'Ze zal vanavond officieel aan iedereen worden voorgesteld,' zei hij, met het gevoel dat hij Ayla in bescherming moest nemen. 'Dat hadden we al gehoord, maar we wilden niet wachten op een formele introductie. We willen haar gewoon begroeten en welkom heten.' Hij kon moeilijk weigeren hen aan elkaar voor te stellen. 'Ayla van het Leeuwenkamp van de Mamutiërs, dit is Marona van de Negende Grot van de Zelandoniërs, en haar vriendinnen... Portula? Van de Vijfde Grot? Ben jij het?' vroeg Jondalar.
De vrouw glimlachte en kreeg een kleur van genoegen dat hij zich haar nog herinnerde. Marona keek haar fronsend aan. 'Ja, ik ben Portula, maar nu van de Derde Grot.' Zij kon zich hem beslist herinneren. Hij was uitgekozen voor haar Eerste Riten. Maar hij herinnerde zich dat zij een van de jonge vrouwen was geweest die hem daarna hadden achtervolgd en hadden geprobeerd hem alleen te treffen, hoewel vereniging verboden was voor minstens een jaar na de Eerste Riten. Haar hardnekkigheid had de herinnering vertroebeld van een ceremonie waaraan hij meestal een warm gevoel voor de betreffende jonge vrouw overhield.
'Ik geloof niet dat ik je andere vriendin ken, Marona,' zei Jondalar. Ze
leek iets jonger te zijn dan de andere twee.
'Ik ben Lorava, Portuia's zuster,' zei de jonge vrouw.
'We zijn bevriend geraakt toen ik verbonden was met een man van de
Vijfde Grot,' zei Marona. 'Zij zijn bij mij op bezoek.' Ze wendde zich
tot Ayla. 'Gegroet, Ayla van de Mamutiërs.'
Ayla stond op om de groet te beantwoorden. Hoewel ze daar gewoonlijk geen moeite mee had, voelde ze zich ietwat ongemakkelijk om zonder kleren aan onbekende vrouwen te begroeten, en ze wikkelde de huid waarmee ze zich had afgedroogd om haar middel en hing haar amulet weer om haar hals.
'Gegrrroet, Marrrona van de Negende Grrrot van de Zelandoniërs,' zei Ayla, waarbij haar rollende r en eigenaardig hese accent haar onmiddellijk als een vreemdelinge kenmerkten. 'Gegrrroet, Porrrtula van de Vijfde Grot, en gegrrroet, Lorrrava, haar zuster,' vervolgde ze. De jongere vrouw moest giechelen om Ayla's vreemde manier van praten, maar probeerde dat snel te verdoezelen. Jondalar dacht dat hij een zweem van een spottende grijns op Marona's gezicht zag. Hij fronste zijn voorhoofd.
'Ik wilde meer doen dan je alleen maar begroeten, Ayla,' zei Marona. 'Ik weet niet of Jondalar het je had verteld, maar zoals je inmiddels zult begrijpen, waren we Toegezegd toen hij opeens besloot tot die grote Tocht. Zoals je beslist kunt begrijpen, was ik daar niet blij mee.' Jondalar probeerde te bedenken wat hij kon zeggen om te voorkomen dat Marona uiting zou geven aan de wrokgevoelens die ze jegens Ayla koesterde, hetgeen ze volgens hem beslist van plan was. Maar ze verraste hem.
'Maar dat is nu verleden tijd,' zei Marona. 'Eerlijk gezegd heb ik al jaren niet meer aan hem gedacht, totdat jullie vandaag hier opdoken. Maar anderen zijn het misschien niet vergeten en sommigen doen niets liever dan roddelen. Die mensen wilde ik iets anders geven om over te praten door hun te laten zien dat ik in staat ben je behoorlijk te begroeten.' Ze maakte een gebaar waarmee ze haar vriendinnen omvatte. 'We gaan zo naar mijn kamer om ons klaar te maken voor jullie welkomstfeest van vanavond en we dachten dat je je misschien bij ons zou willen aansluiten, Ayla. Mijn nicht, Wylopa, is daar al - je herinnert je Wylopa toch nog wel, Jondalar? Daarmee heb je dan de gelegenheid om alvast een paar vrouwen te leren kennen voor al die formele introducties vanavond.'
Ayla bespeurde enige spanning, vooral tussen Jondalar en Marona, maar gezien de omstandigheden was dat niet vreemd. Jondalar had haar verteld over Marona en dat ze bijna Toegezegd waren voor zijn vertrek, en Ayla kon zich heel goed voorstellen hoe zij zich zou voelen als zij in de schoenen van de andere vrouw stond. Maar Marona had niet om het verleden heen gedraaid en Ayla wilde graag een paar van de vrouwen beter leren kennen.
Ze had behoefte aan vriendinnen. Toen ze opgroeide bij de Stam had ze geen meisjes van haar eigen leeftijd om zich heen gehad. Oeba, Iza's bloedeigen dochter, was voor haar als een zusje geweest, maar Oeba was veel jonger dan zij, en hoezeer ze ook aan de vrouwen van Bruns stam gehecht was geraakt, de verschillen bleven. Hoe ze ook haar best deed om een goede Stamvrouw te zijn, sommige dingen had ze nu eenmaal niet kunnen veranderen. Pas toen ze bij de Mamutiërs ging wonen en Deegie had ontmoet, had ze ontdekt hoe leuk het was om met iemand van haar eigen leeftijd te praten. Ze miste Deegie, en ook Tholie van de Sharamudiërs, met wie ze zo snel dikke vriendinnen was geworden dat ze haar nooit zou vergeten.
'Dank je, Marona. Ik sluit me graag bij jullie aan. Dit is het enige wat ik heb om aan te trekken,' zei ze, terwijl ze snel de eenvoudige tuniek met korte broek aantrok die niet meer schoon te krijgen waren. 'Maar
Marthona en Folara hebben aangeboden om me te helpen nieuwe kleren te maken. Ik zou graag zien wat jullie dragen.' 'Misschien mogen we je een paar dingen geven, als welkomstgeschenk,' zei Marona.
'Wil jij mijn afdrooghuid mee terug nemen, Jondalar?' vroeg Ayla. 'Natuurlijk,' zei hij. Hij nam haar vluchtig in zijn armen en drukte zijn wang tegen de hare, waarna ze vertrok met de drie vrouwen. Terwijl Jondalar hen nakeek, werd zijn zorgelijke frons nog zorgelijker. Hoewel hij Marona niet officieel had gevraagd om zijn gezellin te worden, had hij haar wel het idee gegeven dat ze een verbintenis zouden aangaan tijdens de Verbintenisceremonie van de Zomerbijeen- komst voor zijn vertrek, en ze was druk bezig geweest met plannen maken. Maar toen was hij plotseling met zijn broer vertrokken voor een Tocht en was hij niet komen opdagen. Dat moest beslist heel moeilijk voor haar zijn geweest.
Hij had niet van haar gehouden. Ze was wel mooi. De meeste mannen vonden haar de mooiste en meest begerenswaardige vrouw bij de Zomerbijeenkomsten. En hoewel hij die mening niet had gedeeld, moest hij wel toegeven dat ze van wanten wist waar het aankwam op het delen van Doni's Gave van Genot. Ze was alleen niet de vrouw met wie hij zijn leven had willen delen. Maar iedereen vond dat ze voor elkaar geschapen waren. Ze waren een prachtig paar en iedereen had verwacht dat ze een verbintenis zouden aangaan. Hijzelf eigenlijk ook. Hij besefte dat hij op een dag een vuurplaats wilde delen met een vrouw en haar kinderen, en aangezien de enige vrouw naar wie hij verlangde, Zolena, voor hem onbereikbaar was, kon hij net zo goed met Marona verder gaan.
Zonder het echt aan zichzelf toe te geven was hij opgelucht geweest toen hij had besloten met Thonolan mee te gaan op een Tocht. Op dat moment leek dat de gemakkelijkste manier om zich los te maken van zijn relatie met haar. Hij was ervan overtuigd geweest dat ze iemand anders zou vinden als hij weg was. Ze zei dat dit ook was gebeurd, maar dat de relatie niet lang stand had gehouden. Hij had verwacht haar aan te treffen met een vuurplaats vol kinderen, maar ze had het helemaal niet over kinderen gehad. Dat had hem verrast. Hij had niet gedacht dat ze bij zijn terugkeer geen levensgezel zou hebben. Ze was nog altijd een mooie vrouw, maar ze had een opvliegend karakter en een wrede kant. Ze kon bijzonder boosaardig en wraakzuchtig zijn. Met een zorgelijk gefronst voorhoofd keek Jondalar de drie vrouwen na terwijl ze in de richting van de Negende Grot liepen.
Wolf zag Ayla met de drie vrouwen over het pad door de paardenwei lopen en rende op haar af. Lorava gaf een gil toen ze het grote roofdier op zich af zag komen; Portula hapte naar adem en keek paniekerig om zich heen naar een plek om zich in veiligheid te brengen, en Marona verbleekte van angst. Toen Ayla de wolf zag, keek ze snel naar de vrouwen, en toen ze hun reacties zag, gaf ze de wolf haastig een teken om te blijven staan.
'Blijf, Wolf!' zei ze hardop, meer ten behoeve van de vrouwen dan om het dier een halt toe te roepen, al versterkte het wel haar teken. Wolf bleef met een schok staan en keek naar Ayla, wachtend op een teken dat hij naar haar toe mocht komen. 'Willen jullie kennismaken met Wolf?' zei ze, en toen ze zag dat de vrouwen nog steeds bang waren, voegde ze eraan toe: 'Hij zal jullie echt niets doen.' 'Waarom zou ik kennis willen maken met een dier?' zei Marona. De toon van haar stem deed Ayla met meer aandacht naar de vrouw met de lichte haren kijken. Ze zag angst, maar tot haar verbazing ook iets van weerzin en zelfs woede. Ayla begreep de angst, maar de rest van Marona's reactie kwam haar misplaatst voor. Het was zeker niet de reactie die het dier gewoonlijk opriep. De beide andere vrouwen keken naar Marona, leken toen haar voorbeeld te volgen en wekten niet de indruk dat ze van de wolf in hun nabijheid gediend waren.
Wolfs houding was behoedzamer geworden, zag Ayla. Hij voelde kennelijk ook iets, dacht ze. 'Wolf, ga Jondalar zoeken,' zei ze, en ze gaf hem het teken om te gaan. Hij bleef nog even staan, keek haar aan en ging er toen met grote sprongen vandoor, terwijl Ayla zich omdraaide om met de drie vrouwen het pad te volgen dat omhoogliep naar de immense stenen schuilplaats van de Negende Grot. Ze kwamen op het pad verscheidene mensen tegen en ze reageerden allemaal onmiddellijk toen ze haar met de drie vrouwen zagen. Sommigen keken verwonderd of glimlachten verbijsterd; anderen leken verrast te zijn, zelfs geschokt. Alleen jonge kinderen leken geen acht
op hen te slaan. Ayla was dit niet ontgaan en ze voelde zich niet echt op haar gemak.
Ze bestudeerde Marona en de andere vrouwen uiterst onopvallend met gebruikmaking van de technieken van vrouwen van de Stam. Niemand verstond die kunst beter dan Stamvrouwen. Die waren in staat zich stilletjes op de achtergrond te houden, bijna onzichtbaar, en de indruk te wekken dat ze zich niet bewust waren van wat er om hen heen gebeurde, maar dat was misleidend.
Vanaf hun prilste jeugd werd meisjes geleerd nooit een man aan te staren of zelfs maar recht in de ogen te kijken, om discreet te zijn, terwijl tegelijkertijd van hen werd verwacht dat ze wisten wanneer een man hun aandacht nodig had. Het gevolg was dat Stamvrouwen leerden uiterst zorgvuldig en precies hun aandacht te bepalen en met een enkele blik pijlsnel belangrijke informatie te halen uit houding, beweging en uitdrukking. Er ontging hun dan ook maar weinig. Ayla was hierin even bedreven als iedere vrouw van de Stam, al was ze zich minder bewust van deze erfenis van haar jaren bij de Stam dan van haar vermogen om lichaamstaal te lezen. Haar observaties van de vrouwen maakten haar op haar hoede en wekten argwaan over Maro- na's beweegredenen, maar ze was bereid rustig af te wachten wat er zou gebeuren.
Toen ze onder de stenen richel waren aangekomen, sloegen ze een andere richting in dan ze de eerste keer had genomen en betraden ze een onderkomen in het midden van de ruimte. Marona liep voor hen uit naar binnen en ze werden begroet door een andere vrouw, die zo te zien op hen had zitten wachten.
Ayla, dit is mijn nicht, Wylopa,' zei Marona toen ze door het hoofd- vertrek naar een slaapkamer aan de zijkant liepen. 'Wylopa, dit is Ayla.'
'Gegroet,' zei Wylopa.
Na de tamelijk vormelijke manier waarop Ayla aan Jondalars naaste verwanten was voorgesteld, kwam deze nonchalante introductie aan Marona's nicht, zonder welkomstwoord, terwijl ze voor het eerst in dit onderkomen was, Ayla nogal eigenaardig voor. Dit kwam niet overeen met wat ze inmiddels van de Zelandoniërs was gaan verwachten.
'Gegrrroet, Wylopa,' zei Ayla. 'Dit onderrrkomen is het jouwe?' Wylopa keek verrast op van Ayla's vreemde accent. Ze hoorde eigenlijk nooit iets anders dan haar eigen taal en had er een beetje moeite mee de vreemdelinge te verstaan.
'Nee,' antwoordde Marona in haar plaats. 'Dit is de woning van mijn
broer en zijn gezellin en hun drie kinderen. Wylopa en ik wonen hier bij hen. We delen deze kamer.'
Ayla wierp een vluchtige blik om zich heen. De ruimte was verdeeld door middel van panelen, net als Marthona's onderkomen. 'We waren van plan om ons haar en gezicht op te maken voor het feest van vanavond,' zei Portula. Ze keek naar Marona met een innemende glimlach, die veranderde in een geaffecteerd lachje toen haar blik weer naar Ayla gleed. 'We dachten dat je het misschien leuk zou vinden om je bij ons aan te sluiten.'