Als een vrouw de rol van donii-vrouw op zich nam - als ze zich beschikbaar stelde om jongemannen de kunst van de Gave van Genot van de Grote Aardmoeder bij te brengen - droeg ze een lange rode franje om haar heupen als symbool voor haar belangrijke rituele status. Op warme zomerdagen droeg ze weinig meer dan die franje. Terwijl donii-vrouwen door gebruik en traditie werden beschermd tegen onbetamelijke toenaderingspogingen - ze werden sowieso geacht zich niet buiten afgebakende grenzen te wagen als ze de rode franje droegen - werd het voor andere vrouwen als gevaarlijk beschouwd om een dergelijke franje te dragen. Wie kon zeggen waartoe een man gedreven zou kunnen worden? Hoewel vrouwen vaak franjes droegen in andere kleuren dan rood, was elke franje steevast erotisch suggestief.

Als gevolg daarvan had het woord 'franje' in bedekte toespelingen of grove grappen vaak de dubbele betekenis van schaamhaar. Als een man zo onder de bekoring van een vrouw was geraakt dat hij voortdurend om haar heen draaide of haar aanstaarde, werd gezegd dat hij 'in haar franje verstrikt' was geraakt.

Zelandonische vrouwen droegen allerlei versierselen op het lichaam of op hun kleren, maar ze waren vooral verzot op franje, die zinnenstrelend zwierde bij het lopen, zowel op een warme wintertuniek als op een naakt lichaam. En hoewel ze uitgesproken rood vermeden, kozen ze voor de franje wel kleuren die dicht bij rood kwamen. Ayla's Mamutische feestkledij had geen franje en het was duidelijk dat er veel aandacht en tijd in het maken ervan waren gestoken. Het leer was van de mooiste kwaliteit in een volle, aardse goudgele tint, bijna de kleur van haar haar - het resultaat van gele oker subtiel vermengd met rood en andere kleuren. De huid was waarschijnlijk afkomstig van een hertensoort, misschien een saiga-antilope, dacht Marthona, maar was anders dan het fluweelachtige, zachte bokkenvel dat werd verkregen door de huid zorgvuldig schoon te schrapen. In plaats daarvan lag over het bijzonder zachte leer een glimmend, zo te zien waterdicht laagje.

Maar wat de kledij zo bijzonder maakte was niet de kwaliteit, maar de prachtige versierselen. De lange leren tuniek en de onderste helft van de beenkappen waren bedekt met fijn afgewerkte geometrische patronen van ivoren kralen, waarmee sommige gedeelten zelfs helemaal

 

volgestikt waren. De patronen begonnen met naar beneden gerichte driehoeken, die horizontaal overgingen in zigzaglijnen en verticaal in ruitvormen en gehoekte strepen met de punt naar boven, en zich vervolgens ontwikkelden tot ingewikkelde geometrische motieven, zoals rechthoekige spiralen en concentrische romboïden. De patronen van ivoren kralen waren afgezet met een veelheid aan kleine barnstenen kralen in verschillende tinten, sommige lichter, andere donkerder dan het leer, maar in nuances van dezelfde kleur en met borduurwerk in rood, bruin en zwart. De tuniek, die aan de achterkant uitliep in een driehoek, met de punt naar beneden, was open aan de voorkant en liep onder de heupen taps toe, waardoor er als hij daar werd gesloten eveneens een met de punt naar beneden gerichte driehoek ontstond. Hij werd om het middel dichtgemaakt met een grofgeweven sjerp in een soortgelijk geometrisch patroon van rood mammoethaar met accenten van ivoorkleurige moeflonwol, bruine ondervacht van een muskusos en diep roodzwart haar van een wolha- rige neushoorn.

Het geheel was verbluffend mooi, een schitterend kunstwerk. De afwerking was in elk detail subliem. Het was duidelijk dat iemand de mooiste en meest hoogwaardige materialen had verzameld en de meest vaardige en talentvolle handwerkskunstenaars aan het werk had gezet om de kledij te maken, en dat geen enkele moeite was bespaard. Het kralenwerk was daarvan een goed voorbeeld. Marthona zag alleen dat het heel veel kralen waren; in feite waren er meer dan drieduizend ivoren kralen, gemaakt van mammoetslagtanden, op de kledingstukken genaaid en elk kraaltje was met de hand uitgesneden, doorboord en gepolijst.

Jondalars moeder had nog nooit zoiets moois gezien, maar ze besefte onmiddellijk dat degene die de kledij had laten maken het grootste respect afdwong en een bijzonder hoge status binnen de leefgemeenschap bekleedde. Het was overduidelijk dat er eindeloos veel tijd en arbeid gestoken waren in de vervaardiging ervan, en toch was de tuniek aan Ayla geschonken bij haar vertrek. Het profijt van materiaal en werk ging daarmee verloren voor de gemeenschap die de kleding had gemaakt. Ayla zei dat ze was geadopteerd, maar degene die haar had geadopteerd, beschikte klaarblijkelijk over ontzagwekkende macht en prestige - in feite rijkdom - en niemand begreep dat beter dan Marthona.

Geen wonder dat ze liever haar eigen feestkleding bij de Verbintenisceremonie wil dragen, dacht Marthona; ze heeft groot gelijk. Het zal Jondalars prestige ook beslist geen kwaad doen. Deze jonge vrouw zit

 

werkelijk boordevol verrassingen. Ze zou beslist de tongen in beweging brengen bij de komende Zomerbij eenkomst. 'Het is adembenemend, Ayla, wonderschoon,' zei Marthona. 'Wie heeft het voor je gemaakt?'

'Nezzie, maar wel met een heleboel hulp.' Ayla was bijzonder in haar nopjes met de reactie van de oudere vrouw.

'Ja, dat geloof ik meteen,' merkte Marthona op. 'Je hebt haar naam al eerder genoemd, maar ik weet niet meer precies wie ze is.' 'Ze is de gezellin van Talut, de hoofdman van het Leeuwenkamp, de vrouw die me had willen adopteren, maar toen deed Mamut dat zelf. Ik denk dat Mamut Nezzie heeft gevraagd de kleding te maken.' 'En Mamut is Een Die de Moeder Dient?'

'Misschien was hij zelfs de Eerste, zoals jullie Zelandoni. Hij was beslist de oudste. Volgens mij was hij de oudste van alle Mamutiërs. Toen ik vertrok was mijn vriendin Deegie in verwachting, en de vrouw van haar broer was bijna klaar om haar kind ter wereld te brengen. Beide kinderen vallen onder zijn vijfde generatie.' Marthona knikte begrijpend. Ze had geweten dat degene die Ayla had geadopteerd iemand van aanzien moest zijn geweest, maar ze had niet beseft dat hij waarschijnlijk de meest gerespecteerde en machtigste persoon van het hele volk was. Dat verklaarde een heleboel, dacht ze. 'Zei je niet dat er bepaalde gebruiken kleven aan het dragen ervan?'

'Volgens de Mamutiërs is het niet gepast om vóór de ceremonie een Verbintenistenue te dragen. De kleding mag getoond worden aan familie en naaste vrienden, maar je wordt geacht hem niet in het openbaar te dragen,' zei Ayla. 'Wil je zien hoe de tuniek me staat?' Jondalar bromde iets en draaide zich om in zijn slaap, en Marthona wierp een vluchtige blik in de richting van hun slaapvachten. Ze dempte haar stem nog meer. 'Alleen als Jondalar nog slaapt. Bij ons is het niet gepast dat hij je voor de ceremonie in je Verbintenisdracht ziet.'

Ayla trok haar zomertuniek uit en pakte de zware, rijkelijk versierde tuniek. 'Nezzie zei dat ik hem moest sluiten als ik hem aan iemand wil laten zien,' fluisterde Ayla terwijl ze de sjerp aantrok. 'Maar bij de ceremonie moet ik hem open dragen, op deze manier,' zei ze, terwijl ze het kledingstuk opentrok en de sjerp weer vastbond. 'Nezzie zei: "Een vrouw moet pronken met haar borsten als ze een verbintenis aangaat, als ze met haar vuurplaats een verbintenis sluit met een man." Ik mag hem eigenlijk vóór de ceremonie niet open dragen, maar ik denk dat jij als Jondalars moeder het wel mag zien.'

 

Marthona knikte. 'Ik ben blij dat je mij je kleding hebt laten zien. Het is bij ons gewoonte om Verbinteniskledij aan anderen te tonen, zij het alleen aan vrouwen, intieme vriendinnen of familie, maar ik geloof dat het beter is als je de kleding verder aan niemand laat zien. Ik geloof dat het' - Marthona zweeg even en glimlachte - 'interessant zal zijn om iedereen te verrassen. Als je wilt, kunnen we alles in mijn kamer ophangen, zodat de kreukels kans krijgen om glad te trekken. Een beetje stoom zou misschien ook helpen.'

'Dank je. Ik vroeg me al af waar ik hem zou kunnen laten. Mag ik die prachtige tuniek die jij me hebt gegeven ook in jouw kamer laten hangen?' Ayla zweeg even toen haar nog iets te binnen schoot. 'Ik heb nog een tuniek die ik ergens wil ophangen, een die ik zelf heb gemaakt. Wil je die ook voor me weghangen?'

'Ja, natuurlijk. Maar nu kun je beter alles weer opbergen. We kunnen het doen als Willomar wakker is. Heb je verder nog iets wat ik voor je kan bewaren?' zei Marthona.

'Ik heb halssnoeren en andere spulletjes, maar die kan ik in mijn reistassen laten liggen, omdat ik ze wil meenemen naar de Zomerbij eenkomst,' zei Ayla.

'Heb je veel?' Marthona kon het niet laten haar dit te vragen. 'Twee halssnoeren, waaronder dat van jou, een armband, twee spiraalschelpen voor in mijn oren, die ik heb gekregen van een vrouw die danste, en twee bij elkaar passende klompjes barnsteen die ik bij mijn vertrek van Tulie heb gekregen. Zij was de hoofdvrouw van het Leeuwenkamp, Taluts zuster en Deegies moeder. Ze dacht dat ik die misschien kon dragen bij de Verbintenisceremonie, omdat ze zo mooi bij de tuniek staan. Dat zou ik wel willen, maar ik heb geen gaatjes in mijn oren,' zei Ayla.

'Ik denk dat Zelandoni dat maar al te graag voor je zou doen, als je dat wilt,' zei Marthona.

'Dat wil ik wel. Ik hoef geen andere gaatjes, nog niet tenminste, maar ik zou graag de barnsteentjes dragen als Jondalar en ik met elkaar worden verbonden, en de tuniek en beenkappen van Nezzie.' 'Die Nezzie moet wel bijzonder op je gesteld zijn geweest dat ze zoveel voor je heeft gedaan,' merkte Marthona op.

'Ik was in elk geval bijzonder op haar gesteld,' antwoordde Ayla. 'Als Nezzie er niet was geweest, geloof ik niet dat ik met Jondalar was meegegaan. Ik zou de volgende dag met Ranec worden verbonden. Hij was de zoon van haar broers vuurplaats, al was ze eigenlijk meer een moeder voor hem. Maar Nezzie wist dat Jondalar van me hield en ze zei dat ik, als ik ook van hem hield, naar hem toe moest gaan om

 

hem dat te zeggen. Ze had gelijk. Maar ik vond het moeilijk om Ra- nec te moeten zeggen dat ik wilde vertrekken. Ik gaf echt wel om hem, heel veel zelfs, maar ik hield van Jondalar.' 'Dat moet wel, anders zou je niet zijn weggegaan bij de mensen die je zo hoog schatten om met hem mee naar huis te gaan,' zei Marthona. Ayla hoorde dat Jondalar zich weer omdraaide en stond op. Marthona nipte van haar thee en keek toe hoe de jonge vrouw haar Verbinte- niskledij weer opvouwde, toen de geweven tuniek, en ze beide in haar reistas stopte. Toen ze terugkwam, gebaarde ze naar haar naaigerei dat op de tafel lag.

'Mijn draadtrekker zit daarin,' zei Ayla. 'Als Jondalars ochtendthee klaar is, kunnen we misschien beter naar buiten gaan en dan kan ik je in het zonlicht laten zien hoe hij werkt.' 'Ja, dat wil ik graag zien.'

Ayla liep naar de kookvuurplaats, legde wat hout op het vuur, toen een paar kookstenen om die te verhitten, waarna ze wat gedroogde kruiden voor Jondalars thee afmat in haar handpalm. Zijn moeder bedacht dat haar eerste indruk van Ayla juist was geweest. Ze was niet alleen aantrekkelijk, ze had veel meer in zich. Ze leek oprecht begaan met Jondalars welzijn. Ze zou een goede gezellin voor hem zijn. Ayla was met haar gedachten bij Marthona, vol bewondering voor haar rustige, zelfverzekerde waardigheid en vorstelijke gratie. Ze bespeurde in Jondalars moeder een diepgaand begrip, en Ayla twijfelde er niet aan dat deze vrouw, die eens leider was geweest, bijzonder sterk kon zijn als dat nodig was. Geen wonder dat haar volk niet had gewild dat ze aftrad toen haar levensgezel was gestorven, dacht de jonge vrouw. Het zal niet makkelijk zijn geweest voor Joharran om haar op te volgen, maar voorzover zij kon zien leek hij zich nu volkomen op zijn gemak te voelen in die positie.

Stilletjes zette Ayla Jondalars drinknap met warme thee naast zijn slaapvacht, en ze bedacht dat ze wat van die twijgjes moest zoeken waarmee hij graag zijn tanden schoonmaakte, nadat hij de uiteinden had fijngekauwd. Hij hield van de smaak van wintergroen. Zodra ze even tijd had, zou ze op zoek gaan naar de op een berk lijkende groen- blijvende plant. Marthona nam haar laatste slok thee, Ayla pakte haar naaigerei en samen liepen ze voorzichtig het onderkomen uit. Wolf volgde hen op de hielen.

Het was nog vroeg toen ze het stenen voorterras bereikten. De zon had net zijn schitterende oog geopend en gluurde over de rand van de bergen in het oosten. Het felle licht wierp een warme roodachtige gloed over de stenen rotswand, maar de lucht was verkwikkend koel.

 

Er was nog weinig bedrijvigheid; de meeste mensen waren nog niet op.

Marthona liep naar de rand van het terras bij de donkere kring van het signaalvuur. Ze gingen zitten op de grote stenen die om de vuurplaats gerangschikt waren, met hun rug naar de verblindende stralende bol die door de roodgouden nevel omhoogklom naar het wolkeloze blauwe hemelgewelf. Wolf liet ze daar achter en verdween over het pad naar het Woudrivierdal.

Ayla maakte het trekkoordje van het leren buideltje los waarin ze haar naaigerei bewaarde. Verloren gegane ivoren kraaltjes die eens een geometrisch patroon hadden gevormd en rafelige restjes borduurwerk waren het bewijs van het vele gebruik van het versleten buideltje. Ze liet de kleine voorwerpen die het bevatte op haar schoot vallen: koordjes van verschillende lengten en draden gemaakt van plantenve- zels, pezen en dierenhaar, waaronder wol van mammoeten, moeflons, muskusossen en neushoorns, elk afzonderlijk om kleine kootbeentjes gewonden, met pees samengebonden bundeltjes scherpe lemmetjes van vuursteen, kleine priemen van been en vuursteen voor het maken van gaatjes en een rechthoekig stukje sterke mammoethuid dat dienstdeed als vingerhoed. De laatste voorwerpjes waren drie kleine kokertjes gemaakt van holle vogelbotjes.

Ze pakte een van de buisjes op, verwijderde een piepklein stukje leer uit het ene uiteinde en liet de inhoud in haar hand vallen. Een smal, taps toelopend ivoren staafje gleed uit het kokertje, met aan het ene uiteinde een scherpe punt - net als een priem - en aan het andere uiteinde een piepklein gaatje. Ze gaf het voorzichtig aan Marthona. 'Zie je het gaatje?' vroeg Ayla.

Marthona hield het op enige afstand van haar ogen. 'Ik kan het niet zo goed zien,' zei ze. Ze bracht het dichter bij haar ogen en betastte het staafje, eerst de scherpe punt en toen het andere uiteinde. 'Ah! Daar is het! Ik voel het. Een piepklein gaatje, niet veel groter dan het gaatje in een kraal.'

'De Mamutiërs doorboren ook kralen, maar niemand in het Leeuwenkamp was een vakkundig kralenmaker. Jondalar heeft het boor- werktuigje gemaakt om het gaatje te maken. Dat was het moeilijkste onderdeel van het maken van deze draadtrekker. Ik heb niets bij me om aan elkaar te naaien, maar ik kan je wel laten zien hoe het werkt,' zei Ayla, terwijl ze het staafje uit Marthona's hand pakte. Ze koos het kootbeentje omwonden met pees, wikkelde er een stuk af, bevochtigde het uiteinde in haar mond, stak dat door het gaatje en trok de pees erdoor. Toen gaf ze het aan Marthona.

 

De vrouw bekeek de naald met de draad door het oogje, maar zag meer met haar handen dan met haar ouder wordende ogen, waarmee ze nog steeds voorwerpen op een afstand prima kon zien, maar de dingen dichtbij minder goed. Met een in concentratie gerimpeld voorhoofd onderzocht ze het voorwerp en opeens ging haar een licht op en brak er een glimlach door op haar gezicht. 'Maar natuurlijk!' zei ze. 'Hiermee zou ik weer kunnen naaien!'

'Soms moet je eerst een gaatje maken met een priem. Hoe scherp de ivoren punt ook is, je komt niet gemakkelijk door dik of taai leer heen,' legde Ayla uit. 'Maar het is wel gemakkelijker om hiermee de draad door een gaatje te halen. Ik kon wel gaatjes maken, maar ik kreeg het maar niet onder de knie om met de punt van de priem de draad door het gaatje te trekken, hoe geduldig Nezzie en Deegie ook waren.' Marthona glimlachte begrijpend maar vroeg toen: 'De meeste jonge meisjes hebben daar moeite mee als ze leren naaien. Heb jij dat als klein kind dan niet geleerd?'

'De Stam naait niet op deze manier. Ze dragen omslagen die worden vastgebonden. Een paar dingen worden aan elkaar geknoopt, zoals bakken van berkenbast, maar daarin maken ze grote gaten om de koorden door te trekken die aan elkaar worden geknoopt, niet van die kleine gaatjes die Nezzie me wilde laten maken,' zei Ayla. 'Ik vergeet steeds dat je jeugd... anders was,' zei Marthona. 'Als je als kind niet hebt leren naaien, begrijp ik dat je er later moeite mee had, maar dit is een bijzonder slim stukje gereedschap.' Ze keek op. 'Ik geloof dat Proleva deze kant op komt. Als je het niet erg vindt, zou ik het haar graag laten zien.'


Jean M Aeul - Vuurplaats in Steen
titlepage.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005_split_000.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0005_split_001.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0005_split_002.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0005_split_003.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0005_split_004.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0005_split_005.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0005_split_006.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0005_split_007.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0005_split_008.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml
Section0120.xhtml
Section0005_split_009.xhtml
Section0121.xhtml
Section0122.xhtml
Section0123.xhtml
Section0124.xhtml
Section0125.xhtml
Section0126.xhtml
Section0127.xhtml
Section0128.xhtml
Section0129.xhtml
Section0130.xhtml
Section0131.xhtml
Section0005_split_010.xhtml
Section0132.xhtml
Section0133.xhtml
Section0134.xhtml
Section0135.xhtml
Section0136.xhtml
Section0137.xhtml
Section0138.xhtml
Section0139.xhtml
Section0140.xhtml
Section0141.xhtml
Section0142.xhtml
Section0005_split_011.xhtml
Section0001.xhtml
Section0143.xhtml
Section0144.xhtml
Section0145.xhtml
Section0146.xhtml
Section0147.xhtml
Section0148.xhtml
Section0149.xhtml
Section0150.xhtml
Section0151.xhtml
Section0152.xhtml
Section0153.xhtml
Section0154.xhtml
Section0155.xhtml
Section0156.xhtml
Section0157.xhtml