section0150.xhtml
Section0151.xhtml
Section0152.xhtml
Section0153.xhtml
Section0154.xhtml
Section0155.xhtml
Section0156.xhtml
Section0157.xhtml