'Dat vind ik helemaal niet erg,' zei Ayla. Ze keek naar het zonnige terras voor de overkapping en zag Joharrans gezellin en Salova, Rushe- mars gezellin, hun richting uit komen, en ook dat er inmiddels meer mensen op waren.
De vrouwen groetten elkaar, en toen zei Marthona: 'Kijk hier eens naar, Proleva. Jij ook, Salova. Ayla noemt het een "draadtrekker". Ze heeft het me juist gedemonstreerd. Het is heel slim bedacht, en ik geloof vast dat ik hiermee weer zal kunnen naaien, ook al kan ik van dichtbij niet zo goed meer zien. Ik kan het hiermee op het gevoel.' De twee vrouwen, die allebei al heel wat kledingstukken in elkaar hadden gezet, hadden de gedachte achter het nieuwe werktuig snel door en bespraken opgewonden de mogelijkheden. 'Ik geloof niet dat het veel moeite zal kosten om dit te leren gebruiken,' zei Salova. 'Het maken van een draadtrekker zal veel moeilijker zijn.'
'Jondalar heeft me met deze geholpen. Hij heeft het boorwerktuigje gemaakt waarmee hij het piepkleine gaatje kon boren,' legde Ayla uit. 'Daarvoor is beslist iemand nodig met zijn vaardigheid. Ik weet nog dat hij voor zijn vertrek vuursteenpriemen en boorwerktuigjes heeft gemaakt om kralen te doorboren,' zei Proleva. 'Ik denk dat Salova gelijk heeft. Het zal moeilijk zijn om een draadtrekker als deze te maken, maar ik denk beslist dat het de moeite waard zou zijn. Ik zou deze graag eens willen proberen.'
'Je mag deze gerust proberen, Proleva, en ik heb er nog twee, in een andere maat,' zei Ayla. 'De maat die ik gebruik hangt af van het materiaal dat ik aan elkaar wil naaien.'
'Dank je, maar ik geloof niet dat ik vandaag de tijd zal kunnen vinden met al die voorbereidingen voor de jacht. Joharran verwacht een grotere opkomst dan normaal bij deze Zomerbij eenkomst,' zei Proleva, en ze voegde er glimlachend tegen Ayla aan toe: 'Vanwege jou. Het nieuws dat Jondalar is weergekeerd en een vrouw heeft meegebracht verspreidt zich langs de Rivier, zowel stroomop- als stroomafwaarts, en nog verder. Hij wil er zeker van zijn dat we genoeg voedsel bij ons hebben voor de extra gasten als wij de verantwoordelijkheid voor een feestmaal op ons nemen.'
'En iedereen staat te popelen om jou te ontmoeten, om te zien of de verhalen die over jou de ronde doen waar zijn,' zei Salova glimlachend. Dat dat inderdaad zo was wist ze uit eigen ervaring. 'Tegen de tijd dat we daar aankomen, zullen die niet meer waar zijn,' zei Proleva. 'Verhalen hebben de neiging om steeds meer aangedikt te worden.'
'Maar de meesten weten dit en geloven maar de helft van wat ze horen. Ik denk dat Jondalar en Ayla heel wat mensen zullen verrassen dit jaar,' zei Marthona.
Proleva zag een eigenaardige uitdrukking over het gezicht van de voormalige Leidster van de Negende Grot van de Zelandoniërs glijden: een sluwe en tamelijk zelfgenoegzame glimlach. Ze vroeg zich af wat Marthona meer kon weten dan alle anderen. 'Ga je vandaag met ons mee naar Tweerivierenrots, Marthona?' vroeg Proleva.
'Ja, ik denk het wel. Ik ben benieuwd naar de demonstratie van die "speerwerper" waar Jondalar het voortdurend over heeft. Als die even slim bedacht is als dit instrumentje om draad te trekken,' zei Marthona, die terugdacht aan het vuur maken van de avond tevoren, 'en andere ideeën waarmee ze zijn teruggekeerd, kan dat weieens bijzonder interessant zijn.'
Joharran ging hun voor en liep om een steile rotsformatie vlak bij de Rivier heen, waardoor ze achter elkaar moesten lopen. Marthona liep achter Joharran en kijkend naar de rug van haar oudste zoon, genoot ze ervan dat ze voor het eerst sinds jaren niet alleen een zoon voor zich had, maar ook haar zoon Jondalar achter zich. Ayla liep achter Jondalar met Wolf op haar hielen. Daarachter liepen nog meer mensen van de Negende Grot, die achter de wolf een ruimte van een paar passen vrijlieten. Meer mensen voegden zich bij de stoet toen ze bij de Veertiende Grot langsliepen.
Ze kwamen bij een plek op de oever van de Rivier tussen de behuizing van de Veertiende Grot aan de kant waar zij stonden en de Elfde Grot aan de overkant van de Rivier, waar de waterweg zich verbreedde en schuimend rond de rotsen spoelde die boven het water uitstaken. De Rivier was op dit punt gemakkelijk doorwaadbaar en tamelijk ondiep, en deze plek werd meestal gebruikt om naar de overkant te gaan. Ayla hoorde dat de plek werd aangeduid als 'de Oversteek'. Een paar mensen die voetbedekkingen droegen gingen zitten om die af te doen. Anderen liepen op blote voeten, onder wie Ayla, of gaven er niet om dat hun voetbekleding nat werd. De mensen van de Veertiende Grot hielden zich op de achtergrond en lieten Joharran en de Negende Grot als eersten de rivier oversteken. Dit was een uiting van hoffelijkheid jegens Joharran, aangezien hij degene was geweest die met het voorstel was gekomen voor een laatste jachtpartij voor hun vertrek naar de Zomerbijeenkomst, en hij dus als leider werd beschouwd.
Toen Jondalar het koude water in liep, moest hij opeens denken aan iets wat hij zijn broer had willen vertellen. 'Joharran, wacht even,' riep hij. De man bleef staan. Marthona stond naast hem. 'Toen we met het Leeuwenkamp naar de Zomerbijeenkomst van de Mamutiërs gingen, moesten we vlak voor de plek waar de bijeenkomst werd gehouden ook een rivier oversteken. De mensen van het Wolvenkamp, die als gastkamp optraden bij de Bijeenkomst, hadden rotsen en grind in het water opgestapeld om stapstenen te maken, waardoor iedereen de rivier kon oversteken zonder nat te worden. Dat doen wij soms ook, maar hun rivier was zo diep dat er tussen de stenen gevist kon worden. Ik vond het een slim idee en bedacht dat ik dat aan iemand moest vertellen als ik weer thuis was.'
'Deze rivier stroomt snel. Zouden de stenen niet wegspoelen?' vroeg Joharran.
'Hun rivier stroomde ook snel en was diep genoeg voor steur en zalm en andere vissoorten. Het water stroomde tussen de stenen door. Ze
zeiden dat de rotsen werden meegevoerd als de rivier overstroomde, maar ze maakten elk jaar nieuwe stapstenen. Je kon prima vissen vanaf de stapstenen midden in de rivier,' legde Jondalar uit. Andere mensen waren stil blijven staan en luisterden mee. 'Misschien is dit het overdenken waard,' zei Marthona. 'Maar hoe zit het met de vlotten? Zouden stapstenen niet in de weg liggen?' vroeg een man.
'Het is hier toch niet diep genoeg voor de vlotten. Die moeten meestal met de last die ze meevoeren om de Oversteek heen worden gesjouwd,' zei Joharran.
Terwijl Ayla gedurende het gesprek stond te wachten, zag ze dat het water helder genoeg was om de rotsen op de bodem en een af en toe langszwemmende vis te kunnen zien. Toen besefte ze dat ze vanuit het midden van de stroom een schitterend uitzicht had over de omgeving. Naar het zuiden, op de linkeroever van de Rivier, zag ze een rotswand met schuilplaatsen, waarschijnlijk de plek waarheen ze op weg waren, en vlak daarachter een zijrivier die samenvloeide met de hoofdstroom. Aan de overzijde van de zijrivier begon een keten van steile rotswanden die parallel liep aan de hoofdrivier en die de bocht om volgde. Ze draaide zich om en keek de andere kant op. Stroomopwaarts, naar het noorden, zag ze nog meer hoge rotswanden en de reusachtige stenen schuilplaats van de Negende Grot op de rechteroever aan de buitenkant van een scherpe bocht.
Joharran zette zich weer in beweging en ging de lange rij mensen voor naar de behuizing van de Derde Grot van de Zelandoniërs. Ayla zag een aantal mensen die hen stonden op te wachten en naar hen zwaaiden. Ze herkende Kareja en de zelandoni van de Elfde Grot. De rij mensen werd nog langer toen ze zich daarachter aansloten. Toen ze de hoge rotswand voor zich naderden, kon Ayla de immense muur beter bekijken, een van de vele spectaculaire kalkstenen wanden in het dal van de Rivier.
De muur was door dezelfde natuurkrachten waardoor alle stenen schuilplaatsen in de streek waren ontstaan uitgehouwen in twee en op sommige plekken drie lagen van boven elkaar liggende terrassen. Halverwege de enorme rots bevond zich een richel van meer dan honderd meter lang voor een beschutte opening. Dit was de etage waar de dagelijkse activiteiten van de Derde Grot plaatshadden, en de meeste onderkomens bevonden zich daar. Het terras vormde het beschuttende rotsplafond van de schuilplaats eronder en werd zelf overkapt door een overhangende rots.
Jondalar merkte dat Ayla de enorme kalkstenen rots stond te bekijken
en bleef staan om haar de gelegenheid te geven hem in te halen. Het pad was hier wat breder en ze konden naast elkaar lopen. 'De plek waar de Grasrivier samenvloeit met de Rivier wordt Twee Rivieren genoemd,' zei hij. 'Die rotswand heet Tweerivierenrots, omdat hij uitzicht biedt over het samenvloeiingspunt.' 'Ik dacht dat dit de Derde Grot was,' zei Ayla.
'Het vormt de behuizing van de Derde Grot van de Zelandoniërs, maar de naam is Tweerivierenrots, zoals de behuizing van de Veertiende Grot Kleindal wordt genoemd en de behuizing van de Elfde Grot Rivierplaats,' legde Jondalar uit.
'Hoe wordt de behuizing van de Negende Grot dan genoemd?' zei Ayla.
'De Negende Grot,' zei Jondalar, en hij zag dat ze haar voorhoofd fronste.
'Waarom heeft die geen andere naam, zoals de andere?' vroeg ze. 'Dat weet ik eigenlijk niet,' zei Jondalar. 'Hij is altijd gewoon de Negende Grot genoemd. Hij had natuurlijk zoiets als "Tweerivierenrots" kunnen heten, aangezien de Woudrivier vlakbij samenvloeit met de Rivier, maar de Derde Grot had die naam al. Of bijvoorbeeld "Grote Rots", maar die naam hoort al bij een andere plek.' 'Er zijn nog andere namen die gebruikt hadden kunnen worden. Iets waarin de Vallende Rots wordt genoemd, bijvoorbeeld. Dat is toch iets unieks, nietwaar?' vroeg Ayla, die er niets van snapte. Het was gemakkelijker om dingen te onthouden als die consequent waren, maar altijd leken er uitzonderingen te zijn.
'Ja, ik heb zoiets tenminste nergens anders ooit gezien,' zei Jondalar. 'Maar de Negende Grot is gewoon de Negende Grot en heeft geen andere naam,' zei Ayla. 'Ik vraag me af waarom.'
'Misschien omdat onze schuilplaats om zoveel redenen uniek is. Niemand heeft ooit zo'n grote stenen schuilplaats gezien of er zelfs maar van gehoord, of een waar zoveel mensen wonen. Hij kijkt uit over twee rivieren, zoals een paar andere, maar in het Woudrivierdal staan meer bomen dan in de meeste andere dalen. De Elfde Grot komt altijd vragen of ze daar bomen mogen kappen voor hun vlotten. En dan is daar nog, zoals je al zei, de Vallende Rots,' zei Jondalar. 'Iedereen kent de Negende Grot, zelfs mensen van heel ver weg, maar geen enkele naam kan het geheel omschrijven. Ik denk dat de plaats daarom gewoon genoemd wordt naar de mensen die daar wonen: de Negende Grot.'
Ayla knikte, maar haar frons was nog niet verdwenen. 'Nou, het feit dat hij naar de mensen is genoemd maakt hem eigenlijk ook uniek.'
Toen ze de behuizing van de Derde Grot naderden, zag Ayla dat de ruimte tussen de voet van de rotswand en de Rivier vol stond met tenten, afdakjes, raamwerken en rekken. Her en der tussen de bouwsels zag ze de donkere kringen van haardvuren met in enkele een brandend vuur. Het was het werkterrein voor de buitenactiviteiten van de Derde Grot, met zelfs een kleine aanlegsteiger langs de oever van de Rivier om de vlotten aan vast te leggen.
Het territorium van de Derde Grot omvatte niet alleen de rotswand, maar ook het terrein onder de stenen terrassen helemaal tot aan de rand van het water van beide rivieren, en op sommige plekken zelfs nog verder. Dit was niet hun eigendom. Het was heel normaal dat anderen, vooral mensen van de nabijgelegen Grotten, het territorium van een andere Grot betraden om gebruik te maken van de natuurlijke rijkdommen, maar het werd als onbeleefd beschouwd om dat zonder uitnodiging of zonder te vragen zomaar te doen. Deze stilzwijgende voorwaarden waren de volwassenen bekend. Kinderen waren natuurlijk vrij om te komen en te gaan zoals ze wilden. Het gebied langs de Rivier tussen de Woudrivier vlak achter de Negende Grot in het noorden en de Grasrivier bij Tweerivierenrots in het zuiden werd door de Zelandoniërs die daar woonden beschouwd als één groot leefgebied. In feite was het een uitgestrekt dorp, maar ze hadden nog geen enkele notie van een dergelijke nederzetting, laat staan een naam. Maar als Jondalar tijdens zijn reis refereerde aan de Negende Grot van de Zelandoniërs als zijn thuis, dacht hij niet alleen aan de vele mensen in die stenen schuilplaats, maar aan de hele naburige gemeenschap.
De bezoekers begonnen het pad naar de hoofdetage van Tweerivierenrots te beklimmen, maar stopten toen ze de onderste laag hadden bereikt om te wachten op iemand die graag bij de bespreking aanwezig wilde zijn. Terwijl ze daar stonden, keek Ayla omhoog en moest ze zich vasthouden aan de muur om niet om te vallen. De top van de rotswand helde zo ver naar voren dat ze, toen ze haar blik omhoog liet gaan langs de massieve stenen wand, het gevoel kreeg dat de rotswand zelf zich samen met haar achteroverboog.
'Dat is Kimeran,' zei Jondalar, grijnzend toen de man Joharran begroette. Ayla keek naar de onbekende man. Hij was blond en langer dan Joharran, en ze werd getroffen door de subtiele lichaamstaal van de twee mannen, die elkaar als gelijken leken te beschouwen. De nieuwkomer keek wantrouwend naar de wolf, maar zei niets en ze liepen verder naar het volgende niveau. Toen ze eindelijk de hoofdetage hadden bereikt, moest Ayla weer stil blijven staan, ditmaal als ge
volg van het adembenemende uitzicht. Het stenen voorportaal van het toevluchtsoord van de Derde Grot bood een weids panorama over de omgeving. Een stukje stroomopwaarts langs de Grasrivier zag ze nog een kleine waterloop die samenvloeide met de bijrivier. 'Ayla.' Ze draaide zich om toen ze haar naam hoorde noemen. Joharran stond achter haar met de man die zich zojuist bij hen had gevoegd. 'Ik wil je even voorstellen aan iemand die je nog niet hebt ontmoet.'