'De Stam is... Ik ben... geadopteerd door de Stam. Zij waren degenen
die mij hebben opgenomen toen ik... alleen was. Creb en Iza hebben voor me gezorgd, me grootgebracht. Iza was moeder, de enige moeder die ik me kan herinneren. En ze was medicijnvrouw, genezeres. Iza was ook Eerste, in zekere zin. Ze was de meest geëerbiedigde medicijnvrouw onder alle medicijnvrouwen, net als haar moeder en haar grootmoeder vóór haar, in rechte lijn helemaal terug naar het begin van de Stam.'
'Heb je daar geneeskunst geleerd?' vroeg Zelandoni, die op de kussens naar voren leunde.
'Ja. Iza heeft me alles geleerd, ondanks het feit dat ik niet haar echte dochter was en niet over haar herinneringen beschikte, zoals Oeba. Oeba was mijn zuster. Niet een bloedeigen zuster, maar toch mijn zuster.'
'Wat is er met je echte moeder gebeurd, je familie, de mensen bij wie je ter wereld kwam?' wilde Zelandoni weten. Iedereen was nieuwsgierig en luisterde geboeid, maar ze lieten haar de vragen stellen. Ayla leunde achterover en sloeg haar ogen ten hemel, alsof ze een antwoord zocht. Toen richtte ze haar blik op de dikke vrouw die haar zo doordringend zat aan te staren. 'Dat weet ik niet. Dat herinner ik me niet. Ik was nog heel jong, Iza schatte dat ik vijf jaren kon tellen... hoewel ze geen telwoorden hadden zoals de Zelandoniërs. De Stam gaf de jaren na een geboorte een naam. Het eerste was het geboortejaar, dan kwam het zoogjaar, het speenjaar enzovoort. Ik heb dat omgezet in telwoorden,' probeerde ze uit te leggen. Toen zweeg ze. Ze kon niet alles vertellen over haar leven bij de Stam. Het zou beter zijn om alleen de vragen te beantwoorden.
'Herinner je je helemaal niets over je eigen volk?' drong Zelandoni aan.
'Ik weet alleen wat Iza me heeft verteld. Een aardbeving had hun grot verwoest en Bruns stam was op zoek naar een nieuwe grot toen ze mij vond naast een rivier, bewusteloos. Ze hadden al een tijdlang geen onderkomen, maar Brun stond haar toe me mee te nemen. Ze zei dat ze dacht dat ik was aangevallen door een holenleeuw omdat er vier klauwsporen op mijn been stonden, met de brede spreiding van een holenleeuw, en uit de wonden liep vocht; ze waren... vergiftigd, verrot,' zei Ayla, die de juiste woorden niet meteen kon vinden. 'Ja, ik begrijp het,' zei de doniër. 'Etterende, dragende wonden, misschien zelfs al in het stadium van ontbinding. Dat zie je wel vaker bij wonden van kattenklauwen.'
'Ik heb er nog steeds littekens van. Daardoor wist Creb dat de Holenleeuw mijn totem was, al is die meestal een mannentotem. Ik droom
nog steeds af en toe dat ik in een klein, donker hol zit en dat een grote kattenklauw naar me uithaalt,' zei Ayla.
'Dat is een krachtige droom. Heb je nog andere dromen? Over die periode in je leven, bedoel ik?'
'Een die nog angstaanjagender is, maar moeilijk onder woorden te brengen. Die herinner ik me meestal niet goed. Het is meer een gevoel, het gevoel van een aardbeving.' De jonge vrouw huiverde. 'Ik vind aardbevingen afschuwelijk!' Zelandoni knikte veelbetekenend. 'Nog andere?' 'Nee... ja, één keer maar, toen Jondalar nog herstellende was en me leerde spreken...'
Zelandoni vond dit een vreemde manier van uitdrukken en keek vluchtig naar Marthona om te zien of haar die eigenaardige uitdrukking ook was opgevallen.
'Sommige dingen begreep ik,' zei Ayla. 'Ik had veel woorden geleerd, maar ik vond het moeilijk om ze samen te voegen, en toen droomde ik over mijn moeder, mijn echte moeder. Ik zag haar gezicht en ze sprak tegen me. Daarna ging het leren veel gemakkelijker.' 'Aha... Dat is een bijzonder belangrijke droom,' merkte de Een Die Dient op. 'Het is altijd van grote betekenis als de Moeder in je dromen tot je komt, welke gedaante Zij ook aanneemt, maar vooral als Zij de gedaante aanneemt van je eigen moeder die tot je spreekt vanuit de wereld na deze wereld.'
Jondalar dacht opeens aan een droom die hij over de Moeder had gehad toen ze nog in Ayla's dal woonden. Een bijzonder vreemde droom. Die moet ik eigenlijk een keer aan Zelandoni vertellen, dacht hij. 'Goed. Als je droomde van de Moeder, waarom heb je dan geen beroep op haar gedaan om Thonolan te helpen zijn weg te vinden in de wereld na deze wereld? Ik begrijp niet waarom je de geest van een ho- lenbeer hebt aangeroepen en niet de Grote Aardmoeder.' 'Ik wist niets over de Grote Aardmoeder totdat Jondalar me over Haar heeft verteld, nadat ik jullie taal had geleerd.'
'Wist je niets over Doni, over de Grote Aardmoeder?' vroeg Folara verbaasd. Geen van de Zelandoniërs had ooit gehoord over iemand die de Grote Moeder niet kende bij welke naam of in welke vorm ook. Ze stonden allemaal voor een raadsel.
'De Stam vereert Ursus, de Grote Holenbeer,' zei Ayla. 'Daarom heb ik een beroep gedaan op Ursus om de geest van de dode man de weg te wijzen - ik kende zijn naam toen nog niet — ondanks het feit dat hij niet van de Stam was. Wel heb ik ook de geest van de Holenleeuw aangeroepen, aangezien hij mijn totem is.'
'Nou, als je Haar niet kende, heb je gedaan wat je kon, onder de omstandigheden. Ik weet zeker dat het heeft geholpen,' zei Zelandoni, al was ze ernstiger verontrust dan ze liet blijken. Hoe was het mogelijk dat er kinderen van Haar op aarde rondliepen die de Moeder niet kenden?